In Genesis 1:27 staat dat God de mens mannelijk en vrouwelijk schiep. Kloppen de stereotypen dus? Komen echte mannen van Mars? Stoer, ondernemend, avontuurlijk en niet bang voor een beetje risico. Is het onderscheid tussen mannen en vrouwen zo door de Heere bedoeld? En als dat niet zo is, wat betekent het dan: mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen?
Laat de echte man opstaan
Natuurlijk is niet iedere man stoer en ondernemend. Of je een beetje macho bent, heeft te maken met testosteron. Testosteron is een mannelijk geslachtshormoon, dat zowel in de baarmoeder als in de puberteit verantwoordelijk is voor wat een man tot een man maakt. Je hebt mannen met meer en minder lef. Sommige mannen zijn gevoelig en zorgvuldig. Ze hebben blijkbaar minder van dat geslachtshormoon meegekregen. En minder testosteron is minder man.
In de Bijbel kom je echte mannen tegen: Kain, Ezau, Simson, Jozua. Of kijk naar Petrus en Paulus. Voor geen kleintje vervaard. Je komt ook andere mannen tegen. Neem Abel. Toen Eva haar eerste zoon kreeg, zei ze: „Ik heb een man van de Heere verkregen!” (Gen. 4:1). Ze noemde hem Kain. Zijn broer leek niet zoveel te betekenen. Hij kreeg de naam Abel: bries, nietigheid.
Of neem Ezau en Jakob. Ezau was een ervaren jager, net als de spreekwoordelijke Nimrod. Een echte, behaarde man. Zijn vader was trots op hem. Van zijn broer Jakob heb je een ander beeld. Jakob wist wat hij wilde, maar ging daarbij niet rechtdoorzee.
Nu gebeurt er iets spannends: de Heere koos Jakob en niet Ezau. Hij nam Abel aan en niet Kain. Wie is nu de echte man? Heeft God een voorkeur voor mannen die niet stoer zijn en niet avontuurlijk? Ik dacht het niet. De Heere noemt David de man naar Zijn hart. David was niet bang voor leeuwen en beren. David versloeg Goliath. De Heere had een voorkeur voor de assertieve Petrus, die steeds weer het initiatief naar zich toe trok.
Trouwens, welk beeld van een man zien we bij de Heere Jezus zelf? Je slaat de plank mis als je alleen denkt aan Zijn volmaakte zachtmoedigheid. Hij is tegelijk de mannelijke (!) Zoon die de heidenen zal hoeden met een ijzeren staf (Openbaring 12:5).
Mannen van Venus
In de praktijk van het leven kom je mannen tegen die sensitief zijn, empathisch en veel compassie tonen voor kansloze en zwakke mensen. Ze hebben soms moeite met het nemen van beslissingen, omdat ze snappen dat je iedere kwestie van verschillende kanten kunt bekijken. Er zijn vrouwen die direct en duidelijk zijn, een echte ondernemersgeest hebben, en zich niet willen laten leiden door vage gevoelens. Ze weten op basis van prioriteiten heldere besluiten te nemen. Het zijn de vrouwen van Spreuken 31.
Mannen van Mars en vrouwen van Venus? Dat doet geen recht aan al die mannen die niet aan het stereotiepe beeld voldoen. Mannen die niet rationeel handelen maar intuïtief, niet rechtlijnig maar associatief denken en tegelijk gewaardeerde collega’s zijn. En toegewijde vaders en gerespecteerde echtgenoten. Het zijn echte mannen. Mannen door God geschapen tot eer van Zijn Naam. Jos Douma formuleert het mooi in zijn artikel over mannen en vrouwen: ‘Mannen van Mars? Nee: mannen komen van God en vrouwen ook.’[1]
Mannelijk schiep Hij ze
Is daarmee de vraag beantwoord? Kun je dus niet spreken over typisch mannelijk en typisch vrouwelijk? Is er geen verschil tussen mannen en vrouwen? Als we dat denken, hebben we een probleem. In Genesis 1:27 staat namelijk klip-en-klaar: „man en vrouw schiep Hij ze”, wat je volgens vrijwel alle bijbelvertalingen moet lezen als: mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Er moet dus wel een verschil zijn. Mannelijk en vrouwelijk.
Sterker nog: het verschil tussen mannen en vrouwen is iets heel belangrijks. Het gaat om een essentieel element van de schepping. Dat blijkt wel als je het eerste gedeelte van het vers leest: „En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem.” In één adem volgt dan: mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk is fundamenteel. Het is een essentie van het mens-zijn.
Naar Gods beeld
Hoe zit dat dan? Om meer inzicht te krijgen is een zorgvuldige lezing van Genesis 1:27 nodig. In het eerste gedeelte van het vers staat dat de mens naar Gods beeld en gelijkenis is geschapen. „God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem.” God schiep de mens, man en vrouw, naar Zijn beeld. De man die beschermt en leidt, en de vrouw die verzorgt en helpt, ze laten beiden iets zien van Gods beeld.
In de schepping om ons heen kunnen we Gods heerlijkheid en macht aflezen. God openbaart Zich. Hij laat in de Schepping iets zien van wie Hij is. Dat geldt wel bijzonder voor het heerlijkste deel van de schepping: de mens. In onszelf, in de mensen om ons heen kunnen we iets zien van wie God is, van Zijn eigenschappen. Als mensen om je heen ordelijk en gestructureerd zijn, kun je daarin iets zien van God; evenzo als mensen creatief zijn, direct en helder communiceren, gevoelens van ontferming hebben voor het zwakke, niet kunnen dealen met onrechtvaardige situaties of een sterk gevoel van verantwoordelijkheid hebben.
Roeping en relatie
„En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem.” Wat voegt de zin: „mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” daaraan toe?
In de eerste plaats gaat het hier meer over roeping en relatie dan om typisch mannelijke of vrouwelijke eigenschappen. Het gaat in de Bijbel zelden over wie we in psychologische zin zijn. Veel vaker gaat het over wat we doen, waartoe God ons roept. Het gaat meer over de opdracht van de mens dan over zijn kwaliteiten en persoonlijke eigenschappen.
Dat blijkt ook uit de eerste woorden die volgen. „En God zegende hen, en God zei tot hen: ‘Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt!’” Als team krijgen man en vrouw een opdracht. Ze mogen onder Gods zegenende hand de leiding nemen over de schepping met ieder zijn eigen taak binnen het geheel. Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen om samen kinderen voort te brengen. Zo legt de Heere Jezus het zelf ook uit in Mattheüs 19:4-6: „Hebt gij niet gelezen, Die van den beginne de mens gemaakt heeft, dat Hij ze gemaakt heeft man en vrouw? En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn; alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Wat God dan samengevoegd heeft, scheide de mens niet.”
Naar het beeld van Christus
Maar er is nog iets. Als je nadenkt over de verschillende verantwoordelijkheden die man en vrouw met elkaar en ten opzichte van elkaar hebben, denk je al snel aan Efeze 5:21-33. Deze passage over man en vrouw, over liefde en onderdanigheid, over gehoorzaamheid en opoffering, is expliciet ingebed in de verhouding van Christus en Zijn gemeente. Het is een afdruk. Zoals Christus en Zijn gemeente, zo man en vrouw. Zoals Christus het Hoofd is van de gemeente, zo is de man het hoofd. Zoals de gemeente Christus onderdanig is, zo de vrouw de man. Zoals Christus de gemeente liefheeft, zo de heeft de man zijn eigen vrouw lief.
We lezen nu nog een keer Genesis 1:27. „En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze.” Stapje voor stapje wordt duidelijk waarom mannelijk en vrouwelijk zo essentieel zijn voor de mens als schepsel van God. God schiep de mens naar Zijn beeld. Door de mens heen zie je iets van God. Hij schiep de mens als man en vrouw. In die relatie van man en vrouw zie je iets van Christus. Je ziet iets van de relatie tussen Christus en Zijn gemeente.
Hoewel in Genesis 1 de val van de mens en de verzoening door het kruis nog niet in beeld zijn, is de verhouding tussen Christus en de gemeente wel ingeweven. Hij is het Lam Gods, geslacht vóór de grondlegging der wereld. Zoals Adam en Eva tot één vlees werden, zo is het Hoofd Christus verenigd met Zijn gemeente in één lichaam: „… de Gemeente (…) welke Zijn lichaam is, en de vervulling van Hem, Die alles in allen vervult” (Ef. 1:22-23; vgl. Kol. 1:18; 2:19).
Gaven
Mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. Mannen en vrouwen hebben in Genesis 1:28 samen een taak gekregen. Met nadruk op dat woord samen. Ze hebben elkaar nodig. Ze vullen elkaar aan. Om een gezin te vormen. Om te bebouwen en te bewaren. Om die taak uit te voeren maken ze gebruik van de gaven die ze hebben gekregen. Vaak sluiten die gaven goed aan. Soms minder goed. Dan is het hard werken. Maar juist door gehoorzaam Gods weg te gaan, als man of vrouw, als moeder of vader, groeit de man of de vrouw in zijn of haar rol. Dan leert de afwachtende man meer en meer initiatief te nemen; dan leert de initiatiefrijke vrouw haar man de eerste plaats te gunnen. De gaven die we voor onze roeping hebben gekregen, zijn niet statisch maar groeien bij wie gehoorzaam Gods weg gaat. Zo komen man en vrouw tot hun recht.