Voor zijn familie en vrienden was Willem* een serieuze, nette reformatorische jongen. Niemand wist dat hij jarenlang met een pornoverslaving worstelde. Uiteindelijk werd hij van „het monster” verlost. In een loodzware strijd, waarover hij hier vertelt.
„Ik begin maar even bij de opvoeding. Niet om mijn ouders de schuld te geven, maar omdat ik er wel van overtuigd ben dat iets daarin een rol heeft gespeeld bij mijn verslaving.
Aan het geven van seksuele voorlichting deden mijn ouders namelijk niet. Waarom niet? „Dat werd bij ons thuis ook niet gedaan.” Hoe het biologisch gezien allemaal werkt, dat leer je op school wel, was de gedachte. Dat gebeurde ook. Maar na die biologielessen kwamen er allerlei vragen bij mij naar boven.
Er werd bijvoorbeeld iets verteld over een eerste natte droom. De docent deed alsof dat de mannelijke variant was van de eerste ongesteldheid. Ik was inmiddels 14 of 15 en had nog nooit een natte droom gehad. Dus maakte ik me zorgen of het biologisch gezien wel goed werkte bij mij. Op mijn telefoon ging ik op onderzoek uit. En op het gebied van seksualiteit is het internet een beerput die veel vreselijker is dan het smerigste riool.
Tijdens mijn zoektocht zag ik allerlei dingen die ik niet had moeten zien. Ik kwam bij pornografische websites uit. Natuurlijk hadden wij thuis een internetfilter, het meest strikte dat er bestaat, maar daar zeilde ik met het grootste gemak omheen. Hopelijk weten alle opvoeders inmiddels dat een internetfilter absoluut geen sterke verdedigingslinie is. Het blijft altijd nodig om toezicht te houden en open te spreken over internetgebruik.
Met kloppend hart keek ik naar plaatjes en video’s. Die deden iets met me wat ik toen niet kon verklaren. Seksuele gevoelens had ik nooit heel bewust gehad. Maar in ieder geval had ik vrij snel door dat het bij mij biologisch gezien allemaal goed werkte. Ik had helaas ook al snel door dat zelfbevrediging en pornografie eigenlijk niet zonder elkaar kunnen.
Geweten
Het bezoeken van pornosites werd een gewoonte. Eerst zo nu en dan, maar al snel dagelijks. Soms weleens een weekje niet, omdat ik wel doorhad dat het eigenlijk vies en fout was. Maar die gedachte drukte ik vaak snel weer weg. Mijn geweten schroeide ik in die tijd behoorlijk toe. Bidden en uit de Bijbel lezen deed ik nauwelijks.
Tot God op mijn 17e mijn geweten wakker schudde door een preek. Toen voelde ik ineens heel sterk dat het fout met me zou aflopen als er niets veranderde in mijn leven. Dus nam ik afscheid van allerlei zonden en verkeerde gewoontes.
Zo begon ook de strijd tegen mijn pornoverslaving. De eerste dagen nadat die preek naar binnen sloeg, bad ik veel. Ook las ik voor het eerst sinds jaren weer structureel uit de Bijbel. Seksuele gevoelens weken naar de achtergrond. Ik voelde iets van de ernst van het leven, en daar passen aardse lusten niet bij.
Maar na verloop van amper twee weken verflauwde die eerste indruk. Op een avond verveelde ik me, ging op m’n bed liggen en gaf toe aan de verleiding om een of ander slecht tv-programma te kijken. De beelden die ik zag, maakten de seksuele lust ineens weer springlevend. En in no-time zat ik op een pornosite. Mijn geweten sprak wel, maar ik negeerde dat stemmetje.
Strijd
Na die eerste keer bezweek ik haast dagelijks aan de verleiding om weer een pornosite te bezoeken. Tot God me opnieuw stilzette onder het Bijbellezen of een preek. Dan zag ik weer hoe afschuwelijk slecht en zondig mijn verslaving was. Nadat God tot me sprak, kon ik meestal ongeveer een kleine week standhouden. En dan bezweek ik weer voor de verleiding. Dit patroon hield ongeveer twee jaar aan.
Steeds als ik porno had gekeken, voelde ik mijn geweten gigantisch spreken. En soms ging ik daarna op m’n knieën en smeekte God of Hij me van die verslaving af wilde helpen. Maar meestal voelde ik me te vies en te onrein om te bidden.
In de jaren na die bewuste preek, verdiepte ik me in Gods Woord. De catechisatie volgde ik met interesse. Ergens was er het verlangen om bij Gods volk te horen. Maar ik wist ook: ‘hoereerders, afgodendienaars, overspelers (…) en ontuchtigen zullen het Koninkrijk Gods niet beërven’ (1 Korinthe 6:10).
Om mijn boezemzonde eronder te krijgen, maakte ik aankruisschema’s. Ik had ergens gelezen dat, als je van een slechte gewoonte af wilt komen, je die gewoonte dertig dagen moet laten. Dan zijn je hersens eraan gewend, en is die slechte gewoonte geen automatisme meer. Na iedere dag zonder porno mocht ik een dag afkruisen.
Deze methode werkte aardig. Na een aantal dagen vechten tegen verlangens merkte ik dat de verleiding steeds minder werd. Na twee weken dacht ik dan dat ik er vanaf was. Maar de verleiding kwam juist dan in volle hevigheid terug. En dan gaf ik er meestal aan toe. Had ik er eenmaal aan toegegeven, dan kon dat aankruisschema de prullenbak in, want dan was porno kijken meestal snel weer een dagelijkse bezigheid.
Satan
Achteraf bezien was die ene heftige verleiding dan weer een uitgestoken hand van satan die ik aangreep. En daarmee sprak ik weer naar hem uit dat ik wilde dat hij koning over mij zou zijn. Toen God op mijn 17e m’n geweten wakker schudde, voelde ik ineens hoe de duivel me in zijn greep had. En dat hij pornografie gebruikte om mij naar de ondergang te slepen. De jaren daarvoor had ik dat nauwelijks gemerkt. Achteraf bezien durf ik te stellen dat porno een van satans machtigste wapens is om mensen bij God vandaan te trekken en Zijn schepping kapot te maken.
Want pornografie sloopt je. Echt. Op sociaal-emotioneel vlak maakt het je kapot. Ik kwam door mijn verslaving in een vicieuze cirkel terecht. Doordat ik porno keek, voelde ik de afstand met mijn familieleden en andere naasten groter worden. Waarschijnlijk kwam dat door mijn sprekende geweten, en doordat de pornowereld zo gigantisch ver afstaat van een Bijbels leven. Door die afstand voelde ik me eenzamer, en om die leegte op te vullen keek ik naar porno. Door die eenzaamheid ging ik me ook onzekerder voelen. Porno helpt je zelfvertrouwen naar de knoppen.
Daarnaast sloopt porno je in geestelijk opzicht. Wil je in de Bijbel lezen, dan heeft de duivel handenvol vieze beelden die hij je in herinnering roept, zodat je je gedachten nauwelijks meer kunt zetten tot de inhoud van Gods Woord. En daardoor zie je de rijkdom van het Evangelie ook niet meer!
En toen ik dát inzag, dat de duivel me door pornografie steeds meer in zijn greep hield en dat hij me als een slaaf naar de ondergang sleepte, toen wílde ik wel vechten. Toen wilde ik die vreselijke mensenmoorder nooit meer zijn zin geven. Ik ging hem haten, wilde hem volledig negeren. Maar dat gevecht was loodzwaar, want ik wilde ten diepste ook niet dat God koning over mij zou zijn. Mijn zondige ik wilde zelf op de troon blijven.
Zelfkennis
Vanaf mijn 20e duurden de periodes dat ik niet naar porno keek steeds langer. Soms lukte het om er zelfs een paar maanden achter elkaar niet naar te kijken. Maar vroeg of laat viel ik toch weer. Zo sukkelde ik voort.
Toen ik net 22 was, sprak de Heere opnieuw met zóveel kracht tot me. Hij liet me zien wie ik in Zijn heilig oog was: een vuile, onreine, helwaardige zondaar. En wie Hij is: de volmaakte, rechtvaardige, goede God. Vanaf die tijd deed ik er alles aan om mezelf en mijn leven voor God op te knappen. Ik wist met mijn verstand dat ik alleen door het geloof in Jezus Christus rechtvaardig zou zijn, maar ik kende de Middelaar niet persoonlijk. Ik geloofde ten diepste niet in Hem, en wilde van alles doen om Zijn genade te verdienen. Ik had mezelf er niet voor over om me volledig aan Hem over te geven.
Mijn vrome leventje, vol eigengerechtigheid, mislukte voortdurend. Hoe goed ik in eigen oog ook was, die seksuele zonden bleven me achtervolgen. Steeds als ik dacht vroom genoeg te zijn voor God, viel ik weer in seksuele zonden, gaf ik toe aan de verleiding om porno te kijken. En zo werd ik er steeds weer, en steeds dieper aan ontdekt dat ik totaal onverbeterlijk ben. Dat ik tot in het diepst van m’n bestaan zondig en onheilig ben. De keren dat ik viel, deden wel steeds meer pijn. Steeds feller sloeg ik van me af als de verleiding weer kwam.
Verlosser
Wanneer ik voor het laatst pornografisch materiaal heb gezien, weet ik niet meer exact. Maar écht verlost van de verslaving voel ik me pas sinds God me van mezelf verlost heeft.
De eerste jaren nadat de Heere mijn verslaving van me heeft afgenomen, schoten er soms flitsen uit pornofilms door m’n hoofd. Meestal tijdens m’n stille tijd, of op andere momenten dat ik de Bijbel opensloeg of wil bidden. Gelukkig gebeurde dit gaandeweg steeds minder vaak, en inmiddels bijna nooit meer. Maar de verleidingen zijn niet weg, want de duivel zal hier op aarde altijd blijven verleiden. En seksuele zonden zullen altijd een valkuil voor me zijn, omdat ik in dit leven altijd een zondaar zal blijven.
De volkomen verlossing van die zondigheid en onreinheid zal zijn bij de ingang tot het eeuwige leven: als Christus wederkomt of bij mijn overlijden. Het verlangen daarnaar is bij tijden zo groot! Eeuwig bij God te zijn, altijd volmaakt Hem te mogen bedoelen. Verlost te zijn van mijn vuiligheid, mijn zondigheid, mijn eigenwilligheid, mijn ik, mijn ego. Dat is een erfenis die wacht, puur en alleen om de verdienste van Jezus Christus. Hij stortte Zijn bloed op Golgotha, en dat bloed reinigt van álle zonden. Lezer, zoek Hem te kennen! Hem
Die u, al wat gij hebt misdreven,
hoeveel het zij, genadig wil vergeven;
uw krankheên kent en liefderijk geneest.
Die van ’t verderf uw leven wil verschonen,
met goedheid en barmhartigheên u kronen;
Die in den nood uw redder is geweest.”
*Willem heet in werkelijkheid anders
Gepubliceerd: 10-12-2020