Op donderdag 22 oktober 2020 ondertekenden 32 landen de Geneefse Consensus Verklaring, een gezamenlijk document dat ondermeer de fundamentele positie van het gezin in de samenleving bevestigt.
Behalve door de Verenigde Staten is de verklaring gesponsord door Brazilië, Egypte, Hongarije, Indonesië en Uganda. Het document is verder ondertekend door ministers en andere hoge vertegenwoordigers van Bahrein, Wit-Rusland, Benin, Burkina Faso, Kameroen, de Democratische Republiek Congo, Congo, Djibouti, Eswatini, Gambia, Haïti, Irak, Kenia, Koeweit, Libië, Nauru, Niger, Oman, Pakistan, Polen, Saoedi-Arabië, Senegal, Zuid-Soedan, Soedan, de Verenigde Arabische Emiraten en Zambia. Samen vertegenwoordigen de genoemde landen 1,6 miljard inwoners.
De doelstelling van de coalitie van genoemde landen is gebaseerd op vier pijlers: (1) betere gezondheid voor vrouwen, (2) het behoud van het menselijk leven, (3) versterking van het gezin als de fundamentele eenheid van de samenleving, en (4) de bescherming van de nationale soevereiniteit van elk land in de mondiale politiek.
Bekrachtiging van bestaande VN verdragen
In de gezamenlijke verklaring worden een aantal mensenrechten nog eens bevestigd, zoals die al zijn geformuleerd in bestaande VN-verdragen.
Zo bekrachtigd de Geneefse Verklaring:
- Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat. – Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), artikel 16, lid 3.
- Gelijke rechten, kansen en toegang tot middelen, gelijke verdeling van verantwoordelijkheden voor het gezin tussen mannen en vrouwen en een harmonieus partnerschap tussen hen zijn cruciaal voor hun welzijn en dat van hun gezin, evenals voor de consolidatie van de democratie. – VN Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966), artikel 3. Bekrachtigd in navolgende VN-verdragen in 1994, 1995.
- Vrouwen vervullen een cruciale rol in het gezin. Vrouwen leveren een belangrijke bijdrage aan het welzijn van het gezin en de ontwikkeling van de samenleving. De sociale betekenis van kinderen krijgen, moederschap en de rol van ouders in het gezin en in de opvoeding van kinderen dient te worden onderkend. – VN Vierde Wereldvrouwenconferentie (1995), Declaration and Platform for Action, Annex II, paragraaf 29.
- Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948), artikel 25, lid 2.
- VN Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (1966), artikel 6.1.
- VN Wereldbevolking Conferentie (1994), Actieprogramma sectie 7.2.
- VN Internationaal verdrag inzake de rechten van het kind (1959), preambule.
Tegengeluid richting de Verenigde Naties
Door artikelen uit bestaande VN-verklaringen nog eens te bekrachtigen, herinnert de Geneefse consensusverklaring de Verenigde Naties aan haar beginselen zoals die eerder zijn geratificeerd door het overgrote deel van de lidstaten van de Verenigde Naties. Het legt daarmee de vinger op de zere plek: de huidige, progressieve agenda van de VN in het formuleren en invullen van mensenrechten wijkt steeds verder af van wat is overeengekomen in eerdere verdragen. Het gaat dan met name om beleid ten aanzien van de waarde en samenstelling van het gezin, het huwelijk en de bescherming van menselijk leven. De VN voert daarmee een morele revolutie door, waarbij individualisme en doorgeschoten gelijkheidsdenken de traditionele invulling van het gezin, als hoeksteen van de samenleving, steeds verder ondermijnt.
De Geneefse Consensusverklaring vormt een belangrijk tegengeluid in deze ontwikkeling. Hoewel de VN-verdragen niet bindend zijn, vormen ze wel vaak de basis van (inter)nationale wet- en regelgeving. In de woorden van de Amerikaanse minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken, Alex Azar: „De verklaring is veel meer dan een verklaring van overtuigingen – het is een kritisch en nuttig instrument om deze beginselen te verdedigen in alle organen van de Verenigde Naties en op elke multilaterale setting, met behulp van taal die eerder is overeengekomen door de lidstaten van die organen.” Azar zei verder dat de coalitie van ondertekenaars van de verklaring aan de kaak zal stellen „wanneer organisaties hun mandaten te boven gaan door het bevorderen van standpunten waar nooit consensus over gekregen kan worden.”
Kritiek op ondertekende landen
In het rijtje van landen dat de verklaring heeft ondertekend, staat ook een aantal lidstaten dat het niet zo nauw neemt met mensenrechten in het algemeen en vrouwenrechten in het bijzonder. Een aantal ondertekende landen staat ook hoog op de ranglijst Christenvervolging.
Het is een pijnpunt dat zich in het geheel van de Verenigde Naties voordoet. Zo werd onlangs bekend dat China, Rusland en Cuba zijn gekozen in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, de organisatie die wereldwijd toeziet op de naleving van mensenrechtenverdragen. ”Alsof een vos een kippenren bewaakt”, kopte een NOS-artikel. Het maakt duidelijk dat landen mensenrechten invullen op basis van eigen ideologie en de niet-bindende verdragen om verschillende beweegredenen ratificeren.
Die motieven kunnen zijn gebaseerd op de traditionele cultuur van het land, religieus gedachtegoed maar kunnen ook politiek en opportunistisch van aard zijn. De kennelijke discrepantie tussen woorden en feitelijk gedrag roept vragen op. Zo komt huiselijk geweld –en geweld tegen vrouwen in het algemeen– vaker voor in niet-Westerse culturen en wordt het soms zelfs volstrekt normaal gevonden. Het is de ervaring van zendingsorganisaties dat ook na bekering tot het Christendom het vaak nog verdere Bijbelse vorming vergt voordat schadelijke patronen in het gezinsleven worden doorbroken. Zo bezien is het alleen het Evangelie dat werkelijk kracht doet in de harten van mensen, en de relatie tussen man en vrouw werkelijk herstelt.
Waarde van de Geneefse Verklaring
Ondanks deze kanttekeningen vormt de Geneefse Verklaring een krachtig tegengeluid. De modern-Westerse denkwijze die haar oorsprong in de Verlichting vindt, staat haaks op het gedachtegoed van een groot deel van de wereldbevolking, ongeacht ideologie of lokale cultuur. Zoals wij in het Westen krtitisch mogen kijken naar de praktijk van mensenrechten elders in de wereld, zo is het voor veel niet-Westerse mensen onbegrijpelijk hoe in het Westen de ‘nieuw verworven vrijheden’ worden gevierd. Te denken valt aan het ontmantelen van het traditionele gezin, wetgeving op het gebied van abortus en euthanasie en gendergelijkheid. Individualisme en zelfbeschikking hebben minder weerklank in collectieve culturen zoals in Afrika, Azie en Zuid Amerika. De VN heeft geen mandaat om de progressief Westerse agenda op te dringen aan deze landen en zo deze agenda sluipenderwijs om te zetten in (inter)nationaal beleid.
Goede woorden en krachtige verklaringen ten spijt, noch een links-progressieve agenda, noch een rechts-conservatie agenda, geeft uiteindelijk uitkomst. Alleen een vernieuwing van het denken naar de maatstaven van het Evangelie geeft werkelijk een verandering ten goede. Een revolutie die zich in het hart voltrekt door het werk van de Geest. Dat alleen leidt tot werkelijke bloei van huwelijken, gezinnen en gemeenschappen.