Een getuigenis van Christopher Yuan

Christopher Yuan
Leestijd: 6 minuten

De Amerikaanse Christopher Yuan leefde jarenlang een leven dat gekenmerkt werd door bezoeken aan homobars en drugshandel. Hij belandde in de gevangenis. Daar sprak God tot hem. Zijn verhaal is te lezen in het boek ”Out of a far country. A gay son’s journey to God”.

Christopher Yuan is de zoon van Chinese immigranten. Hoewel hij in de Verenigde Staten is geboren, voelde hij zich nooit bij zijn Amerikaanse klasgenoten passen. „Mijn ouders wilden heel graag vasthouden aan onze Chinese wortels. Wij onderscheidden ons van andere mensen, ook al woonden wij hier in Amerika. (…) Mijn ouders gaven me geen christelijke opvoeding. Ik had zelf geen Bijbel en wij gingen nooit naar de kerk. Wel voedden ze me op met zeer traditionele Chinese waarden.”

Christopher was klein voor zijn leeftijd. Hij speelde piano en deed goed zijn best op school, maar hij was niet zo goed in sport als de andere jongens.

„Ik was kleiner en droeg een bril, dus werd ik „vier ogen” genoemd. Ze plaagden me altijd, misschien omdat ik wat meisjesachtiger en kunstzinniger was. God had me begiftigd met muzikale talenten en gevoeligheid. Satan kan die gaven niet wegnemen, maar hij kan het rechte begrip ervan zeker wel verdraaien.”

„Ik kan me herinneren dat ik negen jaar was en bij een vriend thuis een pornoblad zag liggen. Dit was de eerste keer dat ik me aangetrokken voelde tot hetzelfde geslacht. Op zo’n jonge leeftijd was ik verward en bang voor die gevoelens. Ik had geen ouderlijke richtlijnen op dat gebied en kreeg ik zo een verwrongen beeld van seksualiteit. Die plaatjes wekten iets in me op waarvan ik niet wist dat dat er was.”

Christopher besloot deze gevoelens geheim te houden in de hoop dat ze weg zouden gaan. Maar ze gingen niet weg. „Al die gevoelens borrelden als het ware in me op. Ik probeerde ze te onderdrukken. Het voelde alsof het nodig was dat ik ze op een of andere manier zou uiten.”

Toen hij twintig jaar oud was, begon hij met het bezoeken van homobars. „Ik deed het stiekem, achter de rug van mijn ouders. Mijn andere vrienden wisten er ook niet van. Ik was nu op seksueel gebied meer actief.”

Toen hij de tandartsopleiding ging volgen, besloot hij zijn geheim te openbaren en de homoseksuele gevoelens, die hij zo lang geheimgehouden had, volop uit te leven. Op een dag was hij bij zijn ouders thuis en vertelde hij dat hij homo was. 

„Ik had al heel veel horrorverhalen gehoord over de reacties van ouders en dat ze het niet begrepen, hun kinderen het huis uit gooiden om ze daarna te vertellen nooit meer terug te komen.”

Zijn ouders, die toen nog geen christen waren, reageerden zoals verwacht. Zijn moeder herinnert het zich nog: „Woorden waren niet in staat om uit te drukken hoe ik me voelde. Toen hij me vertelde dat hij homo was, schaamde ik me en voelde ik me verraden, verworpen, geruïneerd en vol verdriet.” Zijn vader vertelt: „Mijn reactie was, dat ik me helemaal hopeloos voelde. Ik gaf de hoop op.”

„Toch gebruikte God die gebeurtenis om mijn moeder tot Zichzelf te trekken. Ze had in die tijd ook een kleine brochure gekregen die haar uitlegde wat de zaligheid inhield”, vertelt Christopher. „In die brochure stond dat God mensen liefheeft ondanks hun zonden. Daarom moeten ook wij onze naasten liefhebben, ondanks hun zonden.”

„Mijn moeder kon haar homoseksuele zoon niet liefhebben, maar nu ze tot Christus gekomen was, realiseerde ze zich dat ze niets anders kon doen dan haar homoseksuele zoon lief te hebben. Mijn moeder gaf haar leven aan Christus en binnen een paar maanden mijn vader ook.”

De twee besloten om te bidden voor hun zoon. Overdag was hij student bij de tandartsenopleiding, maar ’s nachts werd hij steeds dieper de levensstijl ingezogen die gekenmerkt werd door homoseksuele afspraken en drugsmisbruik.

„Ik reisde het land door om drugs te gebruiken en te verkopen. Zodoende was ik steeds minder vaak aanwezig tijdens de lessen. Ik dacht werkelijk dat ik een dubbelleven kon hebben – mijn drugsleven én mijn schoolleven.”

Het duurde niet lang voordat de twee levens met elkaar begonnen te botsen. Vier maanden voor het einde van de opleiding werd Christopher geschorst.

„Nu ik geschorst was, gaf ik me geheel over aan het leven in de homogemeenschap. Ik bezocht vooral de homobars en homonachtclubs. Ik begon datgene te doen waarvan ik dacht dat ik er goed in was: drugshandel.”

„Mijn ouders kwamen me een keer in Atlanta opzoeken. Ik had er genoeg van. Ze zaten niet tegen me te preken, ook zeiden ze niet steeds dat ik naar de hel zou gaan, maar hadden het slechts over het feit dat God hun levens zo veranderd had. Ze straalden Jezus als het ware uit. En dat stuitte me tegen de borst. Ik zei tegen ze dat ze weg moesten gaan. Mijn vader wilde me nog wat geven voordat hij wegging. Het was mijn eerste Bijbel. Ik zei tegen mijn vader: „Ik wil je Bijbel niet hebben.” Toch liet hij die achter op de keukentafel en liep weg. Toen ze vertrokken waren, nam ik mijn Bijbel en gooide ik die in de prullenbak. Ik wilde niets met God en hun nieuwe godsdienst te maken hebben. Na die ontmoeting was het voor mijn ouders duidelijk dat ik niet te bereiken was en dat het volkomen hopeloos was. Mijn ouders namen zich voor om niet te zien op de hopeloosheid, maar op de beloften van God.”

Christopher verdiende veel geld en had elke dag verschillende erotische afspraken. „Ik werd behandeld als een superster en dacht dat ik onoverwinnelijk was. Het voelde werkelijk alsof ik God was.”

Zijn ouders weigerden het bidden op te geven, hoewel Christopher geweigerd had contact met hen te hebben. Hun kerkelijke gemeente begon voor hem tot God te roepen.

Zijn moeder zegt: „Elke morgen voordat ik mijn dagelijkse werk deed, ging ik in mijn binnenkamer. Een van mijn gebeden was: Heere, wees mijn zoon genadig.”

De verhoring van het gebed kwam door middel van een klop op de deur van Christopher. „Ik deed de deur open en het waren geen mensen die ik al eens eerder gezien had, maar twaalf agenten die drugsmisdrijven onderzoeken. Achter me lag al mijn drugs op het aanrecht. Omdat ze de drugs konden zien, konden ze me op heterdaad betrappen.”

Drie dagen nadat hij opgesloten werd in de gevangenis, werd zijn aandacht getrokken naar iets wat in een prullenbak lag.

„Ik zag iets vanuit mijn ooghoeken. Het was een Gideonbijbel. Voor de eerste keer opende ik dat goede Boek. Terwijl ik aan het lezen was, werd ik werkelijk overtuigd van mijn opstand, niet alleen tegen de wet en de mensen, maar ook tegen God.”

Christopher kwam erachter dat zijn daden gevolgen hadden: „Ze stuurden me naar het kantoor van de verpleegkundige. Ze schreef iets op een papiertje en schoof het papiertje mijn kant op. Ik keek ernaar. Ik zag drie letters en een symbool: HIV+ (geslachtsziekte).”

Christopher keerde terug naar zijn cel en het leek alsof hij zijn doodsvonnis gekregen had. Hij lag daar en keek naar de graffiti op de muren.

„Ik zag dat daar iets geschreven was door iemand. Er stond: ‘Als je je verveelt, lees dan Jeremia 29:11, waar staat: ‘Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads.’ Dat tijdstip was wellicht het meest duistere, hopeloze moment in mijn leven, nadat ik zes jaar cel had gekregen en nadat ik het nieuws van mijn HIV-status gekregen had. God gaf me die avond net genoeg geloof om gewoonweg door die dag heen te komen.”

„Tijdens dit proces dat waarschijnlijk jaren zou duren, gaf ik mijn leven over aan Christus en ik wist dat ik niet langer zou gaan leven naar mijn eigen wegen en naar de wegen van de wereld. Ik gaf al mijn hoop en dromen over aan Hem.”

Naarmate zijn relatie met God sterker werd, worstelde Christopher met de vraag of hij zijn homoseksuele levensstijl wel kan voortzetten.

„Ik gebruikte tijdens dat onderzoek alleen de Bijbel. Ik liep elk vers langs, elk hoofdstuk en elke bladzijde van de Schrift om mijn homoseksuele levensstijl te rechtvaardigen. Maar ik heb nooit iets gevonden. Ik ging naar de gevangenispredikant en vroeg hem naar zijn mening. Tot mijn grote verrassing vertelde hij me dat de Bijbel homoseksualiteit niet veroordeelt. Hij gaf me een boek dat zijn standpunt uiteenzette. Heel nieuwsgierig nam ik dat boek in handen. Ik hoopte een rechtvaardiging van mijn levensstijl aan te treffen. Ik had het boek in mijn ene hand en de Bijbel in mijn andere hand. Ik had elke reden in de wereld om aan te nemen wat dat boek zei ter rechtvaardiging van mijn levensstijl. Maar Gods inwonende Heilige Geest overtuigde me ervan dat de beweringen in dat boek niet overeenkwamen met het Woord van God. Dit was dus een keerpunt en er moest een besluit gemaakt worden. Óf God en Zijn Woord moest verworpen worden, om zodoende als een homoseksueel te kunnen leven door mijn gevoelens te laten zeggen wie ik was, óf ik moest mijn homoseksualiteit verwerpen door mezelf te bevrijden van mijn gevoelens en te leven als een volgeling van Jezus Christus. Mijn besluit was helder en duidelijk en ik koos voor God.”

Christopher werd uit de gevangenis ontslagen nadat hij zijn straf uitgezeten had. Zijn relatie met zijn ouders is weer hersteld. Nu is hij onderwijzer bij Moody Bible College in Chicago.

Hij identificeert zichzelf niet langer aan de hand van zijn seksualiteit: „Mijn identiteit als een kind van God moet alleen in Jezus Christus zijn. Ik lees Bijbelteksten die luiden: ‘Zijt heilig, want Ik ben heilig.’ Ik dacht altijd dat het tegenovergestelde van homoseksualiteit heteroseksualiteit was. Maar ik realiseerde me dat het tegenovergestelde van homoseksualiteit heiligheid is. God vertelde mij: „Leg de nadruk niet op je gevoelens. Leg de nadruk niet op je seksualiteit, maar leg de nadruk op een leven van heiligheid en het leven van een rein leven.””

Bron: samengesteld uit http://www1.cbn.com/700club/christopher-yuan-leaving-behind-double-life en enkele stukken uit zijn getuigenissen op YouTube.

Christopher Yuan is de auteur van het boek ”Out of a far country. A gay son’s journey to God”. 


Gepubliceerd: 19-01-2021

Ook interessant

ogen, verbond

Commentaar: Aanstootgevend LHBT-activisme

Welk fatsoenlijk mens wil ongevraagd zijn neus gedrukt krijgen op naaktposters van een transgender als hij argeloos het gemeentehuis bezoekt? Of van