Toen in 2019 het voorstel voor de Equality Act werd ingediend, verscheen op de website van The Gospel Coalition een alarmerend artikel van Andrew Walker. Hieronder leest u de vertaling. Goed om bij het lezen in het achterhoofd te houden: inmiddels is de Equality Act door president Joe Biden ondertekend.
Men verwacht dat een wetsvoorstel dat we kennen als de Equality Act (wet inzake gelijke behandeling) spoedig zal worden ingediend door de democraten in het Huis van Afgevaardigden. De bepalingen van de wet voegen de categorieën ‘seksuele oriëntatie’ en ‘genderidentiteit’ toe aan de lijst van beschermde groepen in de Civil Rights Act uit 1964.
Zoals ik in 2015 al heb geschreven, toen de Equality Act voor het eerst werd ingediend, vertegenwoordigt het wetsontwerp de meest indringende bedreiging voor de godsdienstvrijheid die men ooit in Amerika heeft voorgesteld. Het heeft namelijk betrekking op het onderwijs, de openbare huisvesting, werkgelegenheid en federale financiering. Als de wet zou worden aangenomen, zouden de ingrijpende gevolgen voor de godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van geweten niet alleen historisch maar ook huiveringwekkend zijn.
Het aannemen ervan zou de doodsklok doen luiden voor de hoop op ontspanning in de cultuuroorlogen die conservatieve christenen en hun lhbt-buren tegen elkaar voeren. Voor de progressieven zou het betekenen dat de winnaar alles krijgt. In de praktijk zou er in Amerika geen terrein van het leven zijn dat zonder kleerscheuren buiten het bereik van de Equality Act zou blijven. De gevolgen van de wet zouden voor de gewetensvorming van toekomstige generaties op langere termijn enorm zijn.
Steun voor de seksuele revolutie
Laat helder zijn: christenen verwerpen alle vormen van hatelijke discriminatie. Wij geloven dat alle personen, met inbegrip van degenen die zich identificeren als lhbt, geschapen zijn naar Gods beeld, en respect, vriendelijkheid en naastenliefde verdienen. Maar deze waarheid noodzaakt christenen niet om te capituleren voor de seksuele revolutie. Niet één christen die gelooft dat het Bijbelse beeld van de geschapen werkelijkheid zowel heilig als gezaghebbend is, kan de onderliggende principes van de wet gelijke behandeling accepteren. Door de ideeën zo te ordenen dat (1) seksualiteit geen ethische kerngrenzen heeft dan slechts het geven van toestemming, en dat (2) de definities van mannelijk en vrouwelijk meer een psychologische dan een biologische basis hebben, moet de Equality Act geïnterpreteerd worden als een aanval op christelijke regels. En vooral als een aanval op de rechten van de ouders – omdat het algemene onderwijs veranderd zal worden om het in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de wet. Het zal verder leiden tot de uitholling van onze publieke discussie, het type gedachtewisseling dat helemaal niets oplevert. Wij hoeven alleen maar te kijken naar Tim Gill, (die de beruchte opmerking maakte dat hij van plan is „de slechten te straffen” – de ‘slechten’ zijn degenen die de lhbt-politiek niet onderschrijven) of Mark Tushnet, professor in de rechten aan de Harvard universiteit (die degenen die het lhbt-beleid niet onderschrijven vergeleek met de nazi’s), om te zien hoe beladen dit gesprek geworden is.
Een kreet om zich te verzamelen
Voor de progressieven is de Equality Act de verzamelkreet die de legitimiteit van de ethiek van de seksuele revolutie voor altijd een vaste plaats wil geven in de federale wetgeving. Door de Equality Act zal niet alleen het aantal gewetensconflicten van christenen toenemen, maar het zal ook het Overton Window (Engelse uitdrukking, betekent: venster, raamwerk, spectrum van gedachtegoed dat het grote publiek accepteert) verschuiven en daarmee het tempo van antichristelijke vooringenomenheid in de maatschappij verhogen. Het is vanzelfsprekend dat christenen vervolgingen en niet-christelijke vooringenomenheid verwachten. Dat heeft onze Heere Jezus immers voorzegd. Maar de woorden van onze Heere hoeven niet te betekenen dat we vervolgingen moeten verhaasten.
De tragedie van het ogenblik is dat vele progressieven, die de culturele wind in de rug voelen, geen belangstelling hebben getoond voor welwillendheid ten opzichte van degenen die met hen van mening verschillen als het over zaken gaat als seksualiteit en gender. Let eens op het vernietigende opinieartikel geschreven door de actrice Cynthia Nixon, die in de Washington Post vicepresident Mike Pence bedrieglijk noemde, omdat hij vasthoudt aan een cultureel conservatief wereldbeeld met betrekking tot seksualiteit en gender. Volgens Nixon hebben christenen niet alleen ideeën waarmee ze het persoonlijk oneens is; ze kan ook niet begrijpen hoe een groep mensen er ideeën op na kan houden die zij als giftig en immoreel verwerpt.
Cultureel afgekeurd is niet hetzelfde als moreel verwerpelijk
Maar waarom is, op het niveau van publiek beleid, steun voor de Equality Act volkomen onacceptabel? Omdat het niet om een neutraal standpunt gaat. Wie de wet steunt, zegt dat christelijke standpunten over wat het betekent om mannelijk en vrouwelijk te zijn, en hoe het huwelijk gedefinieerd moet worden, onverenigbaar zijn met wat de Amerikaanse wet beschouwt als betamelijk, redelijk en welwillend. De Equality Act maakt geen zinvolle onderscheidingen wat status of gedrag betreft. Zij behandelt de christelijke bakker die haar creatieve talenten niet wil gebruiken om een bruidstaart te maken voor twee mensen van hetzelfde geslacht op dezelfde wijze als iemand die vanwege zijn dwaasheid en onverdraagzaamheid een lhbt’er een tafel in een restaurant weigert. Kortom, de Equality Act zet een isgelijkteken tussen christelijke ethiek aan de ene kant en haat en onverdraagzaamheid aan de andere kant. Bovendien, als het nieuwe wetsvoorstel hetzelfde voorstel is als wat men al eerder heeft ingediend, dan heeft het een specifieke –en een ongelooflijk aanmatigende– bepaling die de Religious Freedom Restoration Act (Wet voor Religieuze Vrijheids Rehabilitie) uitholt, zodat men niet meer in beroep kan gaan in situaties waar de Equality Act van toepassing is. Zij gooit duidelijk constitutionele en statutaire precedenten overboord en onderwerpt ze aan de steeds veranderende normen van ‘genderidentiteit’ en ‘seksuele oriëntatie’.
Christenen moeten zich veel meer inspannen als het gaat om de principes en de verdiensten van wat ze geloven omtrent gender en seksualiteit. Wij geloven niet dat dit alleen maar sektarische waarheden zijn die alleen maar van toepassing zijn op christenen. Integendeel, we geloven dat Gods scheppingsorde in Genesis de gids is voor de ontplooiing van de mens. Als we niet strijden voor de legitimiteit en de redelijkheid van onze principes, dan komen ze op een zijspoor terecht waar ze intolerant en schadelijk genoemd worden – en dat is nadelig voor alle mensen.
Sommige meningen en standpunten in een maatschappij –bijvoorbeeld racisme– zijn moreel verwerpelijk. Toch laat ons constitutionele stelsel zulke opvattingen bestaan in de marge van onze samenleving. Als het noodzakelijk wordt geacht, worden ze verhinderd omdat de wet om gelijke behandeling vraagt. Er zijn ook standpunten die miljoenen Amerikanen welwillend hanteren, die, cultureel gezien, afgekeurd worden, vooral opvattingen over de definities van man en vrouw en de definitie van het huwelijk. Maar wat in cultureel opzicht afgekeurd wordt, is niet noodzakelijkerwijs synoniem voor wat moreel verwerpelijk is. Men kan meningen of standpunten oprecht en welwillend huldigen, ook al genieten die geen culturele steun. Het is belangrijk dat wetgeving die zich ten doel stelt alle kanten te beschermen, dit begrijpt. Federale wetten die niet differentiëren tussen impopulaire culturele standpunten en moreel verwerpelijke standpunten, of wetten die impliceren dat impopulaire culturele standpunten per definitie moreel verwerpelijk zijn, zijn wetten die evangelicalen niet kunnen steunen. De Equality Act faalt niet alleen in dit opzicht, maar zij draagt ook bij aan de achteruitgang van begrip en burgerlijk pluralisme.
De zorgen die hier worden uitgesproken zeggen niets over de dwaasheden van het wetsvoorstel zelf. Zoals een panellid bij de Heritage Foundation suggereerde: de Equality Act moet eigenlijk de ‘wet inzake het uitwissen van de vrouw’ heten, omdat het vastleggen van de genderideologie in de wet, inhoudt dat het vrouw-zijn (en het man-zijn) zal verworden tot een psychologische fantasie.
Verzet tegen de Equality Act
Wij moeten ons verzetten tegen de Equality Act. Elk christelijk lid van een wetgevend lichaam of een conservatieve wetgever die de dringende noodzaak van de christelijke vrijheid begrijpt, moet zich tegen de wet verzetten. Anders zullen met één pennenstreek de steunpilaren van de geschiedenis van de mens –de ideeën dat het huwelijk een complementaire verbintenis is van een man en een vrouw en dat mannelijk en vrouwelijk onveranderbare, biologische werkelijkheden zijn– weggegooid worden in de vuilnisbak van de geschiedenis. Als de progressieven hun zin krijgen, dan zou de Equality Act de ‘Right Side of History’, waar zij telkens weer een beroep op doen, binnenbrengen.
De tijd waarop de Equality Act gepubliceerd wordt, komt op een moment dat door de voorzienigheid is bepaald. Juist vorige week werd de christelijke bakker Jack Phillips –van de beruchte rechtszaak van het ‘Meesterstuk gebak’– tegen wie klachten van discriminatie waren ingediend, in Colorado, ontslagen van rechtsvervolging. Waarom? Men oordeelde dat de Commissie voor de Burgerrechten in Colorado de godsdienstige overtuiging van Phillips met minachting behandeld had. Juist als men hoopt dat de regering een les zou leren uit de weigering om individuen als Phillips te straffen, die met liefde en welwillendheid jegens alle mensen vasthouden aan hun geloof, komt de Equality Act eraan om hetzelfde type anti-christelijk vooroordeel te verankeren in de Amerikaanse wetgeving.