Zet kinderen niet onder druk met genderkeuze, kopte de Telegraaf vrijdag 19 maart. Het bijbehorende opinieartikel werd geschreven door Elise van Hoek, moeder en manager Onderzoek en Beleid bij de NPV-Zorg voor het leven. In haar bijdrage waarschuwt ze tegen de ideeën die Rutgers –”kenniscentrum voor seksualiteit”– op basisscholen probeert te verkondigen. Op het stuk werd massaal gereageerd. „Bijna alleen maar bijval.”
Waarom schreef u het artikel?
„Het onderwerp volg ik al langer, vanuit urgentiebesef. Steeds vaker en op steeds meer plekken gaat het over gender, transgender, intersekse, dat soort zaken. Waarom? Waar komt het vandaan? Wat zit erachter? Ik kreeg er geen grip op. Daarom ben ik me erin gaan verdiepen.
Het voorlichtingsmateriaal dat kinderen krijgen volg ik ook al langer. Dat komt doordat ik eens van een vriendin een folder kreeg die haar 11-jarige zoon had gekregen tijdens een standaardbezoek van leerlingen uit groep 7 aan de jeugdverpleegkundige. Daarin werden homoseksualiteit, transgenderisme, biseksualiteit allemaal op één lijn gezet. Er werd niet gesproken over genderdysforie, maar het werd gepresenteerd als een normale variatie.
Die folder kwam uit 2018. Ik liet ’m zien aan een mij bekende hulpverlener. Zij pakte er een folder uit 2016 bij. We vergeleken ze. Wat bleek? In die oudere folder werd helemaal niet gerept over transgenderisme. In de nieuwste wel twaalf keer.
En toen kwam Rutgers een paar weken terug met een handreiking en nieuwe informatie op haar website, in het kader van de Week van de Lentekriebels. Daarin werd de genderkoek van Sam Killerman, een activist en comedian, behandeld. Toen voelde ik: hier moet tegen gewaarschuwd worden. Daarom schreef ik het stuk.”
In het Telegraaf-artikel legt Van Hoek uit wat de genderkoek is: „De genderkoek lijkt op een zelfgebakken koekje, een poppetje waaraan je niet kunt zien of het een mannetje of een vrouwtje is. Kinderen horen dat ze niet als jongetje of meisje worden geboren, maar dat ze hun sekse bij de geboorte krijgen ‘toegewezen’. Maar hun genderidentiteit staat niet vast, die moeten kinderen zelf ontdekken, accepteren en kiezen, volgens Rutgers. Het idee is dat ‘alle combinaties’ mogelijk zijn. ’Het is meestal niet zo afgelijnd en vaak variabel. Het is niet of/of. Soms zelfs en/en. Een beetje dit, een beetje dat.’ Wat blijft hangen van al deze theorieën is een gevoel van verbazing. Wat weet Rutgers wat de rest van de bevolking is ontgaan? Een deugdelijke onderbouwing ontbreekt.”
Hoe kan het dat dit op basisscholen mag worden verteld?
„Dat vraag ik me dus ook af. In sommige landen is die genderkoek trouwens verboden. Daar zien ze wél de gevaren in van het verspreiden van zulke onwetenschappelijke ideeën.
Rutgers doet alsof identiteit, geslachtelijkheid en gender een soort keuzemenu is, terwijl de gevolgen voor een kind echt schadelijk kunnen zijn. Hoe kan het ook dat de vraag naar transgenderzorg zo enorm is gestegen de afgelopen jaren? Dat zou toch heel argwanend moeten maken?
Ik zou iedereen willen oproepen om zich te verdiepen in het ontstaan van de genderideologie. Dan ga je vanzelf inzien hoe gevaarlijk de ideeën van die beweging zijn. Lees bijvoorbeeld het boek ”De seksuele revolutie” van Gabriele Kuby.”
Hoe waren de reacties op het opinieartikel?
„Ik heb ongelofelijk veel bijval gehad. Persoonlijk kreeg ik vele tientallen reacties, en op sociale media waren er ook heel veel reacties. Bij elkaar wel duizenden, denk ik.
Ik zag bijvoorbeeld wat reacties in de trant van: „Dit is dus waarom ik als niet-gelovige mijn kind naar een christelijke school stuur. Daar doen ze niet aan dit soort onzin mee.”
Een moeder schreef me dat bij hun thuis ook termen als trans en bi over tafel gaan, en dat ze daar niet zo goed raad mee weet. En een andere moeder: „Het is blijkbaar hip als je trans bent.” Een vriendin die huisarts is, zei: „De maatschappij zit er vol mee. Ik zie deze kinderen ook op mijn spreekuur. En dan? Wat voor begeleiding krijgen ze als ik ze naar de speciale poli voor genderdysforie van de geestelijke gezondheidszorg verwijs?”
Reageerde Rutgers?
„Nee. Nog niet, in ieder geval.”
SGP en ChristenUnie gaan naar aanleiding van het opiniestuk Kamervragen stellen.
„Ja, daar ben ik blij mee. Het zou wel mooi zijn als ook andere partijen vragen gaan stellen. Dit is namelijk geen christelijke discussie. De genderideologie staat niet alleen haaks op de Bijbel, maar staat gewoon haaks op de ratio, de wetenschap. Er wordt echt een andere werkelijkheid gecreëerd. Deze ideeën van Rutgers zijn in strijd met de realiteit. De wetenschappelijke onderbouwing komt uit genderstudies.
Forum voor Democratie beloofde op de vrijdag dat het stuk in de krant stond ook Kamervragen te gaan stellen, maar verder heb ik nog niets van hen gehoord.”
Wat gaat er volgens u zoal mis in het maatschappelijke debat over gender?
„Bijvoorbeeld het gebruik van de term lhbti+. Die afkorting zet mensen op het verkeerde been. De eerste drie letters hebben niets met de t en de i te maken. Tot welk geslacht je je seksueel aangetrokken voelt, is wat anders dan genderdysforie of intersekse. Die laatste twee dingen zijn een psychologische en medische aandoening. Die moet je niet op één hoop gooien met vormen van seksuele gerichtheid. Het zijn twee verschillende thema’s. Ik zou er dus voor pleiten om die afkorting te ontrafelen. Daarmee zou je ook recht doen aan de mensen die persoonlijk met deze problemen te maken hebben.”