Een homo-ouder in de school

man-man-zoon-dochter
Leestijd: 5 minuten

‘De nieuwe Kamervoorzitter Bergkamp is getrouwd met haar partner. Het stel heeft twee dochters.’ Zo besloot op 7 april 2021 een artikel in het Nederlands Dagblad. Het laatste zinnetje bracht bij mij een stroom van gedachten op gang.

Ruim eenentwintig jaar geleden werd onze oudste zoon geboren. „Hij heeft het kinnetje van je moeder,” zei de gyneacologe, die mijn moeder in het ziekenhuis ontmoet had.  Een ander, die dichter bij de familie van mijn man stond, oordeelde dat hij veel van hem had. Hoe het ook zij, hij en de andere kinderen die God ons gaf, waren ontstaan uit de innige huwelijksgemeenschap tussen een man en een vrouw.

Sinds twintig jaar kunnen mensen van hetzelfde geslacht ook zo’n huwelijk aangaan – daarvoor waren er overigens ook al gemeenten die dicht tegen een huwelijkssluiting aan zaten als ze paren een samenlevingscontract lieten tekenen.

Een kind krijgen als homoseksueel stel was lastiger. Sinds de jaren tachtig kunnen lesbische stellen via kunstmatige inseminatie zwanger worden, maar pas in 2014 is bijvoorbeeld de wet Lesbisch ouderschap ingevoerd. In datzelfde jaar kwam er ook erkenning voor mannen die samen een kind wilden, al was het juridisch nog steeds erg lastig.

Gewoon!
Inmiddels groeien er dus jongeren op in een gezin van twee vrouwen of twee mannen. Uit onderzoek van hoogleraar homoseksueel ouderschap Henny Bos blijkt dat zij zich hetzelfde ontwikkelen als kinderen die een vader en een moeder hebben (Volkskrant, 16 oktober 2018). Ze doen het even goed op school, hebben contacten met anderen en worden niet méér gepest dan kinderen uit een gezin met een vader en een moeder. Het is wel bekend dat jongeren met twee vaders of twee moeders vaker dan gemiddeld zelf ook homoseksuele gevoelens hebben.

Dat het gewoon gevonden moet worden laat onder andere een brochure zien die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap/directie Emancipatie ontwikkeld is voor scholen: Gewoon homo op de basisschool. De brochure heeft hoofdstukjes met titels als ”Gewoon voor kinderen?” en ”Suggesties voor afspraken met homo-ouders”. Uitgangspunt is dat kinderen uit dit soort gezinnen zich veilig moeten voelen op school en homo-ouders zich welkom moeten weten.

De natuur
De vraag rijst op of we het echt zo gewoon moeten vinden dat er kinderen opgroeien in een gezin met twee moeders of twee vaders. De Bijbel leert niet dat we mensen buiten moeten sluiten, maar keert zich wel tegen zonden van mensen.

En dan is het dus als christen ongeoorloofd om het gewoon te vinden als twee vrouwen of twee mannen samen een kind of meerdere kinderen hebben. De natuur leert ons al dat het onmogelijk is dat er in zo’n geval een eenheid komt zoals de Heere God die bedoelde toen Hij Eva aan Adam gaf. Het tot één vlees zijn (Genesis 2: 24) kan eenvoudig niet als je homo bent – hoe je het ook wendt of keert. Geestelijk één kun je wellicht wel zijn, dat is immers ook mogelijk tussen twee vrienden, tussen familieleden, broers, zussen, enzovoort. Maar met die eenheid schep je geen nieuw leven.

Noodgrepen
Voor kinderen binnen homogezinnen zijn heel wat noodgrepen nodig. Mensen kunnen kinderen adopteren. Ze kunnen via donatie een kind krijgen, waarbij een zaadcel van een donorman nodig is voor het lesbische paar. Of ze kunnen een draagmoeder het kind laten krijgen. De laatste twee manieren staan ver bij het Bijbels denken vandaan. Kinderen zijn geen producten van doe-het-zelf-werk, maar ontstaan tijdens liefdevolle gemeenschap tussen man en vrouw.

Gewenning en scherp blijven?
We moeten niet wennen aan iets ongewoons als kinderen in een gezin van twee vrouwen of twee mannen. Gewenning aan een on-Bijbelse relatie (en dat is het toch, zelfs de Basisbijbel noemt het woord walgelijk als het gaat om gemeenschap tussen twee mannen) maakt dat je de zonde minder scherp hebt en op den duur zelfs oogluikend goedkeurt. Je ziet hoe gelukkig kinderen en homo-ouders zijn. En vanuit die constatering denk je dat geluk van God komt en dat het dus oké is wat zij gedaan hebben. Of zoals ik een transgender eens hoorde zeggen: „Jezus heeft mij lief zoals ik ben, dus de ander moet mij ook accepteren vanuit Jezus’ liefde…”

Onze houding
Natuurlijk houdt ‘niet wennen aan on-Bijbelse zaken’ niet in dat we kinderen of jongeren van homo-ouders mogen negeren of zelfs pesten. Evenmin dat we homo-ouders op school de rug toekeren. Als leerkracht of docent is het goed om je te verdiepen in de rechten van homo-ouders. Eveneens kan het goed wezen om eens te googelen op de vooroordelen die er zijn.

Heb oog voor de nood van de ander, want die is er! Kom niet meteen met pasklare antwoorden, want die zijn er lang niet altijd

Daarnaast moeten we hen net zo liefdevol benaderen als ieder ander stel Het zijn ook mannen en vrouwen met gevoelens als ieder ander – en dus ook met een kinderwens! Daar moeten we niet licht over denken. Juist omdat het niet zo eenvoudig is om kinderen te krijgen, is hun keuze voor kinderen weloverwogen en ging nogal eens gepaard met veel vragen.

Mocht je een collega hebben die zich hierover uit, ga dan niet meteen veroordelend spreken, maar luister allereerst. De kinderwens van een man en een vrouw kan net zo egoïstisch óf net zo verlangend zijn, als die van een homopaar. Heb oog voor de nood van de ander, want die is er! Kom niet meteen met pasklare antwoorden, want die zijn er lang niet altijd.

De manier van leven van homostellen mogen we echter nooit goedkeuren of gewoon gaan vinden – zo van: tegenwoordig is er nu eenmaal deze variëteit aan gezinnen. En daar waar de openheid tussen jou en je collega er is, kun je dit wellicht ook benoemen zonder zwart-wit te zijn.

Vooroordelen van de andere kant („die christenen zijn overal tegen”) kunnen niet altijd weggenomen worden. Zeker niet als de media weer eens ergens overheen rollen en heel Nederland „Ooooh!” roept. Vooroordelen kunnen in een open relatie tot de ander soms wel eerlijk besproken worden en waar mogelijk ook ontkracht. En ja, dan kan het heel confronterend zijn en vraagt het om ongelofelijke wijsheid, als je collega dan tegen je zegt: „Jij vindt zeker dat ik naar de hel ga als ik homo ben?” Jezelf toerusten vanuit de Bijbel en de juiste, wijze woorden paraat hebben op het goede moment moet een gebedszaak zijn.

Ook de kinderen van homostellen mag niets verweten worden. Zij kunnen er niets aan doen dat ze in zo’n gezin opgroeien.

Vriendelijkheid is veel sterker dan afweer of haat

Als er een kind uit zo’n gezin bij je speelt en op de een of andere manier hardop constateert dat er bij jullie wel een man is, mag je eenvoudig uitleggen hoe jij het ziet. Maak het onderwerp bespreekbaar bij je pubers, zeker bij hen die naar gewone christelijke scholen gaan of niet-religieus getint onderwijs volgen. De jongere uit een homogezin kan een klasgenoot of collega zijn. Sterker nog, het kan de vriend of vriendin van je kind worden.

Ten slotte
Vriendelijkheid is een groot goed, juist nu! Het was de vriendelijkheid van een predikantsechtpaar (en Gods genade!) die de lesbienne Rosaria Butterfield deed besluiten haar oude leven achter zich te laten. Vriendelijkheid is veel sterker dan afweer of haat. En het is het sterkst als we zelf vasthouden aan wat God puur en onveranderd in Zijn Woord leert! Ja, dan is de zonde van homoseksuele uitleving een gruwel in Zijn ogen, maar hij of zij die zijn of haar zonde belijdt en laat is welkom bij Hem (Spreuken 28:13). Is dat geen rijk Evangelie?

Ook interessant

ringen

Commentaar: Polyamorie als anomalie

”Een open relatie, wanneer werkt dat?” kopte Psychologie Magazine onlangs. In het artikel vertellen drie stellen openhartig over hun keuze voor polyamorie,

Commentaar: Ouders opzijgeschoven?

Hebt u ook problemen met de volgende zinsnede? „Wanneer een leerling binnen de school blijk geeft van een homoseksuele relatie met een