Demissionair ministers Dekker (Rechtsbescherming) en Van Engelshoven (Emancipatie) dienden begin mei een voorstel tot wijziging van de Transgenderwet in bij de Tweede Kamer. Ze bepleiten bijvoorbeeld het afschaffen van een deskundigenverklaring voor het aanpassen van een geslachtsregistratie. De minimumleeftijd waarop zo’n wijziging van het geslacht mogelijk is, zou ook moeten vervallen. NPV-Zorg voor het leven is bezorgd over het wetsvoorstel en stuurde de Tweede Kamer eind juni een brief.
In de brief noemt de NPV zeven argumenten waarom ze het wetsvoorstel problematisch vindt. Ten eerste ontbreekt een afgewogen onderbouwing van de voorgestelde wetswijzigingen. Het evaluatierapport van de Transgenderwet –deze evaluatie was aanleiding voor het wetsvoorstel– is te summier en „de respondenten verschillen sterk van mening.”
Verder gaat NPV-directeur Diederik van Dijk, ondertekenaar van de brief, in op de afschaffing van de minimumleeftijd voor jongeren die hun geslachtsregistratie willen aanpassen. „Het wetsvoorstel maakt het mogelijk ouders uit te sluiten bij het nemen van een (…) ingrijpende beslissing. Dit zou roekeloos zijn en een onaanvaardbare ontkenning van de ouderlijke verantwoordelijkheid in de ontwikkeling van hun kinderen.”
Ten slotte pleit de Nederlandse Patiëntenvereniging voor een open debat over gender en geslacht. „Zorgwekkend is het dat in onze samenleving het voeren van een inhoudelijk, open en democratisch gesprek over geslacht en gender nauwelijks mogelijk lijkt. Uitingen lijken zich te verharden en alle nuance vervaagt.”
Wat willen demissionair ministers Dekker en Van Engelshoven precies? In het wetsvoorstel bepleiten ze vier veranderingen:
1. Wie bij de burgerlijke gemeente zijn geslacht wil laten aanpassen, heeft geen deskundigenverklaring meer nodig. Rijksoverheid.nl zegt dat het volgens zorgverleners niet vast te stellen is of er bij iemand sprake is van een duurzame overtuiging om tot het andere geslacht te behoren. „En belangenorganisaties als Transgender Netwerk Nederland, de Nederlandse organisatie voor seksediversiteit en COC Nederland geven aan het een inbreuk op het zelfbeschikkingsrecht van individuen te vinden.”
Daarom moet het volgens het voorstel eenvoudiger. Iemand zou slechts per brief zijn of haar wens tot aanpassing van de geslachtsregistratie in te hoeven dienen. Vier tot twaalf weken later moet er een bevestiging van die wens opgestuurd worden. Daarna kan de aanpassing in gang worden gezet.
2. Er wordt een nieuw artikel aan de wet toegevoegd. Wie zijn geslacht één keer wil aanpassen, kan dat laten doen bij een ambtenaar van de burgerlijke stand. Wie zijn geslacht voor een tweede keer wil aanpassen, kan ook nog bij het gemeentehuis terecht. Een „derde of volgende” geslachtsverandering is „mogelijk na een verzoek bij de rechtbank.”
3. In de huidige Transgenderwet moet je minimaal 16 jaar zijn om je geslachtsregistratie aan te passen. Die leeftijdsgrens vervalt. Kinderen jonger dan 16 jaar moeten hun verzoek wel via de rechtbank indienen. „De leeftijdsgrens vervalt, omdat belangenorganisaties en een deel van de ouders bepleiten dat sommige jongeren al voor hun zestiende jaar met een ander gender dan het geslacht aangewezen bij geboorte door het leven gaan”, aldus Rijksoverheid.nl.
4. Voor een aanpassing van je geslachtsregistratie moet iemand nu nog naar zijn of haar geboorteplaats. De wetswijziging wil dat mensen zo’n aanpassing ook in hun huidige woonplaats kunnen laten regelen.
Het is onbekend wanneer het wetsvoorstel (klik hier om het te lezen) in behandeling wordt genomen.
Het wetsvoorstel lijkt, volgens de NPV, uit te stralen dat het om kleine aanpassingen gaat. Maar, zo valt in de brief te lezen, „wij menen dat het bij dit voorstel niet om ‘slechts een letter’ gaat, maar om fundamentele zaken. Daarom vinden wij discussie en debat over deze wijziging cruciaal.”
Lees de hele brief hier.