De boycot van ”When Harry became Sally” als symptoom

yender-gonzalez-lX5OfZFjHWk-unsplash
Leestijd: 9 minuten

De normalisering van het abnormale

Soms zeggen reacties op een cultuurkritisch publicatie meer over het soort samenleving waarin we leven, dan het boek zelf. ”When Harry became Sally” (Toen Harry veranderde in Sally) is een boek dat subtiel de titel van een romantische comedy vertaalt naar het genderdebat. Hoewel het bij de verschijning ervan in 2018 een bestseller werd, had het boek in februari 2021 de twijfelachtige eer om geboycot te worden door Amazon, de grootste boekenverkoper in de wereld. Waarom eigenlijk? Amazon deed er aanvankelijk het stilzwijgen toe.

Het was wel een vreemde zaak. De auteur, dr. Ryan Anderson had vol bewogenheid en feitelijk correct geschreven over het verschijnsel transgender. Waarom moest dit boek de mond gesnoerd worden? Zeker in het licht van ander materiaal dat de gigant zonder een wenkbrauw te lichten, verkocht en ook anno 2021 op de markt brengt, wekt dit bevreemding.

Amazon was duidelijk bang voor het effect dat dit boek had op de publieke opinie over transgender. Nog voor het boek verscheen, was uit de intekeningen vooraf duidelijk dat het boek een mega-bestseller zou worden. „Ryan T. Anderson’s new book isn’t even out yet, but it has already hit Amazon bestseller lists”, zo waarschuwde de linkse Washington Post op 2 februari 2018. De directie van Amazon las mee, maar deed aanvankelijk niets. Mogelijk moet dat in verband gebracht worden met het presidentschap van Trump die negatief stond ten opzichte van Obama’s genderbeleid. Pas toen het boek als bestseller een doorn in het oog was geworden en Biden aan de macht was gekomen, nam het bedrijf de ongekende censuurmaatregel om ”When Harry became Sally” te boycotten. Wie vijftig procent van de gedrukte boekenmarkt van Amerika in handen heeft, kan inderdaad actief het publieke debat sturen, alleen al door angst te veroorzaken waardoor auteurs zelfcensuur gaan toepassen. Vooral in een klimaat waar de meeste andere uitgevers links-liberaal zijn.

Eerlijk?
Los van inhoudelijke vragen rond Bijbelse moraal, hoe rechtvaardig was dit optreden van Amazon praktisch gesproken?  Het ”Handboek voor Anarchisten”,”Lesbian vampire killers”, pornografische seksverhalen waarbij vrouwen uitgebuit en mannen vervuild worden; en zelfs ”Mein Kampf” van Hitler; je kunt voor al die boeken terecht bij Amazon, anno 2021.

When Harry became Sally” was echter volgens Amazon zo verwerpelijk in vergelijking daarmee, dat het vroeg om de uitzonderlijke maatregel van een boycot. Het moest dus wel heel een heel vreselijk boek zijn. Zoiets valt vrij gemakkelijk uit te leggen, zou je denken. Echter, Amazon, een machtig superbedrijf en deel van Big Tech door zijn data opslagplaatsen, deed er het zwijgen toe. Het heeft bijna 1 miljoen werknemers, maar niemand kreeg even tijd om het uit te leggen waarom een net boek met feitelijke informatie en een psychiatrische visie die tot 2013 gemeengoed was, erger was dan”Mein Kampf”.

Gedwongen antwoord
Onder politieke druk doorbrak Amazon het aanvankelijke stilzwijgen. Niet vrijwillig maar gedwongen door de republikeinse senatoren Rubio, Hawley, Braun, en Lee, die Amazon beschuldigden van overtreding van de wet.  Daarop kwam Amazon in maart met een gedwongen en juridisch zorgvuldig afgewogen verklaring voor de boycot (11 Maart 2021). Ik citeer uit de brief van Amazon (bron: Wall Street Journal, vertaling auteur):

„Wat betreft uw specifieke vraag over When Harry Became Sally, we hebben ervoor gekozen geen boeken te verkopen waarin de LGBTQ+-identiteit als een psychische aandoening wordt beschouwd. De antwoorden op uw vragen zijn als volgt: Heeft Amazon in 2018 discussies gehad voordat Toen Harry Became Sally voor het eerst werd gepubliceerd over de inhoud die verband hield met uw gemeenschapsnormen? Zo ja, geef dan documentatie mee waarin wordt uitgelegd waarom het boek destijds op het platform was toegestaan. Ja. We denken zorgvuldig na over de inhoud die we in onze winkels beschikbaar stellen, en we evalueren onze aanpak regelmatig. Zoals hierboven beschreven, hebben we ervoor gekozen geen boeken te verkopen die de LGBTQ+-identiteit framen als een psychische aandoening.”

Anderson reageerde op deze verklaring in een interview met The National Catholic Register (12 maart 2021): „Amazon heeft eindelijk gereageerd. Iedereen is het erover eens dat genderdysforie een ernstige aandoening is die veel leed veroorzaakt. Er is echter een debat gaande over de vraag over hoe patiënten die genderdysforie ervaren, het beste kunnen worden behandeld. Amazon wil dat de mond snoeren.” Anderson wees vervolgens op tegenstrijdigheden in het beleid van Amazon. Waarom werd zijn boek verwijderd, terwijl professionele boeken die de diagnose en behandeling van genderdysforie als geestesziekte behandelen, beschikbaar blijven voor verkoop op het platform?

Ideologie en werkelijkheid
Dat brengt ons bij de kern van de zaak. Het gaat niet slechts om het commerciële verbod op een boek. De boycot van “When Harry became Sally” in de context van de genderideologie, die in alle aspecten van de Westerse samenleving zijn intrede heeft gedaan, is een symptoom. Waarvan? Van de normalisering van het abnormale in onze samenleving. Wij moeten wat tot voor kort medisch wetenschappelijk werd beschouwd als een geestelijke afwijking als normaal gaan zien. Wie dat niet wil, kan het etiket transfobie opgeplakt krijgen. De conservatieve Joodse denker Dennis Prager zei onlangs dat het ons tot nadenken moet stemmen dat de linkse ideologen het openbare taalgebruik volledig in handen hebben en aan banden leggen. Wie het niet met hun eens is, wordt meteen gebombardeerd tot moslimhater, antisemiet, en wie de genderideologie niet omarmt, lijdt aan transfobie. Prager vindt het tekenend dat het nieuwe vocabulaire geen woord heeft voor christen-hater, terwijl christenen de meeste kans lopen om vanwege het uitleven van hun geloofsovertuiging vermoord en gecanceld worden.

Wat je zegt dat ben je zelf?
Medisch gesproken is genderdysforie een afwijking van de normale psychische gesteldheid die met een zodanig lijden gepaard gaat dat de betreffende persoon medische behandeling zoekt. Dat blijkt al uit het begrip zelf: “dysforie” is het tegenovergestelde van “euforie” en betekent angst, somberheid, prikkelbaarheid. Anders dan bij (hoogst uitzonderlijke) biologische verschijnselen als interseks werd geslachts-dysforie in de psychiatrische wetenschap tot voor kort altijd beschouwd als een ‘mental disorder’. Volgens de oude consensus was interseks, waarbij zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen in een persoon ontwikkelen, een ‘condition’, een biologische realiteit. Uit die optiek, die ook voorgestaan wordt door Anderson, is er een groot verschil met genderdysforie. Dit is geen biologisch gegeven maar een ‘mental state’ die niet overeenkomt met de biologische werkelijkheid van de patiënt. Op dat punt heeft het overeenkomst met geheel andere aandoeningen, zoals koning Charles VI die dacht dat hij van glas gemaakt was. Voor hem was het echt, maar biologisch was het echt onwaar. De gedachten die de patiënt heeft, komen dus niet overeen met de werkelijkheid. Bij transgender gaat dit heel diep en raakt het ook de identiteit van de persoon (het geslacht waarmee hij zich wil identificeren) en hoe hij of zij in het leven staat en zich verhoudt tot anderen. Het gevolg daarvan is een benauwend gevoel van dysforie, van ongemak om voor je gevoel in het verkeerde lichaam opgesloten te zitten.

Verschuiving
In 2013 veranderde de Amerikaanse organisatie voor psychiatrie de medische aanduiding voor transgender in dysforie. Niet omdat het inhoudelijk geen stoornis meer was die niet meer om een medische behandeling zou vragen, maar om politiek correcte reden:

„DSM-5 heeft tot doel stigmatisering te voorkomen en klinische zorg te bieden aan personen die zichzelf zien en voelen als van een ander geslacht dan hun toegewezen geslacht. Het vervangt de diagnostische naam ‘genderidentiteitsstoornis’ door ‘genderdysforie’ en maakt andere belangrijke verduidelijkingen in de criteria.”[1]

Behalve het voorkomen van stigmatisering was er ook een economisch motief. De verandering van de definitie beoogde om vergoeding bij ziekenfondsen te vergemakkelijken voor een veel grotere groep mensen dan die volgens de oude regels geacht werden aan ‘gender disorder’ te lijden.

Helemaal doen alsof transgender normaal was geworden, ging niet. De verklaring van de psychiaters maakte daar geen geheim van:

„Als het gaat om toegang tot zorg, omvatten veel van de behandelingsopties voor deze aandoening counseling, geslachtshormonen, geslachtsaanpassende chirurgie en sociale en juridische overgang naar het gewenste gender. Om verzekeringsdekking voor de medische behandelingen te krijgen, hebben individuen een diagnose nodig. De Seksuele en Gender Identity Disorders Werk Group was bezorgd dat het verwijderen van de aandoening als een psychiatrische diagnose – zoals sommigen hadden gesuggereerd – de toegang tot zorg in gevaar zou brengen.”

De veranderde definitie beoogde om te verzekeren dat de behandeling en medische ingrepen daaraan verbonden vergoed zouden blijven worden door de verzekering. De nieuwe therapeutische neemt zijn uitgangspunt in het gevoelen van de patiënt, in dysforie; niet meer in een objectieve vaststelling van disorder/afwijking. Dat bracht risico’s met zich mee, niet in het minst voor jongeren. De overgrote meerderheid, statistisch meer dan 85 procent, van kinderen en tieners die zich in het verleden meldden bij psychologen voor het gevoel tot het andere geslacht te behoren, of te willen zijn, groeide er op natuurlijke wijze overheen. Vanuit de oude situatie gezien, kan de herdefinitie dus leiden tot onnodig medisch ingrijpen.

Bijdragende factoren
Daarbij kwam dat er sociale factoren zijn die de dysforie aanhelpen of veroorzaken. Anderson wijst in zijn boek op voorbeelden. Wie een dominante moeder heeft, die doorlopend laat merken dat ze eigenlijk een meisje had willen hebben, loopt een grotere kans als jongen om genderdysforie te ontwikkelen. Een andere risicofactor is seksueel misbruik. Bij volwassen transgender personen is er een onevenredig groot percentage (ten opzichte van de gemiddelde bevolking), dat werd misbruikt als kind. Het vaktijdschrift voor Transgender geeft aan dat waarschijnlijk meer dan de helft, 55% van alle volwassenen die lijden aan genderdysforie als kind, voor de leeftijd van achttien jaar een ongewenste seksuele ervaring heeft opgedaan.[2]

Dat stemt tot nadenken, ook voor het politieke beleid ten aan zien van transgender. Immers, zelfs onderzoek uit progressieve hoek laat zien dat van mannen die als kind misbruikt zijn tenminste 35% ook zelf misbruiker wordt.[3] Die kans is dus meer dan driemaal groter dan bij de gemiddelde man.

Soms worden de resultaten van dergelijke onderzoeken gepresenteerd over mannen en vrouwen gezamenlijk. Dat is misleidend. In tegenstelling tot mannelijke slachtoffers van seksueel misbruik, worden misbruikte vrouwen zelden, in de regel nooit, zelf misbruikers. Wie dan het resultaat van vrouwen en mannen gezamenlijk presenteert, kan doen of het wel meevalt. Misbruikte mannen zijn echter gemiddeld (voor de meesten geldt het gelukkig niet) statistisch aantoonbaar een risicogroep ten opzichte van de rest van de bevolking. Die trend is ook te zien bij de medische analyse van het gedrag van biologische mannen die als transvrouwen identificeren, vergeleken met die van transmannen (biologisch vrouw maar identificerend als man). Een analyse van de meta-data wijst erop dat bijna dertig procent van de ‘transvrouwen’ in Amerika HIV heeft en bijna vijftig procent zich schuldig maakt aan gevaarlijk seksueel gedrag.[4] Dit gedrag belast de gezondheidzorg, beïnvloedt de levensverwachting en komt met een socio-economisch kostenplaatje voor de samenleving.

Geen verlichting nood op lange termijn
Daarbij komt dat hormoontherapie en cosmetische genderchirurgie op lange termijn (twintig jaar) niet tot verlichting van de psychische nood van transgender patiënten blijkt te leiden. In dat opzicht lijkt er een parallel te zijn met de behandeling van intersekse patiënten, zelfs uit het onderzoek van de zeer progressieve dr. Money van Harvard, aan wie veel van de genderideologie te wijten is, bleek dat intersekse patiënten psychisch beter af zijn op de lange termijn als er geen chirurgische correctie plaatsvindt. Bij transgenderpersonen die hormoonbehandeling en chirurgie ondergaan treedt gewoonlijk initiële verbetering op, maar op langere termijn ontreddering en een buitengewoon hoog zelfmoordrisico. Dat blijkt uit een grootscheeps langetermijnonderzoek in het transvriendelijke Zweden tussen 1973 en 2003.[5]

Feit van de zaak blijft dat ook in de nieuwe edities van het ”Diagnostisch en statistisch handboek voor Mental Disorders” (DSM-5) transgender is opgenomen als verschijnsel. Maar het wordt alleen nog maar als probleem gezien als de patiënt er dusdanig last van heeft dat het klinisch als dysforie betiteld kan worden.

Waar de vereniging van Amerikaanse psychiaters genderdysforie als een probleem blijft beschouwen dat nog steeds om speciale psychiatrische of andere medische behandeling kan vragen, gaan Amazon en de transgenderideologie een stap verder. We moeten met zijn allen het biologisch geslacht als keuze gaan beschouwen en andere afwijkingen van de traditionele christelijke moraal normaal gaan vinden. Dat niet alleen. De samenleving moet ook zomaar bereid zijn om de schade hiervan te betalen, niet alleen sociaal en economisch, maar ook de geestelijke en psychische rekening voor komende generaties. Geen discussie. Geen vrijheid van meningsuiting. Wie wel een rationele discussie over de voor en tegens wil, en een onwelkom standpunt heeft zoals Anderson, wordt geboycot.

Abnormaal verplicht normaal?
Het abnormale moeten we normaal gaan vinden. Het is een symptoom van een doorgeslagen geïndividualiseerde samenleving, waar eenieder leeft bij zijn eigen waarheden die morgen weer anders mogen zijn. Zolang Amazon het ook goed vindt.

Dat iemand psychisch zozeer ongemakkelijk raakt in zijn eigen lichaam dat hij zich laat verminken om beter te kunnen voelen, en soms ook op interpersoonlijke terreinen het zicht verliest op waarheid, zou in een gezonde samenleving medelijden moeten oproepen, en geen normalisering. Als het normaal raakt om als behandeling voor psychische nood gezonde organen bij biologisch normale mensen te verwijderen, dan mogen we ons als samenleving afvragen in hoeverre we nog zicht hebben op waarheid en naastenliefde. Amazon’s reactie op ”When Harry became Sally” is veelzeggend over onze tijd en cultuur. Toch blijven we vertrouwen dat de waarheid het langst duurt. Die is soms wel confronterend, maar maakt uiteindelijk waarlijk vrij.

Naar aanleiding van: Ryan T Anderson, When Harry became Sally, responding to the transgender movement, with a new preface and postscript by the author, Encounter, London 2019.


[1] Verklaring bij de uitgave van de vijfde editie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5). “DSM is the manual used by clinicians and researchers to diagnose and classify mental disorders. The American Psychiatric Association (APA) will publish DSM-5 in 2013, culminating a 14-year revision process. APA is a national medical specialty society whose more than 37,000 physician members specialize in the diagnosis, treat-ment, prevention and research of mental illnesses, including substance use disorders.”

[2] Gehring, Darlynne & Knudson, Gail. (2005). Prevalence of Childhood Trauma in a Clinical Population of Transsexual People. International Journal of Transgenderism. 8. 23-30. 10.1300/J485v08n01_03.

[3] Glasser M, Kolvin I, Campbell D, Glasser A, Leitch I, Farrelly S. Cycle of child sexual abuse: links between being a victim and becoming a perpetrator. British Journal Psychiatry. 2001 Dec;179:482-94; discussion 495-7. Abstract: “Among 747 males the risk of being a perpetrator was positively correlated with reported sexual abuse victim experiences. The overall rate of having been a victim was 35% for perpetrators and 11% for non-perpetrators.”

[4] Herbst JH, Jacobs ED, Finlayson TJ, McKleroy VS, Neumann MS, Crepaz N; HIV/AIDS Prevention Research Synthesis Team. Estimating HIV prevalence and risk behaviors of transgender persons in the United States: a systematic review. AIDS Behav. 2008 Jan;12(1):1-17. Abstract: “Meta-analytic findings indicated that 27.7% (95% confidence interval [CI], 24.8-30.6%) of MTFs tested positive for HIV infection (four studies), while 11.8% (95% CI, 10.5-13.2%) of MTFs self-reported being HIV-seropositive (18 studies). Higher HIV infection rates were found among African-American MTFs regardless of assessment method (56.3% test result; 30.8% self-report). Large percentages of MTFs (range, 27-48%) reported engaging in risky behaviors (e.g., unprotected receptive anal intercourse, multiple casual partners, sex work). Prevalence rates of HIV and risk behaviors were low among FTMs.”

[5] Cecilia Dhejne, Paul Lichtenstein, Marcus Boman, Anna L. V. Johansson, Niklas Långström, Mikael Landén, Long-Term Follow-Up of Transsexual Persons Undergoing Sex Reassignment Surgery: Cohort Study in Sweden, Plos One, February 22, 2011; https://doi.org/10.1371/journal.pone.0016885: “The overall mortality for sex-reassigned persons was higher during follow-up (aHR 2.8; 95% CI 1.8–4.3) than for controls of the same birth sex, particularly death from suicide (aHR 19.1; 95% CI 5.8–62.9). Sex-reassigned persons also had an increased risk for suicide attempts (aHR 4.9; 95% CI 2.9–8.5) and psychiatric inpatient care (aHR 2.8; 95% CI 2.0–3.9). Comparisons with controls matched on reassigned sex yielded similar results. Female-to-males, but not male-to-females, had a higher risk for criminal convictions than their respective birth sex controls.”

Ook interessant

Autoriteit mag weer in de opvoeding

Is een autoritaire opvoeding goed? Ja, zeggen enkele nieuwe opvoedboeken. Je bent immers gezagsdrager! Hoe doe je dat dan? Lees deze recensie.