Jongen of meisje – kruis of munt?

mathieu-stern-1zO4O3Z0UJA-unsplash
Leestijd: 3 minuten

Oude boeken zijn helemaal ‘mijn ding’. Mijn twee laatste aanwinsten vielen met de deur in huis. Een mijmering naar aanleiding van twee oude titels.

Jo, in Onder moeders vleugels (Little Women, Louise Alcott, 1868) ‘beweerde zelf altijd dat ze een vergissing was. Zij, met haar onhandige lange ledematen en jongensachtige manieren, was per abuis als een meisje op de wereld gekomen, maar volgens haar moest het iedereen wel duidelijk zijn, dat ze eigenlijk een jongen had moeten zijn’.

Vrouw Beijen, in Het wassende water (Herman de Man, 1925) ‘was een machtig vierkant wijf, stram gezeggend als een man en niet min parmantig (…) wijf en baas beiden (…) Maar kon ze heur rokken op de til hangen en haar eigen in de broek steken? Ze was ommers voorgoed als vrommes op de secretarie ingeschreven’.

Kinderen van hun tijd
Jaren geleden heb ik beide boeken ook gelezen voor school. Toen vielen me deze zinnen niet echt op, nu wel. Blijkbaar is er in tussentijd een en ander veranderd. Niet in die boeken, overigens. Jo blijft gewoon een meisje, ze valt in de rest van het verhaal niet eens bijzonder op. Vrouw Beijen gaat haar gang, het spijt haar dat ze niet in een of ander bestuur gekozen kan worden, maar het brengt haar niet op de barricades.

Natuurlijk is het heel goed mogelijk dat én Alcott én De Man, wanneer zij nog geleefd zouden hebben, een stapje of meerdere stapjes verder gegaan waren in nieuwe, hedendaagse verhalen. Auteurs zijn nu eenmaal kinderen van hun tijd.

Dat werpt de vraag op waarom het nu anders is dan toen, terwijl hetzelfde soort vrouwen –en ongetwijfeld ook mannen– toen én nu leefden. Het antwoord is denk ik redelijk simpel. Toen werden gevoelens als die van Jo lachwekkend afgedaan met ‘je bent nu eenmaal een meisje’. Toen waren er geen mogelijkheden om ‘te veranderen’, vrouw Beijen kon prima meewerken in het bedrijf van haar man, of leidde na zijn dood dat bedrijf zelf. In Jo noch vrouw Beijen zal de gedachte postgevat hebben om eens te gaan denken aan een verandering van vrouw naar man… Simpelweg omdat dit nog niet kon in die tijd.

Tussen de verschijning van beide boeken en 2021 ligt anderhalve eeuw van talloze veranderingen. Tegenwoordig mag je zelf bepalen of je een jongen of een meisje wilt zijn. Het is ook de bedoeling dat ouders dit stimuleren, gesteund door allerlei reclame-uitingen en media-optredens. En wil je geen van beiden zijn? Ook goed, je bent wie je bent. Dát bepaalt jouw geluk, en meer niet. Wee je gebeente als je daar tegenop komt… Het nieuws gaat meteen het hele land door.

Een kruis
Er zijn altijd Jo’s geweest en er zullen altijd zulke meisjes blijven (zoals er ook jongens zijn, die zich niet prettig voelen in hun lichaam). Wie zou niet eens een ander willen zijn? Als jongere kun je fantaseren over ‘jij als de ander’. Met een andere haarkleur, een knapper gezicht, een betere fijne motoriek, andere mogelijkheden om je te ontplooien, enzovoort. Zodra fantasie echter dwingend wordt, is het een kruis.

Dat is niet wat de hedendaagse cultuur ons leert en wat de literatuur ons voorstelt. Je kunt nog geen half uur radio luisteren, of het gaat over een van de letters uit het zogenaamde regenboog-alfabet. Alsof het normaal is. Alsof er geen andere mensen meer bestaan.

Man en vrouw schiep de Heere God. En als daarbij naar onze waarneming iets ‘mis’ is gegaan, is dat geen scheppingsfoutje van Hem, maar een pijnlijk gevolg van onze keuze tégen God. Het is fout om daar gemakkelijk over te praten of het weg te wuiven. Maar het is evenzeer fout om te doen alsof je dan wel even zo’n kruis van je kunt werpen en van geslacht kunt veranderen.

Je mag er zijn. Met je kruis. Want Hij droeg onze smarten en onze krankheden heeft Hij op Zich genomen (Jesaja 53). En Hij neemt óf je kruis weg óf helpt het je vrolijk dragen (zie het gebed in het klassieke doopformulier).


Gepubliceerd: 14-10-2021

Ook interessant