Ze was moeder van een groot gezin. De jongste, een meisje, was een nakomertje. Elke avond las zij haar jongste dochter voor. Ook lazen ze samen uit de Bijbel. Allerlei vragen leefden er in het hoofd van dat meisje. Samen spraken ze er veel over.
Op een bepaald moment kreeg ze de vraag van haar dochtertje: „Mama, hoe is de Heere Jezus?” Ze hoefde er niet lang over na te denken. Ze zei tegen haar: „Let maar veel op je vader, hoe die met mij omgaat. Dan zie je er iets van hoe de Heere Jezus is. Zoals je vader mij liefheeft, zo is de liefde van Jezus. Alleen is die liefde van Jezus nog veel groter en sterker…”
Een teer en een ontroerend antwoord. In de omgang tussen haar en haar man werd iets zichtbaar van de liefde van Jezus tot Zijn gemeente.
Hiermee wordt het huwelijk getekend, zoals dat behoort te zijn. Het huwelijk dient te zijn als een afspiegeling van de liefdesband tussen Christus en Zijn gemeente.
Dat is nu precies wat Paulus aangeeft in Efeze 5.
1. Het geheim van dit huwelijk
In die grote havenstad Efeze was er een vrije seksuele moraal. Er kon van alles mee door in de Griekse wereld. Prostitutie –hoererij– was er heel gewoon. Een Griekse vrouw kende in het huwelijk geen enkele vrijheid. Ze mocht nergens heen. Ze was aan huis gebonden. Ze mocht er buiten het huwelijk ook geen vriendschappen op nahouden met andere vrouwen.
Bij de Joden was het al niet anders. Ondanks de hoge normen vanuit Gods Woord was de praktijk zo anders. Zo komen we binnen de rabbijnse literatuur een gebed tegen, waarin een Joodse man God dankte dat Hij hem niet had gemaakt als „heiden, slaaf of vrouw.”
Denk ook maar aan de praktijk van echtscheiding. Het was al in de tijd van Mozes, dat hiervoor regelingen moesten worden getroffen om de vrouw te beschermen. In de dagen van de Heere Jezus stond het er beslist niet beter voor.
Een vrouw was ook toen al slechts een lustobject. Ze diende binnen de Romeinse wereld vooral als een gebruiksvoorwerp. De bekende Romeinse filosoof Seneca –een tijdgenoot van de Heere Jezus– omschreef het zelfs zo: „De man is als heerser geboren en de vrouw is geschapen om gehoorzaam te zijn.” Zo werd er toen aangekeken tegen de vrouw. De vrouw telde niet mee. Ze was minder dan een man. Elke vrouw moest ook onderdanig zijn aan iedere man.
Zo ligt het echter niet. God heeft het anders bedoeld. Dat maakt de apostel Paulus in Efeze 5 duidelijk. Geïnspireerd door de Heilige Geest laat hij het Bijbelse licht vallen over het huwelijk. Het christelijke huwelijk is wezenlijk anders dan de wereld ons wil doen geloven. Daar stopt het huwelijk als de liefde weg is. Daar gaat men bij elkaar weg als men op elkaar is uitgekeken. In de wereld draait het binnen het huwelijk alleen maar om eigen belang. Als ik er maar beter van word…
Maar zo heeft God het huwelijk niet bedoeld. Het huwelijk is een geschenk van God. Het is een bloem uit het paradijs. Het is een inzetting van God vanuit het paradijs. Door de openbaring van Christus in de moederbelofte heeft het huwelijk ook buiten het paradijs zijn bestaansrecht gekregen. Het huwelijk is door Christus hoog geëerd door juist tijdens een bruiloft in Kana Zijn eerste wonderteken te verrichten.
Zo heeft Paulus ook het zicht gekregen op de Bijbelse betekenis van het huwelijk. Daarom schrijft hij het aan de Efeziërs: ‘…doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente’ (Ef. 5:32b).
De apostel ziet het grote geheim van een goed huwelijk: Christus! Hij is het geheim van een goed huwelijk. Christus alleen behoedt het huwelijk voor immoraliteit. De band aan Jezus stelt het huwelijk in het licht, zoals God het heeft bedoeld. De band tussen Christus en Zijn gemeente is bepalend voor de wijze, waarop man en vrouw met elkaar dienen om te gaan binnen het huwelijk. Er valt niet te spreken over het huwelijk buiten de Heere Jezus –Zijn Persoon en Zijn werken– om.
Dat blijkt wel in dit tekstgedeelte. Paulus zingt hier een loflied op het huwelijk. De apostel bezingt hier de schoonheid van de liefdesband tussen man en vrouw. Maar als hij dat doet, kan hij niet zwijgen over Jezus Christus. In bijna elke zin van dit loflied op het huwelijk komt Christus en Zijn werk aan de orde.
Binnen de christelijke gemeenschap kan er dus nooit over het huwelijk worden gesproken buiten Jezus om!
Jezus Christus is het grote geheim van het christelijke huwelijk. Alleen door Hem is er buiten het paradijs nog de band van het huwelijk. Maar Hij bepaalt ook de inhoud van het huwelijk. Want het huwelijk, zoals God het bedoeld heeft, is een zwak afschijnsel van het huwelijk tussen Bruidegom Jezus en Zijn met zonden beladen bruidskerk. Zoals Christus en Zijn gemeente onafscheidelijk aan elkaar verbonden zijn, zo dient het ook te zijn tussen man en vrouw binnen het huwelijk.
Want let wel: het gaat in dit gedeelte niet om de theologische verhandeling van de liefde van Christus voor Zijn gemeente. Dat wordt hier slechts als voorbeeld gebruikt om aan te duiden hoe man en vrouw met elkaar dienen om te gaan binnen het huwelijk.
Wie over het huwelijk gaat spreken buiten Christus om rijdt een scheve schaats. Want buiten de Heere Jezus om ontaardt de paradijsbloem van het huwelijk tot een brandnetel, die prikt en steekt.
2. Het leven binnen dit huwelijk
Maar hoe ziet zo’n christelijk huwelijk er dan uit? Hoe gaat het er binnen zo’n huwelijk dan aan toe? Als Paulus hier gaat spreken over het christelijke huwelijk dan komt hij niet zozeer met een taakomschrijving voor de man en voor de vrouw. Hij wijst er wel op hoe man en vrouw met elkaar dienen om te gaan. Daarbij gebruikt hij steeds hetzelfde beeld: de man is het hoofd en de vrouw is het lichaam (Ef. 5:23).
Dat beeld wijst allereerst op verbondenheid. Het hoofd kan niet zonder het lichaam. En een lichaam zonder hoofd kan ook niet. Het vormt een eenheid. Het hoort bij elkaar. Via allerlei zenuwen en bloedvaten in de hals zijn hoofd en lichaam aan elkaar verbonden. Zo vormen man en vrouw binnen het huwelijk ook een onlosmakelijke eenheid.
Daarbij is er tegelijk ook verschil: de man is het hoofd en de vrouw is het lichaam.
Wat wil dat nu zeggen? Betekent dit nu, dat de man de baas is en de vrouw voor hem heeft te sloven en te draven? Wie de verzen 22 tot en met 24 op zichzelf leest, zou tot die conclusie kunnen komen. Want daar wordt wel geschreven over de onderdanigheid van de vrouw: ‘gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig’ (Ef. 5:22). De plaats van de vrouw is duidelijk een andere als die van de man. Ze heeft binnen het huwelijk ook haar plaats te weten: onderdanig zijn aan haar man.
Bent u er als vrouw alleen maar om uw man in al zijn nukken en grillen te volgen en te gehoorzamen?
Maar wat is dat dan voor een onderdanigheid, die God van de getrouwde vrouw vraagt? Wordt van een vrouw verlangd, dat ze bij alles van haar man slechts ja knikt? Wordt van haar gevraagd, dat ze als een slaaf alles doet voor haar man? Bent u er als vrouw alleen maar om uw man in al zijn nukken en grillen te volgen en te gehoorzamen? Bent u er alleen maar voor de was, het huishouden, het eten en om kinderen te krijgen?
Nee, geenszins. Want waar er slechts drie verzen –22 tot en met 24– gaan over de rol van de vrouw binnen het huwelijk gaan er maar liefst negen verzen –25 tot en met 33– over de rol van de man. Die gevraagde onderdanigheid van de vrouw kan er ook alleen maar zijn als haar man echt man is. De man heeft immers ook een roeping. Deze roeping gaat zelfs voorop. Hij is het hoofd van de vrouw. Maar hoe dient hij dan hoofd te zijn?
Daar wijst Paulus nu op in dit gedeelte. Want het ‘wees onderdanig’ richting de vrouwen wordt door Paulus in Efeze 5 gevolgd met ‘hebt uw vrouwen lief’ richting de mannen.
Onderdanigheid en liefhebben zijn de sleutelwoorden binnen een goed huwelijk.
Het leven binnen het christelijke huwelijk wordt gekenmerkt door onderdanigheid en liefhebben. Deze liefde verlost het ‘hoofd zijn’ van de man ook van elk bazig, dwingend, overheersend of zelfs heerszuchtig karakter.
Het hoofd zijn van de man houdt in, dat hij zijn vrouw liefheeft.
Paulus trekt dit dan vervolgens door naar de verhouding tussen Christus en Zijn gemeente. Dat is de norm. Hij zegt dat in vers 23: ‘Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der gemeente is’ (Ef. 5:23). Hij zegt het ook in vers 25: ‘Gij mannen, hebt uw eigen vrouwen lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft en Zichzelf voor haar heeft overgegeven’ (Ef. 5:25).
Zoals Christus het Hoofd van de gemeente is, zo is de man het hoofd van de vrouw. Zoals Christus Zijn gemeente heeft liefgehad, zo dient de man zijn vrouw lief te hebben. De liefde van Christus voor Zijn gemeente wordt hier door Paulus als voorbeeld en norm gesteld voor de huwelijksliefde van man en vrouw. Een man mag zich niet anders gedragen tegenover zijn vrouw als Christus Zich tegenover Zijn gemeente heeft gedragen.
Dat is een hoge roeping. Want hoe was die liefde van Christus voor Zijn gemeente?
Hij had in elk geval alles voor haar over. Hij was bekleed met hemelse heerlijkheid. Hij was gezeten in de hoge hemel. Toch verliet Hij het hemelse heiligdom. Voor Zijn gemeente –voor Zijn bruidskerk– liet Hij dat alles achter Zich. Hij zocht Zijn met zonden beladen bruid op.
Hij deed alleen maar goed. Hij genas zieken. Hij gaf hongerigen te eten. Hij deed wel aan alle mensen. Maar Zijn liefde werd niet beantwoord met wederliefde
Daartoe daalde Hij af. Hij kwam vanuit de hoge hemel neer. Hij werd gelegd in die voerbak in Bethlehems stal. Hij ging de weg van vernedering. Deze Bruidegom had alles voor Zijn bruid over. Om haar voor Zich ten eigendom te verwerven moest Hij de weg der vernedering gaan. Spot werd Zijn deel. Hoon was Zijn lot. Hij werd veracht, bespuugd en geslagen.
Hij deed alleen maar goed. Hij genas zieken. Hij gaf hongerigen te eten. Hij deed wel aan alle mensen. Maar Zijn liefde werd niet beantwoord met wederliefde. De bruidskerk moest niets van haar Bruidegom weten. Voor haar had Hij geen gestalte, dat ze Hem zou begeerd hebben (Jes. 53:2b). Ze keerde zich af van Zijn liefelijke woorden. Ze moest niets van Hem hebben. Ze bleef door hoereren met andere mannen. Ze hield haar hart ver van Hem.
Wat deed die Bruidegom toen? Liet Hij haar gaan? Liet Hij haar aan haar lot over? Keerde Hij Zich van haar af? Nee, want de liefde van deze Bruidegom gaat onvoorstelbaar ver. Hij heeft Zijn bruid lief met een eeuwige liefde! Hoe zwart ze ook is… Hoe vijandig ze ook is… Hoe overspelig ze ook is… Hij dingt naar haar hart. Daartoe zette Hij Zijn voetstappen voort op de Via Dolorosa. Daartoe ging Hij verder op Zijn lijdensweg.
Want alles heeft Hij voor Zijn bruid over. Ja, zelfs Zichzelf. Zelfs Zijn eigen leven. Zelfs Zijn eigen bloed. Hij geeft Zich voor haar tot in de dood. Hij geeft Zich tot aan het vloekhout van het kruis. Hoe vijandig ze ook is. Hoe goddeloos ze ook is. Hoe zondig ze ook is. Hoe vol van ongerechtigheid ze ook is. Hoe groot aan overtredingen ze ook is. Hij keert haar niet de rug toe. Integendeel, Jezus Christus geeft Zich geheel en al voor haar over.
Paulus beschrijft dat zo treffend: ‘… en Zichzelven voor haar heeft overgegeven’ (Ef. 5:25b). Hij heeft alles voor haar overgehad. Het is een vurige liefde. Het is een standvastige liefde. Het is een reine liefde.
Hij had alles voor haar over. Niet dat er nu iets aantrekkelijks was in die bruid. Allesbehalve. Ze was dood in zonden en misdaden. De ongerechtigheden kleefden haar aan. Ze was beladen met zonden en schuld. Ze had de zonde zo lief. Het waren onreine en onheilige mensen. Toch weerhield dit Hem er niet van om haar lief te hebben. Deze liefde was onvoorwaardelijk en onuitputtelijk. Hij deed het niet om er iets voor terug te krijgen. Hij deed het niet uit eigenbelang. Hij deed het belangeloos.
Christus, Die Zichzelf heeft gegeven aan het vloekhout –voor vijanden heeft Hij Zijn bloed gestort– Hij heeft Zijn gemeente liefgehad met Zichzelf verloochenende liefde. Hij heeft Zichzelf geheel en al opgeofferd voor Zijn bruid. Hij heeft Zichzelf helemaal weggecijferd. Ontledigd. Vernietigd. Weggegeven. Overgegeven. Door voor haar de dood in te gaan deed Hij haar uit het zondegraf opstaan.
Voor wie doet Hij dat?
Goddeloze mensen. Vijanden. Zij, die zichzelf niet kunnen reinigen. Zij, die beladen zijn met vele zonden. Zij, die niet één goede gedachte kunnen voortbrengen. Zij, die de zonde liefhebben en er van zichzelf nooit afstand van kunnen doen.
Zo dient een man nu om te gaan met zijn vrouw. Zoals Christus Zijn gemeente liefhad zo dient u uw vrouw lief te hebben. Onvoorwaardelijk. Onuitputtelijk. Zonder eigen belang. Je hebt alles voor haar over. Je doet alles voor haar. Zo totaal en allesomvattend als Christus Zijn Kerk heeft liefgehad zo dient ook de liefde van de man voor de vrouw te zijn.
Dat gaat ver! Ook als uw vrouw anders is dan u zou wensen. Ook als ze sikkeneurig is. Ook als ze zo zwak blijkt te zijn. Vol gebreken. Vol tekorten. Zelfs als ze zo dikwijls eigenzinnig haar eigen weg gaat. Als ze niet luistert… Als ze niet oprecht is… Als ze onredelijk is… Als ze ergernis oproept… Als ze verkeerd doet… Wat kan er niet in een huwelijk gebeuren, wat een man pijn doet. Het grieft hem. Er wordt op uw hart getrapt. Wat kan de houding van uw vrouw u een verdriet geven.
Wat dan? Hoe heeft een man dan te reageren? Net zoals Christus reageerde. Net zoals Jezus deed. Wat doet Hij als Zijn bruid bij Hem wegloopt en zich van Hem afkeert? Hij verdraagt haar. Hij blijft haar zoeken. Hij blijft haar roepen. Hij blijft wachten. Hij blijft geduld met haar hebben. Juist die liefde verbreekt het hart. Juist die volhardende liefde wint ook in. Dat is nu de opdracht voor een man: zijn vrouw liefhebben zoals Christus Zijn gemeente heeft liefgehad.
Maar dat werpt tegelijk ook een heel ander licht op de onderworpenheid van de vrouw, waartoe de apostel ook oproept. Dit is dus geen slaafse onderdanigheid. Hierachter schuilt ook geen tirannie van de man. Integendeel. Deze onderdanigheid vloeit voort uit de liefde, die is verkregen van de man. Immers, ‘daarom, gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen aan haar eigen mannen in alles’ (Ef. 5:24).
De feministen hebben hier niets van begrepen. Die verstaan ook niet wat het vrouw zijn inhoudt. Want het is de ontvangende liefde die ook de inhoud van het onderdanig zijn bepaalt. Denk maar aan de plaats van de gemeente tegenover Christus. De bruidsgemeente van ware gelovigen volgt Christus. Ze verlangt ernaar om Zijn wil te doen. Ze begeert om Zijn voetstappen te drukken. Het is haar vreugde om in het spoor van Jezus te gaan.
De bruid van Christus wil niets liever dan Jezus volgen. Want zo wordt Christus verheerlijkt. Dat strekt tot eer van haar Bruidegom.
Zo ligt het nu ook met de vrouw in het huwelijk. Ze wil er zijn voor haar man. Ze wil ook graag dat anderen aan haar kunnen merken hoeveel ze van haar man houdt. Een christenvrouw weet om te gaan met de zwakheden van haar man. Ze heeft er geduld mee. Ze toont er begrip voor. Ze stimuleert en bemoedigt haar man. Ze zorgt ervoor dat hij zijn werk goed kan doen.
Natuurlijk heeft deze onderdanigheid wel zijn grenzen. Want een vrouw hoeft niet met de man mee te gaan op de weg van de zonde.
Bovendien vertoont Christus altijd de zuivere trekken van liefde en zorg. Dat ligt bij een man wel anders. En wat dan? Wat als een man onredelijk is? Wat als een man je tekortdoet? Dan nog blijft onderdanigheid de opdracht. Wat heb je daarvoor Christus nodig. Alleen vanuit de geloofsverbondenheid aan Hem kun je vrouw voor je man zijn, zoals de HEERE het bedoelt.
3. De weg tot dit huwelijk
We hebben gezien, dat Christus Jezus het geheim is van een goed huwelijk. Het samenleven binnen het huwelijk wordt gekenmerkt door twee kernwoorden: liefhebben voor de man en onderdanig zijn voor de vrouw. De invulling hiervan wordt bepaald door de verhouding tussen Christus en Zijn Kerk. De man heeft zijn vrouw lief te hebben zoals Christus Zijn gemeente liefheeft. De vrouw dient er voor haar man te zijn, zoals de gemeente er is voor Christus.
Maar hoe krijg je nu zo’n goed huwelijk? Dat is immers een belangrijke vraag. Zeker ook voor jongelui. Op een bepaald moment komt er namelijk oog voor het andere geslacht. Je raakt verliefd. Je wilt graag verkering. Je wilt graag iemand hebben om het leven mee te delen. Soms ga je er bewust naar op zoek. Het kan ook gebeuren dat je iemand anders eigenlijk enigszins ‘toevallig’ tegen het lijf loopt. Er is ook geen onderwerp onder de jeugd dat zoveel besproken wordt als de liefde.
Jongens, wat voor soort meisje zoeken jullie nu eigenlijk? Waar let jij dan op? Gaat het je er alleen maar om hoe ze eruitziet of zijn andere criteria voor jou ook belangrijk? En als jij er met je vrienden over spreekt? Hoe praat je als jongens onder elkaar? Alleen of ze mooi is, knap is en dat soort dingen? Of gaat het jou om een meisje dat de HEERE vreest? Of zoek jij een meisje dat de Heere Jezus liefheeft, om samen de HEERE te mogen dienen?
En jullie meiden: wat voor jongen zoeken jullie? Zoek jij er één met een grote auto, een gave scooter, veel geld of een mooi uiterlijk? Ga jij af op jongens die stoer doen en veel geld op zak hebben? Of zoek jij een jongen waarin jij iets van de Heere Jezus mag zien? Zoek jij iemand te krijgen als jouw vriend, die echt voor jou zorgt en ook de zaligheid van jouw ziel op het oog heeft? Zulke jongens zijn voor de wereld misschien watjes, maar je kunt je echt geen betere wensen.
Wat is het belangrijk, dat in de verkering al de goede keuze wordt gemaakt. Hoeveel serieuze jongens en tere meisjes zijn al bij de HEERE vandaan gegaan doordat ze met een onverschillig iemand verkering hebben gekregen. Let dan toch niet te veel op het uiterlijk. Het is zo belangrijk dat jij in je man iets van de Heere Jezus terug mag zien. Het is zo belangrijk dat jij met je vrouw samen de Heere mag dienen. Wie wereldse maatstaven hanteert, rekent zich namelijk mis.
God heeft het huwelijk bedoeld als een zwak afschijnsel tussen Bruidegom Jezus en Zijn met zonden beladen bruidskerk. Om werkelijk te kunnen komen tot een christelijk huwelijk zullen we Christus dienen te kennen.
Gepubliceerd: 21-03-2022