Neem eerst de Bijbeltekst goed in je op:
15 Maar als de ongelovige scheidt, laat hij scheiden. De broeder of de zuster is in zulke [gevallen] niet gebonden; maar God heeft ons geroepen in vrede. 16 Want hoe weet u, vrouw, of u de man zult behouden? Of hoe weet u, man, of u de vrouw zult behouden? 17 Maar zoals de Heer aan ieder heeft toebedeeld, zoals God ieder geroepen heeft, zo moet hij wandelen. En zo verorden ik in alle gemeenten. 18 Is iemand als besnedene geroepen, dan moet hij het niet laten verhelpen; is iemand als onbesnedene geroepen, dan moet hij zich niet laten besnijden. 19 De besnijdenis is niets, en het onbesneden zijn is niets, maar [de] onderhouding van Gods geboden. 20 Laat ieder blijven in de roeping waarin hij is geroepen.
Niet gebonden
Wanneer in een huwelijk een van beiden tot bekering komt, ontstaat er op hetzelfde moment een enorme kloof tussen man en vrouw. De gelovige wil vanaf dat moment rekening houden met de wil van God, terwijl de ongelovige daar geen rekening mee houdt. Dat zal spanningen in het huwelijk teweegbrengen. Die kunnen zo hoog oplopen, dat de ongelovige wil scheiden (vers 15). In zulke gevallen hoeft de gelovige niet uit alle macht te proberen om de ongelovige partner bij zich te houden.
De gelovige zal in zulke situaties vaak denken dat hij/zij gefaald heeft in zijn/haar getuigenis. Wie kan zeggen dat hij/zij altijd volmaakt geweest is in zijn/haar getuigenis? Ik zeg dit niet om onze verantwoordelijkheid kleiner te maken. Als er fouten zijn gemaakt, moeten die beleden worden, ook als de fouten gemaakt zijn tegenover de ongelovige. Als ondanks een oprechte belijdenis van de verkeerde dingen de ongelovige toch wil scheiden, laat hij scheiden. Het enige wat de gelovige overblijft, is aanhoudend voor de ongelovige te bidden.
Hoe moet de gelovige nu verder leven? Paulus zegt hier dat de broeder of zuster vrij is. Zou dat kunnen betekenen dat een ander huwelijk mogelijk is? Wie meent dat hertrouw mogelijk is, moet wel bedenken dat daarmee de weg van hereniging is afgesloten, indien de ongelovige alsnog behouden zou worden. Daarom staat er nog iets: “God heeft ons geroepen in vrede.” Door de bekering van een van de gezinsleden kan deze vrede uit het gezin weg zijn. Zo spreekt de Heer Jezus daarover als Hij zegt dat Hij niet gekomen is om vrede te brengen, maar verdeeldheid (Lukas 12:51-53).
Wanneer in een gezin een van de gezinsleden de Heer Jezus aanneemt, is er verdeeldheid ontstaan tussen de gelovige en de andere, ongelovige leden. Zoals ik aan het begin van dit stukje heb gezegd, kan dit in bepaalde situaties spanningen veroorzaken, waarbij het in de verhouding tussen man en vrouw zover kan komen, dat de ongelovige wil scheiden. Laat hij dan scheiden, want God heeft ons geroepen in vrede. De gelovige is in zulke gevallen niet gebonden. Dat is: de gelovige hoeft niet zijn/haar best te doen om de ander ten koste van de vrede vast te houden. Er is immers niet met zekerheid te zeggen of hij of zij tot bekering zal komen (vers 16).
Ik denk dat er in vers 17 rust te vinden is voor iedereen die door zijn bekering in zulke omstandigheden is terechtgekomen. Dit vers maakt het je gemakkelijker om je in de situatie te schikken en niet in opstand te komen. Je vindt daar twee redenen voor. De eerste reden heeft te maken met de omstandigheden van je leven. De situatie waarin jij je bevindt, is voor God geen verrassing. Toen jij de Heer Jezus aannam, wist Hij van de situatie waarin jij verkeerde. Wat Hij nu graag wil, is dat jij in jouw eigen omgeving de verandering laat zien die Hij in je leven heeft bewerkt.
Alle gemeenten
De tweede reden heeft te maken met jou persoonlijk. God heeft je geroepen zoals jij bent. Wat dat wil zeggen, wordt toegelicht in de volgende verzen. Voordat die toelichting komt, staat er eerst nog iets belangrijks: “En zo verorden ik in alle gemeenten.” Alles wat Paulus hier te zeggen heeft over het huwelijk, kan niet iedereen naar eigen believen gaan toepassen. Het is ook niet tijdgebonden. Het geldt niet alleen voor de Korinthiërs, maar voor alle gemeenten en voor alle tijden. Het is goed dat te bedenken, juist in onze tijd, waarin de huwelijksmoraal steeds verder wegzakt en waarin echtscheiding volledig geaccepteerd wordt.
Hoe heeft God iemand geroepen
Maar nu de vraag hoe iemand geroepen kan worden (verzen 18-19). Dat wil zeggen: hoe staat het er met iemand persoonlijk voor op het moment dat hij door God geroepen wordt om het evangelie aan te nemen? Iemand kan besneden zijn of onbesneden; hij kan ook als slaaf geroepen zijn of als een vrije, dat wil zeggen niet als slaaf.
Maakt het voor God enig verschil of iemand besneden of onbesneden is? Vroeger wel. Toen was de besnijdenis het uiterlijke teken van het verbond dat God met Zijn volk gesloten had. Maar sinds de kruisdood van de Heer Jezus heeft een uiterlijk teken geen extra waarde voor God. Het ontbreken van zo’n uiterlijk kenmerk maakt iemand ook niet minder voor God. De uiterlijke dingen hebben – als basis van de verhouding tot God – hun betekenis verloren. De uiterlijke dingen bepalen niet meer de verhouding tot God.
Waar het nu om gaat, is de “onderhouding van Gods geboden”. Het komt aan op de gezindheid van je hart. Je liefde tot God zal blijken uit gehoorzaamheid aan wat God heeft gezegd. Dan wil je graag je hele leven inrichten naar Zijn wil. En als God ook over uiterlijke dingen Zijn geboden geeft, zul je ook daaraan uit liefde tot Hem graag willen voldoen.
Misschien kan de ‘besnedene’ en de ‘onbesnedene’ naar ons toe het best op de volgende manier worden vergeleken en toegepast. De besnedene is iemand die uiterlijk tot Israël, het aardse volk van God, behoort. Om echt bij God te kunnen horen moet hij zich wel bekeren. Zo kun jij misschien in een christelijk gezin opgevoed zijn. Om echt bij God te kunnen horen heb jij je wel moeten bekeren. De roepstem van God is tot je gekomen en jij hebt je bekeerd. In die zin ben jij als een besnedene geroepen.
De onbesnedene behoort niet tot het aardse volk van God. Toch kan hij door bekering bij God gaan horen. Zo ben jij misschien iemand die niet met de Bijbel is opgevoed. Maar de roepstem van God is tot je gekomen, jij hebt je bekeerd en nu hoor jij ook bij God. In die zin ben jij als een onbesnedene geroepen.
Het is niet Gods bedoeling dat je gaat proberen daar verandering in aan te brengen (vers 20). Ik hoor wel eens dat het een nadeel zou zijn wanneer je in een christelijk gezin bent opgevoed. Je zou dan niet zo goed weten wat de wereld en de zonde zijn. Eigenlijk zou je eens, zo wordt er dan gezegd, een poosje in de zonde moeten leven en je christelijke opvoeding even vergeten. Maar zo ligt het niet. Paulus is bijvoorbeeld zelf een man die een uitermate godsdienstige opvoeding heeft gehad. Hij heeft niet wat je noemt ‘in de wereld’ geleefd. Toch noemt hij zich, als hij tot bekering is gekomen, op een gegeven moment “de voornaamste” van alle zondaars (1 Timotheüs 1:15).
Zo wordt ook bij jou het zondebesef steeds groter als je met God je weg gaat. Het is dan niet meer belangrijk vanuit welke achtergrond je tot bekering bent gekomen. In je omgang met Hem zal Hij je laten zien Wie Hij is én wie jij bent. Het komt er maar op aan of jij bereid bent Gods geboden te onderhouden. Het gaat niet om je afkomst, maar om je instelling, je gehoorzaamheid aan God.
Lees nog eens 1 Korinthiërs 7:15-20.
Verwerking:
Wat vind jij de voordelen van een christelijke opvoeding of van een niet-christelijke opvoeding? En wat zijn volgens jou de nadelen ervan?
Gepubliceerd: 06-10-2022. Geschreven door Ger de Koning