Het was dé rel van het afgelopen weekend. Feyenoordaanvoerder Orkun Kökçü weigerde de regenboogband te dragen! Nu eens geen christen die de wind van voren kreeg, maar een moslim. Wat kunnen christenen – ondanks hun moeite met topsport en de islam – leren van deze rel?
Voetbal en ‘regenboog’
Vorige week was het Coming Out Week. Daar werd op allerlei manieren aandacht voor gevraagd, ook binnen de topsport. Alle cornervlaggen en microfoons waren getooid in de regenboogkleuren. Alsof dit nog niet genoeg was, werden alle aanvoerders in de Eredivisie geacht een soortgelijk gekleurde aanvoerdersband te dragen. Feyenoord-aanvoerder Kökçü weigerde dit echter vanwege zijn (islamitische) geloofsovertuiging. De Turk zei in een verklaring: “Ik snap heel goed wat het belang is van deze actie, alleen voel ik mij door mijn geloofsovertuiging niet de aangewezen persoon om dit te supporten. Daarom voel ik me er niet comfortabel bij om deze aanvoerdersband te dragen.” Hij gaf aan voor iedereen respect te willen hebben, maar hoopte dat dit respect er ook was voor zijn door religieuze overtuiging ingegeven keuze. Het ‘probleem’ werd opgelost doordat een andere speler de band wél wilde dragen. Maar daarmee was de kous niet af.
Jan en alleman viel over de beslissing van de Feyenoorder. Feyenoorddirecteur Te Kloese sprak over een “moeilijke situatie voor iedereen binnen de club”. Het COC noemde het ‘onbegrijpelijk’ en sprak zelfs over een “klap in het gezicht voor lhbtiq+-fans en -spelers”. Kökçü wordt, net als Excelsiorspeler El Yaakoubi die ook ervoor koos geen band te dragen, zelfs op het matje geroepen door de Spelersvakbond VVCS. Volgens voorzitter Levchenko “kwetsen ze indirect ook een hele grote groep”. Volgens hem laat dit zien dat er nog “heel veel werk aan de winkel is” en dat we “nog steeds een groot probleem hebben in onze maatschappij”.
Religiestress
Volgens mij brengt het incident rond Kökçü juist een ander groot probleem in de samenleving aan het licht. Velen weten niet meer om te gaan met mensen die uitkomen voor hun religieuze overtuigingen. Zo vond Telegraafjournalist Valentijn Driessen het stuitend dat Kökçü respect vroeg voor zijn religieuze overtuiging. Hoe durft hij?! De moeite zit hem dan niet zozeer in religie als zodanig: dat moet kunnen als je je daar fijn bij voelt. Maar lastig wordt het als je op grond daarvan afstand durft te nemen van opvattingen die in de samenleving inmiddels als heilig gelden (zoals de gedachte: je moet kunnen zijn wie je bent). Dit seculiere credo is inmiddels zo onfeilbaar dat, wie er nog maar naar durft te wijzen, niet alleen als achterlijk beschouwd wordt, maar vooral als buiten de orde staand.
Veel mensen lijken niet (meer) te begrijpen hoe zwaarwegend godsdienst is voor gelovigen, ongeacht welke religie het betreft. Mensen lijken niet te begrijpen dat religieuze overtuigingen ook consequenties hebben voor je staan in de samenleving en de keuzes die je daarin maakt. Religie is voor velen iets voor achter de voordeur. Telkens wanneer er mensen zijn die duidelijk maken dat dit ook betekenis heeft voor buiten de voordeur is er verbazing alom. Zo tolerant zijn degenen die tolerantie preken kennelijk niet. Elseviercommentator Geerten Waling vroeg zich af: “Is er nog ruimte voor onwenselijke ideeën?” De veelgeroemde diversiteit blijkt van een enghartig gehalte; gelovigen (van welke soort dan ook) vallen snel buiten de boot. Kökçü is niet homo- of transfoob, hij deed zelfs de nogal ruimhartige uitspraak dat iedereen “vrij is te doen wat diegene wil of voelt”. Maar nee, dat volstaat niet. Je moet en zult hetzelfde denken als wat de meerderheid vindt over LHBT. Maar waarom zou díe overtuiging zwaarder wegen dan die van een gelovige die moeite heeft hoe de LHBT-lobby deze thematiek benadert?
De veelgeroemde diversiteit en inclusiviteit blijken niet meer dan de kleren van de keizer die geen verhulling kunnen bieden voor het verstikkend dwangmatig eenheidsdenken dat daaronder zit en dat geen raad meer weet met verschil van opvatting. Zonder dat we het doorhebben zijn we onderworpen aan een heropvoedingsprogram zonder weerga. En wee degene die daar niet in meegaat; die is het stoute jongentje van de klas dat even publiekelijk in de hoek gezet moet worden: zijn het niet de Nashvilledominees, dan wel het Gomarus. En deze week Kökçü dus.
Zonder alle verschillen tussen moslims en christenen te verdoezelen, kunnen we voor deze actie respect hebben. Kökçü heeft iets begrepen wat veel christenen vandaag steeds minder lijken te begrijpen: dat principes consequenties hebben. Waar PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, vorige week publiek Coming Outdag omhelsde, met regenboogvlag en al, was er zondag deze moslim die weigerde. Soms sta je dichter bij moslims dan bij geloofsgenoten… Soms zou je bijna zeggen: ‘Liever Turks dan PerspectieF!’
Commentaar: Regenboog en Religiestress
Het was dé rel van het afgelopen weekend. Feyenoordaanvoerder Orkun Kökçü weigerde de regenboogband te dragen! Nu eens geen christen die de wind van voren kreeg, maar een moslim. Wat kunnen christenen – ondanks hun moeite met topsport en de islam – leren van deze rel?
Voetbal en ‘regenboog’
Vorige week was het Coming Out Week. Daar werd op allerlei manieren aandacht voor gevraagd, ook binnen de topsport. Alle cornervlaggen en microfoons waren getooid in de regenboogkleuren. Alsof dit nog niet genoeg was, werden alle aanvoerders in de Eredivisie geacht een soortgelijk gekleurde aanvoerdersband te dragen. Feyenoord-aanvoerder Kökçü weigerde dit echter vanwege zijn (islamitische) geloofsovertuiging. De Turk zei in een verklaring: “Ik snap heel goed wat het belang is van deze actie, alleen voel ik mij door mijn geloofsovertuiging niet de aangewezen persoon om dit te supporten. Daarom voel ik me er niet comfortabel bij om deze aanvoerdersband te dragen.” Hij gaf aan voor iedereen respect te willen hebben, maar hoopte dat dit respect er ook was voor zijn door religieuze overtuiging ingegeven keuze. Het ‘probleem’ werd opgelost doordat een andere speler de band wél wilde dragen. Maar daarmee was de kous niet af.
Jan en alleman viel over de beslissing van de Feyenoorder. Feyenoorddirecteur Te Kloese sprak over een “moeilijke situatie voor iedereen binnen de club”. Het COC noemde het ‘onbegrijpelijk’ en sprak zelfs over een “klap in het gezicht voor lhbtiq+-fans en -spelers”. Kökçü wordt, net als Excelsiorspeler El Yaakoubi die ook ervoor koos geen band te dragen, zelfs op het matje geroepen door de Spelersvakbond VVCS. Volgens voorzitter Levchenko “kwetsen ze indirect ook een hele grote groep”. Volgens hem laat dit zien dat er nog “heel veel werk aan de winkel is” en dat we “nog steeds een groot probleem hebben in onze maatschappij”.
Religiestress
Volgens mij brengt het incident rond Kökçü juist een ander groot probleem in de samenleving aan het licht. Velen weten niet meer om te gaan met mensen die uitkomen voor hun religieuze overtuigingen. Zo vond Telegraafjournalist Valentijn Driessen het stuitend dat Kökçü respect vroeg voor zijn religieuze overtuiging. Hoe durft hij?! De moeite zit hem dan niet zozeer in religie als zodanig: dat moet kunnen als je je daar fijn bij voelt. Maar lastig wordt het als je op grond daarvan afstand durft te nemen van opvattingen die in de samenleving inmiddels als heilig gelden (zoals de gedachte: je moet kunnen zijn wie je bent). Dit seculiere credo is inmiddels zo onfeilbaar dat, wie er nog maar naar durft te wijzen, niet alleen als achterlijk beschouwd wordt, maar vooral als buiten de orde staand.
Veel mensen lijken niet (meer) te begrijpen hoe zwaarwegend godsdienst is voor gelovigen, ongeacht welke religie het betreft. Mensen lijken niet te begrijpen dat religieuze overtuigingen ook consequenties hebben voor je staan in de samenleving en de keuzes die je daarin maakt. Religie is voor velen iets voor achter de voordeur. Telkens wanneer er mensen zijn die duidelijk maken dat dit ook betekenis heeft voor buiten de voordeur is er verbazing alom. Zo tolerant zijn degenen die tolerantie preken kennelijk niet. Elseviercommentator Geerten Waling vroeg zich af: “Is er nog ruimte voor onwenselijke ideeën?” De veelgeroemde diversiteit blijkt van een enghartig gehalte; gelovigen (van welke soort dan ook) vallen snel buiten de boot. Kökçü is niet homo- of transfoob, hij deed zelfs de nogal ruimhartige uitspraak dat iedereen “vrij is te doen wat diegene wil of voelt”. Maar nee, dat volstaat niet. Je moet en zult hetzelfde denken als wat de meerderheid vindt over LHBT. Maar waarom zou díe overtuiging zwaarder wegen dan die van een gelovige die moeite heeft hoe de LHBT-lobby deze thematiek benadert?
De veelgeroemde diversiteit en inclusiviteit blijken niet meer dan de kleren van de keizer die geen verhulling kunnen bieden voor het verstikkend dwangmatig eenheidsdenken dat daaronder zit en dat geen raad meer weet met verschil van opvatting. Zonder dat we het doorhebben zijn we onderworpen aan een heropvoedingsprogram zonder weerga. En wee degene die daar niet in meegaat; die is het stoute jongentje van de klas dat even publiekelijk in de hoek gezet moet worden: zijn het niet de Nashvilledominees, dan wel het Gomarus. En deze week Kökçü dus.
Zonder alle verschillen tussen moslims en christenen te verdoezelen, kunnen we voor deze actie respect hebben. Kökçü heeft iets begrepen wat veel christenen vandaag steeds minder lijken te begrijpen: dat principes consequenties hebben. Waar PerspectieF, de jongerenorganisatie van de ChristenUnie, vorige week publiek Coming Outdag omhelsde, met regenboogvlag en al, was er zondag deze moslim die weigerde. Soms sta je dichter bij moslims dan bij geloofsgenoten… Soms zou je bijna zeggen: ‘Liever Turks dan PerspectieF!’
dr. M. Klaassen
Ook interessant
Niet ervaringsverhalen maar de Bijbel is leidend bij genderdysforie
In het boek ‘Een transgender komt thuis’ vertelt Laura Perry hoe ze een transitie naar man ingaat en daar weer (door Gods
Over collectieve lafheid en de noodzaak om te spreken
Regelmatig horen we van mensen die zich uitspreken tegen wokisme. Dit zijn vaak geen christenen. Houden christenen misschien te vaak hun mond?
Ontslag dreigt voor een docent; volgen er meer?
Vorige week diende de rechtszaak tegen Benny Elwuar. Hij wilde niet meedoen aan Paarse Vrijdag. Hoe vrijmoedig is ons getuigenis?
Recensie: Vuur dat nooit dooft
In juni 2022 werd het boek ‘Vuur dat nooit dooft’ van de theologen René Erwich en Almatine Leene gepubliceerd. Dit boek deed
Column: Wie Bijbels wil leven krijgt fobieën opgeplakt
Lobbyisten die andersdenkenden wegzetten als homofoob of transfoob zijn in feite ”veritasfoob”, bang voor de waarheid die Gods Woord spreekt.
Is het huwelijk een Paradijsbloem?!
9 Bijbelse plichten die man en vrouw tegenover elkaar hebben
Live shows
Totalitaire Jokjakartaprincipes zijn nog steeds van kracht
NPV schrijft brief voor commissievergadering VWS
Populaire artikelen
Wekelijkse nieuwsbrief ontvangen?
Bijeenkomsten
Geen toekomstige evenementen.