Leestijd: 4 minuten
Er komen steeds meer redenen bij voor moeders om buitenshuis te werken. Zo kopte deze week een artikel: Hoge kosten dwingen moeders te gaan werken. Dat stelt voor de vraag, hoe erg dit is. Anders benaderd: hoe moeten we omgaan met de toenemende druk?
Het principe
Is het een Bijbels uitgangspunt, dat moeders thuis zijn om voor de kinderen te zorgen? Sommigen zeggen, dat dit eigenlijk een negentiende-eeuwse uitvinding is, die past bij de emancipatie van de burgerij. Maar dit is een historisch onjuiste gedachte. Dat kan iedereen weten die getrouwd is volgens het Klassieke huwelijksformulier (eerste versie: 1566), waar de man als roeping krijgt aangewezen om te werken om zijn gezin te onderhouden, en de vrouw om in haar gezin te zijn. M. Luther schrijft in zijn commentaar Galaten 3:28: ‘de huisvrouw moge een kuis leven leiden en haar man kinderen baren, haar huishouden zorgvuldig bestieren, de kinderen goed opvoeden’. Levensbeschrijvingen (van Augustinus, Luther, Bunyan) geven hetzelfde te zien: de man was degene die (buitenshuis) de kost verdiende, de moeder/vrouw degene die het huishouden bestuurde.
Kortom: het is het uitgangspunt en de praktijk van de christelijke kerk in alle eeuwen geweest. Dat kan ook moeilijk anders, want het is Bijbels. Toen God na de zondeval de mensen vertelde welke vloek er over hun leven zou komen, deed Hij dat man- en vrouwspecifiek (Gen. 3:16-17). Voor de man kwam er moeite in zijn arbeid (‘in het zweet uws aanschijns’), voor de vrouw in haar kinderen-krijgen (‘met smart’). Paulus vermaant de mannen om te werken (1 Thess. 4:10-11) en de vrouwen om voor hun gezin te zorgen (1 Tim. 5:4, Titus 2:4-5).
De praktijk
Niet in iedere tijd ziet dit er hetzelfde uit. In een agrarische samenleving zijn man en vrouw samen op eigen erf. Daarbij deed de vrouw vaak ook aan huisvlijt (vergelijk Spreuken 31). Een slavin had geen keuze, zij moest simpelweg werken voor haar vrouw. Tijdens de Industriële Revolutie waren de lonen van arbeiders zo laag, dat de moeder, ja zelfs de kinderen, wel moest werken om überhaupt in leven te kunnen blijven. Onder het communisme waren veel mannen weggevoerd naar kampen, waardoor de moeder de kost verdienen moest. In Afrikaanse landen is het weliswaar zo dat de jonge kinderen bij de moeder zijn, maar die moeder doet dan wel zwaar werk op het stukje grond, om te zorgen voor maïs, groenten en dergelijke (en doen mannen geregeld maar weinig).
Oftewel: het beeld van de moeder die de hele dag zich kan beperken tot het schoonmaken van het huis, koken van het eten en voorlezen van de kinderen (als dit al ooit bestaan heeft) past bepaald niet in iedere tijd of omstandigheid. Deels was de moeder er wel helemaal voor de kinderen, maar dan in een andere vormgeving dan bij de ‘thuisblijfmoeder’ (denk aan de Afrikaanse). Deels zou de moeder er wel willen zijn voor de kinderen, maar werd haar dit van bovenaf onmogelijk gemaakt (denk aan de Russin).
Wat zien we nu in onze tijd? Inderdaad doet het tweede geval zich voor, namelijk dat sommige factoren het voor moeders echt moeilijk maken om thuis te blijven. Zeker bij een laag inkomen is het steeds moeilijker om als eenverdiener rond te kunnen komen (vooral door belastingstelsel en huizenprijzen). Maar de andere kant is, dat steeds meer mensen het geen probleem vinden om ook jonge kinderen een deel van de tijd aan anderen toe te vertrouwen, zoals in genoemd artikel doorklinkt: ‘Voor Henrieke is het geen principekwestie dat zij fulltime thuis zit om voor haar kinderen te zorgen.’ Als er geen diepe overtuiging is, wordt de stap om buitenshuis te gaan werken kleiner. Heel verschillende dingen veroorzaken het ‘moeten’ werken: niet alleen financiën, maar ook de roep om arbeidskrachten (zorg, onderwijs), gewenste levensstandaard (incl. vakanties), behoefte om er even uit te zijn, drang tot zelfontplooiing, opleidingsniveau. Bovendien wordt de drempel steeds lager doordat de omgeving het steeds gewoner vindt.
Een uitweg
Sommige van deze factoren zijn echt prangend. Maar het is toch zo, dat moeders in Nederland niet gedwongen worden om buitenshuis te gaan werken op de manier zoals vroeger een slavin. Dus gaat het er om, hoe belangrijk het principe voor ons is. Leerkracht – dat is inderdaad een kostbare taak, maar stel dat het moederschap nóg kostbaarder is…? Financiën – die kunnen echt knellen, maar blijken maar zelden onoplosbaar. (En wonderlijk, juist in grote gezinnen – met hoge kosten – ‘kan’ het vaker wel!) Soms kwam er hulp op ongedachte wijze; juist de wonderlijke uitredding deed bijzonder beseffen: onze onmogelijkheden zijn niet Gods onmogelijkheden…
Het is dus allereerst nodig, dat we los van de praktijk nagaan wat het Bijbelse principe is. Alleen als we overtuigd zijn van wat de Bijbel zegt, kunnen we op een verantwoorde manier naar ‘speelruimte’ zoeken. We moeten dus niet de praktijk of tijdgeest laten heersen over het zoeken naar Bijbelse uitgangspunten. Levende voorbeelden kunnen trouwens ook helpen.
Verder ligt hier een belangrijke taak voor de kerk, richting eenverdieners met een laag inkomen, en zeker ook richting jonge weduwen (met nauwelijks nabestaandenpensioen). Wat zou het goed zijn als mede-gemeenteleden (ook diakenen) kijken hoe zij een helpende hand kunnen bieden. Door het opvangen, niet van de kinderen maar van de financiële nood. Mogelijk te helpen aan een stukje huisvlijt. Daar liggen trouwens best mogelijkheden. Ik geloof dat er in deze tijd nieuwe vormen van thuiswerken zijn waarmee moeders neveninkomsten kunnen genereren zonder hun kinderen aan anderen te moeten toevertrouwen.
Verder vraag ik me wel eens af, of het voor sommigen niet een optie zou zijn om naar goedkopere delen van het land te verhuizen. De huizenprijzen verschillen nogal, en daardoor ook de kosten voor levensonderhoud. In deze gebieden mist wel vaak een ruim vangnet van kerk en familie, maar als meerdere gezinnen hiervoor kiezen kunnen zij elkaar steunen. Bovendien kunnen zij zo in een omgeving waar slechts weinigen het Evangelie kennen daarvan getuigen – zowel met woorden als (o.a.) middels een Bijbels gezinsleven. Een dubbele zegen dus. Voor de omgeving én het eigen gezin. Want een moeder die er (ook in drukke bezigheden) altijd voor de kinderen is, geeft een teer (hoewel altijd gebrekkig) voorbeeld van Gods onveranderlijke omzien naar Zijn kinderen.
Gepubliceerd: 06-01-2023. Afbeelding: Freepik/Drazen Zigic
Zijn dure tijden reden voor moeders om buitenshuis te werken?
Er komen steeds meer redenen bij voor moeders om buitenshuis te werken. Zo kopte deze week een artikel: Hoge kosten dwingen moeders te gaan werken. Dat stelt voor de vraag, hoe erg dit is. Anders benaderd: hoe moeten we omgaan met de toenemende druk?
Het principe
Is het een Bijbels uitgangspunt, dat moeders thuis zijn om voor de kinderen te zorgen? Sommigen zeggen, dat dit eigenlijk een negentiende-eeuwse uitvinding is, die past bij de emancipatie van de burgerij. Maar dit is een historisch onjuiste gedachte. Dat kan iedereen weten die getrouwd is volgens het Klassieke huwelijksformulier (eerste versie: 1566), waar de man als roeping krijgt aangewezen om te werken om zijn gezin te onderhouden, en de vrouw om in haar gezin te zijn. M. Luther schrijft in zijn commentaar Galaten 3:28: ‘de huisvrouw moge een kuis leven leiden en haar man kinderen baren, haar huishouden zorgvuldig bestieren, de kinderen goed opvoeden’. Levensbeschrijvingen (van Augustinus, Luther, Bunyan) geven hetzelfde te zien: de man was degene die (buitenshuis) de kost verdiende, de moeder/vrouw degene die het huishouden bestuurde.
Kortom: het is het uitgangspunt en de praktijk van de christelijke kerk in alle eeuwen geweest. Dat kan ook moeilijk anders, want het is Bijbels. Toen God na de zondeval de mensen vertelde welke vloek er over hun leven zou komen, deed Hij dat man- en vrouwspecifiek (Gen. 3:16-17). Voor de man kwam er moeite in zijn arbeid (‘in het zweet uws aanschijns’), voor de vrouw in haar kinderen-krijgen (‘met smart’). Paulus vermaant de mannen om te werken (1 Thess. 4:10-11) en de vrouwen om voor hun gezin te zorgen (1 Tim. 5:4, Titus 2:4-5).
De praktijk
Niet in iedere tijd ziet dit er hetzelfde uit. In een agrarische samenleving zijn man en vrouw samen op eigen erf. Daarbij deed de vrouw vaak ook aan huisvlijt (vergelijk Spreuken 31). Een slavin had geen keuze, zij moest simpelweg werken voor haar vrouw. Tijdens de Industriële Revolutie waren de lonen van arbeiders zo laag, dat de moeder, ja zelfs de kinderen, wel moest werken om überhaupt in leven te kunnen blijven. Onder het communisme waren veel mannen weggevoerd naar kampen, waardoor de moeder de kost verdienen moest. In Afrikaanse landen is het weliswaar zo dat de jonge kinderen bij de moeder zijn, maar die moeder doet dan wel zwaar werk op het stukje grond, om te zorgen voor maïs, groenten en dergelijke (en doen mannen geregeld maar weinig).
Oftewel: het beeld van de moeder die de hele dag zich kan beperken tot het schoonmaken van het huis, koken van het eten en voorlezen van de kinderen (als dit al ooit bestaan heeft) past bepaald niet in iedere tijd of omstandigheid. Deels was de moeder er wel helemaal voor de kinderen, maar dan in een andere vormgeving dan bij de ‘thuisblijfmoeder’ (denk aan de Afrikaanse). Deels zou de moeder er wel willen zijn voor de kinderen, maar werd haar dit van bovenaf onmogelijk gemaakt (denk aan de Russin).
Wat zien we nu in onze tijd? Inderdaad doet het tweede geval zich voor, namelijk dat sommige factoren het voor moeders echt moeilijk maken om thuis te blijven. Zeker bij een laag inkomen is het steeds moeilijker om als eenverdiener rond te kunnen komen (vooral door belastingstelsel en huizenprijzen). Maar de andere kant is, dat steeds meer mensen het geen probleem vinden om ook jonge kinderen een deel van de tijd aan anderen toe te vertrouwen, zoals in genoemd artikel doorklinkt: ‘Voor Henrieke is het geen principekwestie dat zij fulltime thuis zit om voor haar kinderen te zorgen.’ Als er geen diepe overtuiging is, wordt de stap om buitenshuis te gaan werken kleiner. Heel verschillende dingen veroorzaken het ‘moeten’ werken: niet alleen financiën, maar ook de roep om arbeidskrachten (zorg, onderwijs), gewenste levensstandaard (incl. vakanties), behoefte om er even uit te zijn, drang tot zelfontplooiing, opleidingsniveau. Bovendien wordt de drempel steeds lager doordat de omgeving het steeds gewoner vindt.
Een uitweg
Sommige van deze factoren zijn echt prangend. Maar het is toch zo, dat moeders in Nederland niet gedwongen worden om buitenshuis te gaan werken op de manier zoals vroeger een slavin. Dus gaat het er om, hoe belangrijk het principe voor ons is. Leerkracht – dat is inderdaad een kostbare taak, maar stel dat het moederschap nóg kostbaarder is…? Financiën – die kunnen echt knellen, maar blijken maar zelden onoplosbaar. (En wonderlijk, juist in grote gezinnen – met hoge kosten – ‘kan’ het vaker wel!) Soms kwam er hulp op ongedachte wijze; juist de wonderlijke uitredding deed bijzonder beseffen: onze onmogelijkheden zijn niet Gods onmogelijkheden…
Het is dus allereerst nodig, dat we los van de praktijk nagaan wat het Bijbelse principe is. Alleen als we overtuigd zijn van wat de Bijbel zegt, kunnen we op een verantwoorde manier naar ‘speelruimte’ zoeken. We moeten dus niet de praktijk of tijdgeest laten heersen over het zoeken naar Bijbelse uitgangspunten. Levende voorbeelden kunnen trouwens ook helpen.
Verder ligt hier een belangrijke taak voor de kerk, richting eenverdieners met een laag inkomen, en zeker ook richting jonge weduwen (met nauwelijks nabestaandenpensioen). Wat zou het goed zijn als mede-gemeenteleden (ook diakenen) kijken hoe zij een helpende hand kunnen bieden. Door het opvangen, niet van de kinderen maar van de financiële nood. Mogelijk te helpen aan een stukje huisvlijt. Daar liggen trouwens best mogelijkheden. Ik geloof dat er in deze tijd nieuwe vormen van thuiswerken zijn waarmee moeders neveninkomsten kunnen genereren zonder hun kinderen aan anderen te moeten toevertrouwen.
Verder vraag ik me wel eens af, of het voor sommigen niet een optie zou zijn om naar goedkopere delen van het land te verhuizen. De huizenprijzen verschillen nogal, en daardoor ook de kosten voor levensonderhoud. In deze gebieden mist wel vaak een ruim vangnet van kerk en familie, maar als meerdere gezinnen hiervoor kiezen kunnen zij elkaar steunen. Bovendien kunnen zij zo in een omgeving waar slechts weinigen het Evangelie kennen daarvan getuigen – zowel met woorden als (o.a.) middels een Bijbels gezinsleven. Een dubbele zegen dus. Voor de omgeving én het eigen gezin. Want een moeder die er (ook in drukke bezigheden) altijd voor de kinderen is, geeft een teer (hoewel altijd gebrekkig) voorbeeld van Gods onveranderlijke omzien naar Zijn kinderen.
Gepubliceerd: 06-01-2023. Afbeelding: Freepik/Drazen Zigic
ds. M. van Reenen
Ook interessant
Je familie heeft jou nodig (en jij hen)
Talloze ouders en kinderen hebben geen contact meer met elkaar. Hoe komt dat? De regels van het gezinsleven zijn veranderd.
Waar komt het gezin vandaan?
We leven in een interessante tijd, allicht zonder precedent in de geschiedenis, waarin ons begrip van het gezin wordt aangevallen en onze
Nehemia als poortwachter (3)
Welke taal spreken uw kinderen? Kennen ze de taal van de wereld beter dan de taal van de Bijbel? Nehemia 13 roept
Interview: „We moeten ons oefenen in het vinden van de juiste woorden”
Tijdens het schrijven van hun boek ”Vrouw vandaag” zeiden Marieke den Butter (rechts op de foto) en Wilma Samyn regelmatig tegen elkaar:
De toekomst van het huisgezin
Vele gevaren bedreigen het gezin. Volgens ds. Herman Bavinck zag echter geen reden om te wanhopen.
Vaders en moeders zijn gelukkig niet hetzelfde
Wat we nodig hebben
Causaal verband sociale media en de ACG in de hersenen.
Een belangrijke studie over Deuteronomium 22:5 en genderdysforie
Geloftedag in de donkere dagen voor Kerst?
Populaire artikelen
Wekelijkse nieuwsbrief ontvangen?
Bijeenkomsten
Geen toekomstige evenementen.