Ongeloof, draagmoederschap en de maakbare samenleving

Hagar en Ismael - learnreligionscom
Leestijd: 3 minuten

Ongeloof heeft een verwoestend effect op het gezinsleven. Dat zien we om ons heen, maar we lezen het ook in de Bijbel. Het reflecteert in de tekst “Gij zijt een God die mij ziet” (Genesis 16:13). Daaruit blijkt enerzijds dat de maakbare samenleving niet gelukkig maakt, maar ook dat God kwetsbare mensen onder Zijn hoede neemt.

We leven in een tijd waarin de westerse samenleving reageerbuisbaby’s en draagmoederschap genormaliseerd heeft. De oorlog in de Oekraïne bracht een grote draagmoeder industrie aan het licht. Gelukkig stelt Nederland zich relatief terughoudend op. Landen als België gaan veel verder, maar ook in ons land vinden velen dat als je kiest voor een duurzame seksuele verhouding waaruit biologisch gesproken geen kinderen kunnen voortkomen, dit via medische maatregelen en met behulp van anderen geregeld zou mogen worden. Onlangs wijdde de KRO/NCRV een programma aan een zoektocht van homoseksuele mannen naar een draagmoeder. De achterliggende gedachte: Alles in het leven moet op onze manier verlopen. Tot het krijgen van kinderen toe. Het conditioneren van de samenleving over dit onderwerp doet denken aan de nachtmerrie tonelen die Huxley beschreef in Brave New World.

Dikwijls zijn het juist de kwetsbare mensen die slachtoffer worden van dit maakbaarheids-denken van rijke mensen in het westen. Reageerbuisbaby’s en draagmoederschap maken voortplanting los van intimiteit en biologische geslachts- en levensgemeenschap. Gelukkig is commercieel draagmoederschap in Nederland verboden, maar elders komt het wel voor. Helaas is juist in arme landen als India commercieel draagmoederschap toegestaan. Onze rijksoverheid waarschuwt dat vrouwen hiertoe uit winstoogmerk gedwongen kunnen worden door anderen en dat er in dat geval sprake is van verboden mensenhandel. Echter, hoe vrijwillig is draagmoederschap in omstandigheden van grote armoede feitelijk, zelfs al worden vrouwen niet letterlijk door partners of bemiddelaars gedwongen? Immers, overleving en het wegnemen van financiële zorgen kunnen mensen in ontwikkelende landen dwingen om dingen te doen waartoe ze anders nooit bereid waren geweest.

Ongeloof gebruikt het kwetsbare

Het is een dilemma dat we in essentie al in het eerste boek van de Bijbel tegenkomen. De maakbare samenleving komt reeds voor in Genesis. Daar treffen we een vrouw wiens lichaam gebruikt wordt om andere mensen een kind te laten krijgen. Ze krijgt geen kind omdat ze zelf geliefd is.

Hagar was een slavin uit Egypte. Zelfs haar naam – Hagar betekent “vreemdeling” – getuigt van haar gebrek aan status. Haar lichaam werd gebruikt om de man van een andere vrouw een kind te laten krijgen. Als kwetsbare slavin had ze geen zeggenschap over haar eigen seksualiteit en lichaam. Ze werd gebruikt. Dat niet alleen. Het was ook nog Gods verbondsvolk dat dit aan haar deed, belijders van de enig ware God. Abraham, de vader van alle gelovigen; juist hij had beter moeten weten. De Bijbel laat zien dat het besluit van Abraham om via Hagar een kind te verwekken, voortkwam uit ongeloof. Het gebrek aan vertrouwen op God, een menselijk plan om dingen voor elkaar te krijgen op onze manier. Niet op Gods manier. De Heere had Abraham een kind beloofd. Toen dat uitbleef, kwam Sarah met een eigen oplossing. Bij God heiligt het doel echter niet de middelen. Vroeger niet en nu ook niet.

Het ongeloofs-gedrag van Abraham maakte de seksualiteit los van de intieme levenslange relatie met één vrouw waarvoor het bedoeld was. Hagar werd gereduceerd tot een object en gebruiksvoorwerp. Juist christenen zouden alles moeten doen om dit te voorkomen.

God draagt het kwetsbare

Wel is het bijzonder dat God juist in die omstandigheden van misbruik en verwerping door Zijn bondsvolk, Hagar persoonlijk ontmoet. Ze leert ondanks alles wat ze meemaakt dat God betrokken is op haar leven en met haar lot begaan. Hij zal ook een keer brengen in haar lot. Het heeft iets van een voorsmaak op de Bergrede van de Heere Jezus en de belofte dat mensen die hongeren en dorsten naar gerechtigheid bij God uiteindelijk verzadigd zullen worden. Ze weet te onderscheiden tussen het verkeerde gedrag van gelovigen en hoe de Heere is. “En zij noemde den Naam des HEEREN, Die tot haar sprak: Gij, God des aanziens!” (Gen 16:13)

Dat geeft haar kracht om door te gaan. Veertien jaar later zal de Heere haar uit de slavernij bevrijden en haar uiteindelijk de moeder van een groot volk laten zijn. Ondanks het ongeloof en het verkeerde gedrag van Gods volk, gaat de Heere Zijn weg met deze kwetsbare buitenlandse vrouw. We zien op aarde ook iets van Gods gerechtigheid. Het nageslacht van Abraham en Sarah zal, net als Hagar, ervaren wat het is om slaaf te zijn in het land Egypte. Volgens veel oudtestamentici en rabbijnen is dat geen toeval. Ongeloofsgedrag en uitbuiting van het kwetsbare blijft bij de Heere nooit zonder gevolgen. Anderszins laat de belijdenis van Hagar zien, dat wie in kwetsbare omstandigheden zijn toevlucht neemt tot Hem, niet wordt teleurgesteld.


Gepubliceerd: 13-01-2023

Ook interessant