Enkele gedachten over Prediker 4 vers 8-10.
We begonnen deze serie met een koord dat uit drie samengeweven draden bestaat. De derde draad is de tegenwoordigheid van Hem Die de Derde wil zijn in het huwelijksverbond of – beter nog – de Eerste en de Hoogste en de Liefste. Van zo’n drievoudig snoer geldt: het wordt “niet haast gebroken” (Pred. 4:12b).
Opgezocht in het dal
Deze tekst, toegepast op het huwelijk, wil niet zeggen dat er buiten de kerk nooit sprake kan zijn van een goed en hecht huwelijk. Die zijn er door Gods algemene goedheid soms wel, maar het zijn (in toenemende mate) uitzonderingen en een christen moet het er maar niet op wagen (zie 2 Kor. 6:14). Het woord van Salomo wil evenmin zeggen dat het binnen de kerk altijd goed gaat. Helaas niet! Het gaat erom of een huwelijk in de Heere is begonnen (1 Kor. 7:39) en door Hem gedragen wordt. Als dat het geval is, wordt het niet “haast gebroken” en zal het in Hem mogen eindigen.
Een mooi voorbeeld daarvan is het eerste huwelijk dat ooit gesloten is, het huwelijk van Adam en Eva. Hun verbintenis was in God begonnen. Hij Zelf was het Die hen tot elkaar had gebracht en het huwelijk had voltrokken. Toen de zondeval plaatsvond, had dat vreselijke gevolgen: scheiding van God, verduistering van hun leven, valse schaamte, vervreemding van elkaar en naderhand ook zorgen in de opvoeding van hun kinderen. Toch hebben Adam en Eva elkaar teruggevonden. Waar is dat gebeurd? In het dal der verootmoediging en bij de deur van de hoop die door God werd geopend.
Teruggebracht tot God
Die deur was de moederbelofte (dat wil zeggen: de moeder van alle beloften), waarvan we lezen in Genesis 3:15. Het was de aankondiging van de Verlosser Die de kop van de slang zou vermorzelen. Wat onherstelbaar verbroken was, zou Hij weer goedmaken door Zijn verzoenend lijden en sterven op Golgotha. De Heere Jezus Christus kwam terecht in de diepste eenzaamheid, ja, in de Godverlatenheid, opdat zondaren voor eeuwig met God verenigd zouden worden.
Wanneer wordt dat een wonder? Als wij gaan inleven zonder God en zonder hoop in deze wereld te zijn, en dat om eigen schuld. Als wij iets kennen van dat grote verdriet buiten de gemeenschap met God te staan door onze zonde en nooit meer gelukkig te kunnen zijn voordat we tot Hem zijn teruggebracht. Verstaan we dat? Is dat werkelijkheid geworden in ons leven? Hebben we bij het licht van de Heilige Geest de breuk ingeleefd die er gevallen is tussen God en onze ziel? Hoor dan het evangelie! Nu is er Eén geweest Die van God en mensen was verlaten. Maar nu heeft Hij uit eeuwige liefde de schuld verzoend en de kloof gedempt. Hij Die met Zijn eigen bloed heeft betaald, Hij laat het horen: “Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14:6).
Weer aan elkaar verbonden
Deze heerlijke Zaligmaker komt op Zijn tijd tot allen die in de schuldverslagenheid tot Hem
roepen. Ze kunnen niet meer zalig worden, zo menen zij. Maar in die onmogelijkheid laat Hij de ruimte zien in Zichzelf. Denk maar aan de zogenoemde Emmaüsgangers, Kleopas en zijn vriend (Luk. 24:13-35). Ze liepen met z’n tweeën langs de weg met gebogen hoofd, niet in staat om elkaar uit de put te halen. Met het sterven van de Verlosser was hun hoop in rook opgegaan. Totdat die Derde bij hen kwam… Toen werd alles anders. Toen gingen de Schriften open en hun harten open. Toen gingen ten slotte ook hun ogen open en mochten ze zien wie Hij was. Kortom, toen is het verrassend waar geworden: “Twee zijn beter dan één” en “een drievoudig snoer wordt niet haast gebroken”!
Als gehuwde mensen vandaag érgens behoefte aan hebben, is dit het. In Christus worden zij weer aan elkaar verbonden, ook als er afstand is gekomen en de hoop op een oplossing is vervlogen. We kunnen zo druk bezig zijn met van alles. Maar Gods Woord zegt: “Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden” (Matth. 6:33). Zoek ernaar in Zijn Woord en onder de prediking. Zoek ernaar in het gebed en bij Gods kinderen. Zoek het persoonlijk en zoek het samen. Doe maar eenvoudig wat er in dat oude versje staat: “Voeg u bij de Godgezinden; wie weet, ge mocht daar Jezus vinden!”
Om nooit meer te scheiden
Salomo spreekt over een koord dat “niet haast” zal worden gebroken. Dat is mooi, maar dat wekt de indruk dat het soms toch gebeurt. En inderdaad, huwelijksbanden kunnen soms knappen. Huwelijken die goed lijken begonnen te zijn, lopen op de klippen. Daar helpt soms geen enkel koord en zelfs niet die rode draad van de Engelse marine aan. Met het koord van geloof, hoop en liefde is het anders. Dat drievoudige snoer wordt nooit gebroken. Het is door de Drie-enige God gelegd en Hij houdt het in stand. Hij is een God voor de tijd en de eeuwigheid. Een God voor het persoonlijk leven en het huwelijksleven.
Heeft Hij dat niet laten zien op de bruiloft te Kana, toen de wijn op was? Daar was Hij de Derde. Liever nog, daar was Hij de Eerste: de Eerste in Zijn opzoekende liefde en de Laatste in Zijn onfeilbare trouw. Daar heeft Hij Zijn heerlijkheid geopenbaard in de nood van twee jonge mensen (Joh. 2:11). Wat is het gevolg? Geen eenzaamheid, maar gemeenzaamheid. Gemeenschap met Hem, de grote Bruidegom, en gemeenschap met Zijn bruidsgemeente. Dat wil de Heere geven, zowel in het leven van gehuwden als van ongehuwden. En wie dat ervaart gaat instemmen met dat mooie rijmpje van Jodocus van Lodenstein: “Zalig eenzaam, met God gemeenzaam!”
Lees hier ook deel 1 en deel 2.
Gepubliceerd: 16-02-2023