Een zegen zijn voor je kinderen is hard werken
Veel problemen in de samenleving ontstaan door afwezige vaders. Vrouwen en kinderen lijden eronder. Vaders hebben de taak om iets van Gods Vaderhart te laten zien. Dat is een taak die voortdurende oefening vraagt.
Sociologen en politici aan de rechterkant van het politieke spectrum vertellen ons vaak dat een van de grootste problemen waarmee de samenleving wordt geconfronteerd, het gebrek aan vaders is. Heel vaak zullen ze het probleem alleen presenteren in termen van pure aantallen en statistieken:
- “Het aantal huishoudens waar geen vader aanwezig is, is in 40 jaar gestegen van X naar Y.”
- “Het aantal tieners van wie hun ouders nog steeds getrouwd zijn is nu slechts X, in vergelijking met Y slechts 30 jaar geleden.”
- “Kinderen die opgroeien in huizen met een moeder en vader hebben X keer meer kans om betere cijfers te halen dan die kinderen die opgroeien in huizen waar dit niet het geval is.”
Dit soort zaken zijn volkomen waar en valide. Het is volkomen waar dat er een enorme toename van vaderloosheid is geweest en dat dit verwoestende gevolgen heeft gehad voor kinderen, gezinnen en de samenleving als geheel. Het is volkomen waar dat de explosie van het aantal echtscheidingen in de afgelopen halve eeuw een groot aantal problemen heeft veroorzaakt, waar we nu de vruchten van plukken.
Niet alleen een kwestie van meer, maar ook van beter
Er schuilt echter een gevaar in deze statistische benadering. Die laten ons geloven dat het probleem gewoon een gebrek aan vaders is. Of om het anders te zeggen, we kunnen het probleem van vaderloosheid gaan zien als gewoon een kwantitatief probleem – gebrek aan vaders – en dan de neiging hebben om de oplossingen in dezelfde bewoordingen te zien – meer vaders nodig.
Maar hoe waar dit ook is, het is niet de kern van het vaderschapsprobleem.
Om de kern van het probleem te kunnen begrijpen, moeten we ook kijken naar de kwaliteit van het vaderschap. Hier lijken veel analisten aan voorbij te gaan. Natuurlijk is ‘het hebben van een vader’ beter dan ‘geen vader te hebben’ (tenzij de vader in kwestie zijn kinderen actief misbruikt, in welk geval het kind beter af zal zijn in een huis waar hij niet aanwezig is), maar er is meer aan de hand. We moeten niet veronderstellen dat vaderloosheid op zich het enige probleem is dat moet worden opgelost. Integendeel, het gaat er veel meer over wat vaderschap eigenlijk is.
Laten we voor de duidelijkheid een vergelijking maken. Je hebt ongetwijfeld politici en werkgevers horen klagen dat er een vaardigheidskloof is in de beroepsbevolking. Hierbij wordt gesteld dat we een X aantal ingenieurs nodig hebben om de kloof in technische vaardigheden te dichten. De vraag die echter zelden wordt gesteld, is: “Welk type ingenieurs hebben we nodig?” Als we dat niet weten, kunnen we massa’s bouwkundig ingenieurs in een regio trainen, terwijl later blijkt dat we juist behoefte hebben aan chemische ingenieurs. Het probleem is dus niet opgelost. Een soortgelijk principe geldt ook op het gebied van het vaderschap. Het probleem is niet alleen een gebrek aan vaders in huizen – hoe cruciaal dit ook is – maar het gaat ook om het type vaders dat we hebben.
Eén van de vele redenen waarom we nu een ‘epidemie van vaderloosheid’ hebben, is doordat veel vaders uit vorige generaties niet begrepen hoe het vaderschap er echt uit zou moeten zien. Zeker, de meeste mannen begrepen dat ze voor hun gezin moesten zorgen en hun gezin moesten beschermen – wat vanzelf wel goed is – maar helaas kwamen veel mannen niet verder dan dat.
Falende vaders en feminisme
Terwijl kinderen de voor de hand liggende slachtoffers van vaderloosheid zijn, blijft de schade niet beperkt tot hen. De moeders van hun kinderen, en vrouwen in het algemeen, worden ook gekwetst wanneer mannen hun rol als gezinshoofd niet op zich nemen.
Ik heb er geen enkele behoefte aan om het feminisme te verdedigen. Het is een on-Bijbelse ideologie, die mannen ‘bevrijdt’ van hun verantwoordelijkheid als gezinshoofd. Hoe kon het feminisme zo succesvol zijn? Veel antwoorden zijn mogelijk, en het is zeker de moeite waard om de rol van de overheid en ‘Big Business’ te bestuderen. Zij deden beloften van een beter, meer bevredigend leven voor vrouwen via carrière succes. Maar achter dit alles zit de feministische ideologie, die in wezen parasitair is en zich voedt met de ontevredenheid van vrouwen. Waar komt deze onvrede vandaan? Helaas kwam veel onvrede voort uit het falen van vele – misschien zelfs wel de meeste – mannen om hun rol als echtgenoot en vader te vervullen. Dat reikt verder dan de basisprincipes van verzorgen en beschermen.
Als algemene regel – en ik benadruk het woord algemeen – zal een vrouw die een zelfopofferende echtgenoot heeft, die liefheeft, toegewijd is en zichzelf echt aan hun kinderen geeft, niet ontevreden genoeg zijn met haar lot om een ideologie te willen omarmen die huwelijk en moederschap als een vloek ziet. Ja, er kunnen uitzonderingen zijn, maar die zullen zeldzaam zijn. We zullen met elkaar moeten erkennen dat het feminisme een oorsprong heeft en dat deze oorsprong voor een groot deel is te wijten aan het falen van mannen.
Kijk niet naar de overheid
De eenvoudige, getalsmatige oplossing – we hebben meer vaders nodig – is geen echte oplossing. Ook hoeven we van de overheid geen oplossingen voor de vaderloosheid te verwachten. De Staat is zowel parasiet als gastheer in dit probleem. Zij voedt zich met de ontevredenheid van vrouwen die maar steeds toeneemt.
Eén manier waarop de Staat dit heeft gedaan, is door egalitarisme te omarmen en het overal agressief te promoten. Dus men praat over een glazen plafond op de werkvloer. Men verspreidt voortdurend statistieken over mannen die meer betaald krijgen, meer werken en meer topfuncties hebben dan vrouwen, zonder ooit eerlijk genoeg te zijn om het woord ‘baby’ te introduceren. Ook heeft de overheid het makkelijk gemaakt om van elkaar te scheiden en is het huwelijk als levensverbond krachteloos gemaakt.
Dit alles droeg eraan bij dat vrouwen niet langer tevreden zijn met het opvoeden van hun eigen kinderen. Ze willen een ander leven. En als dit hun moeilijkheden of problemen bezorgt, wie lost de problemen dan op? Dit moet de staat dan doen, met zijn beloften van gratis kinderopvang. We hoeven niet alleen de staat de schuld te geven. De andere grote boosdoeners zijn Big Business, Media en Adverteerders. Maar het is de staat tot wie we ons wenden voor oplossingen, en we moeten inzien waarom zij niet de oplossing kunnen brengen. De staat wil dat helemaal niet. Zij zaait onvrede onder vrouwen en oogst dan de beloning van hogere belastingen en meer controle over het dagelijks leven.
De hoge kosten
Hulp verwachten van de staat is dus niet de oplossing. Waar dan wel? De oplossing ligt bij iedere vader persoonlijk. Het gaat om vaders die er elke dag naar streven om een betere vader te worden. Het gaat om vaders die niet tevreden zijn met de taak als louter kostwinner en beschermer op een eenvoudig niveau, maar juist een diep verlangen hebben om hun kinderen tot zegen te zijn door zijn woorden en daden, iedere dag opnieuw. Het gaat om de vader die probeert te begrijpen hoe God – de Vader – is en die door Zijn genade ernaar streeft om dit op de kinderen over te brengen.
Om op het laatste punt door te gaan. Volgens Doug Wilson zijn vaders voor hun kinderen een afbeelding of afspiegelingen van God de Vader. Een vader spreekt voortdurend met de kinderen door zijn woorden en daden zoals het een vader betaamt en zo onderwijst hij de kinderen steeds over de Vader. Een vader vertelt door zijn handelen óf een leugen óf de waarheid over het wezen van God de Vader.
Het is een uitdagende spiegel voor de vaders onder ons. Natuurlijk zullen we geen volmaaktheid zien, maar vertellen we tegen onze kinderen de waarheid over God de Vader in ons leven of vertellen we een leugen? Vertellen we de waarheid over de Vader door een spiegel te zijn van Zijn ruimhartige, welwillende, liefhebbende, vergevingsgezinde, rechtvaardige, barmhartige, genadige aard? Of leren we onze kinderen een leugen over de Vader door onze hardheid, onverschilligheid, afstandelijkheid, kilheid of afwezigheid?
We zouden het zo kunnen zeggen: echt vaderschap is kostbaar. De prijs van Gods barmhartigheid en liefde die aan Zijn kinderen wordt getoond, was de dood van Zijn eniggeboren Zoon op Golgotha. Als u een vader bent, hoeveel is het vaderschap u dan waard? Vrijgevigheid, welwillendheid, liefde, vergeving, barmhartigheid en genade zijn veel kostbaarder dan hardvochtigheid, onverschilligheid, afstandelijkheid, kilheid of afwezigheid. Ze vereisen dagelijks gebed en strijd tegen de zonde. Ze vereisen dat we onszelf vernederen om sorry te zeggen tegen onze kinderen als we ze onrecht hebben aangedaan. Ze vereisen geduldig luisteren naar hen en je verblijden over dingen die voor jezelf misschien onbelangrijk zijn, maar wat voor je kinderen wel echt belangrijk is. En nog veel meer.
Ik weet niet hoe het zit met de vaders die dit lezen, maar ik worstel hiermee. Het zijn geen gemakkelijke vereisten voor een zondige en egoïstische man. Toch maken ze deel uit van een strijd waar alle vaders met blijdschap in zouden moeten deelnemen, want overwinning in deze strijd betekent zegen voor de kinderen. En als genoeg vaders de strijd aangaan, zal dat uiteindelijk ook onze samenleving tot zegen zijn.
Paulus over betrokken vaders
De apostel Paulus heeft het bijzondere vermogen om meer in één zin te zeggen dan de meesten van ons in duizend woorden kunnen stoppen. Hoe onderwijst hij vaders om zich tegenover hun kinderen te gedragen? ‘Vaders, verwekt uwe kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren’ (Efeziërs 6:4).
Is het dat Paulus? Is dat alles wat je tegen vaders te zeggen hebt? Onze kinderen niet boos maken en ze opvoeden in Gods wegen? Niet echt. De oneliners van Paul zijn als het openen van een schat in een grot en we moeten diep graven als we tot de kern van zijn leer willen komen en het goud willen delven.
Zoals hij vaak doet, begint Paulus met iets negatiefs, maakt dit neutraal en eindigt positief. Een voorbeeld hiervan is Efeziërs 4:28 waar hij dit zegt: ‘Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene die nood heeft.’
Stel je een wijzerplaat voor met drie markeringen. Aan de linkerkant is diefstal. In het midden is geen diefstal. En aan de rechterkant is arbeiden om uit te delen. Het moralistische christendom ziet alleen de noodzaak om de knop van links naar midden te draaien. ‘Doe dit niet’ en ‘Doe dat niet.’ Alsof alleen de afwezigheid van diefstal nodig is. Maar Paulus zegt, ‘nee, dat is niet alles wat nodig is. God wil niet alleen “geen dieven”; Hij wil blijde gevers.’
Paulus doet hetzelfde met het deel over de vader. Aan de linkerkant staat opwekken tot toorn. En er zijn verschillende manieren waarop men dit kan doen. Paulus zegt dat de knop om moet. Waarheen? Naar de plek in het midden, van ‘mijn kinderen niet langer opwekken tot toorn’? ‘Nee’, zegt hij, ‘draai die helemaal naar rechts.’ Dus net zoals tegenover ‘stelen’ niet het ‘niet stelen’ staat, maar uitdelen, staat tegenover het ‘niet opwekken tot toorn’ het ‘hen opvoeden en vermanen’ (in sommige vertalingen staat trainen/discipelen maken en instructie/tucht/correctie, maar de betekenis is ongeveer hetzelfde).
Berisping vs. vermaning
Wat hier misschien vreemd klinkt, is dat nadat we de wijzer van de negatieve stand – die tot toorn verwekt – naar de positieve stand hebben gedraaid, we Paulus horen spreken over vermaning (of correctie). Maar is vermanen (of corrigeren) niet een negatieve actie?
Dat kan het natuurlijk zijn. Ik weet zeker dat we allemaal voorbeelden kunnen bedenken van manieren waarop vaders hun kinderen op een volledig negatieve manier kunnen berispen (als je op mij lijkt, zul je dit zelf ook gedaan hebben). Als zo’n manier van berisping de norm wordt, dan leidt dit precies tot datgene wat we volgens Paulus moeten vermijden – onze kinderen irriteren en opwekken tot toorn.
Hoe kan dan vermaning of correctie positief zijn? Dat heeft te maken met ons hart. Is het ons verlangen om onze kinderen gecorrigeerd en hersteld te zien? Als we de vermaning of correctie uitvoeren op een manier die dat verlangen weerspiegelt, dan is het ongetwijfeld iets positiefs en dan zullen onze kinderen er over het algemeen positief op reageren.
Hoe ziet opvoeden eruit?
Hoe zit het met ‘opvoeden’? Dat klinkt positiever dan vermaning, maar wat heeft dat te betekenen?
Misschien kan een illustratie helpen. Mijn kinderen deden met hun vrienden onlangs een experiment waarbij ze zes verschillende zaden in zes verschillende potten stopten, waarbij ze elk zaad aan verschillende omstandigheden onderwierpen. De eerste kreeg lucht, water, aarde, licht en warmte, terwijl de andere een van deze elementen misten. Sommigen groeiden helemaal niet. Anderen groeiden een beetje, maar erg zwak en traag. Je hoeft niet te raden welke plant goed groeide!
Net zoals planten alle elementen nodig heeft om goed te groeien, zo hebben onze kinderen dat ook nodig. En zoals het zaad dat één of meer van deze elementen mist, óf helemaal niet zal groeien, óf misschien belemmerde groei zal vertonen, zo is het ook met onze kinderen. Hoewel ik de analogie niet te ver wil drijven, is er een vrij nauwe overeenkomst met enkele elementen die nodig zijn om het zaad te laten groeien en waarmee we onze kinderen liefdevol moeten verzorgen. Het is bijvoorbeeld mogelijk om hen het licht van Gods Woord te geven, zowel thuis als in de kerk, en te denken dat dit zal volstaan. Maar als de omgeving thuis of in de kerk ijskoud is, of als we hun karakters, gaven en creativiteit zo smoren dat ze zich verstikt voelen, kunnen ze het Bijbelse onderwijs gaan verachten. Er zijn talloze ‘getuigenissen’ van mensen die dat hebben meegemaakt.
‘Opvoeden’ betekent dat wij onze kinderen alle elementen geven die ze nodig hebben om te gedijen en op te groeien tot mannen en vrouwen die God kennen en die een oprechte liefdevolle, dienende geest hebben. Alleen onderwijs uit Gods Woord is niet genoeg; dit moet gebeuren in een omgeving die warm en gezond is. We moeten een thuis creëren waar Christus geëerd wordt, zowel in het onderwijs als in ons voorbeeld. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat we onze kinderen niet verstikken of te zware lasten op hen leggen. Ze hebben lucht nodig om te gedijen. Ik heb veel mensen het geloof van hun ouders zien verwerpen. Waarom? Omdat hun ouders probeerden hen in een bepaalde vorm te persen van hoe zij dachten dat christenen eruit zouden moeten zien.
Vaders, mag ik u dringend verzoeken ernaar te streven dichter bij uw kinderen te komen? Knuffel uw kinderen meer (vooral meisjes). Ze moeten zich gewild en veilig voelen, zelfs degenen die dit niet erg goed communiceren. Praat meer met ze. Wees geïnteresseerd in hen en hun leven. Spreek vriendelijk met hen en goed van hen. Verwijder alle obstakels in je leven die een struikelblok voor hen kunnen zijn, of die wrok kunnen kweken en een afstand tussen jou en je kinderen kunnen creëren. Streef ernaar hen te onderwijzen vanuit Gods Woord, zowel door woorden als door voorbeelden. Als je hen onrecht hebt aangedaan, of tegen hen hebt geschreeuwd, of hen in de steek hebt gelaten, vraag hun dan om vergeving, en niet alleen de vergeving van God. Laat hen weten dat je je leven voor hen zou geven. Vul je huis met liefde en genade.
Als we falen…
Dat gezegd hebbende, komt ongetwijfeld de vraag: Hoe moet dat dan? Denken aan hoe opvoeding en vermaning eruit zouden moeten zien, is één ding, maar als je huis op het mijne lijkt, is de realiteit er vaak ver vandaan. Soms begon het er misschien iets op te lijken, maar vaak faal ik hierin Wat dan?
De dingen die ik hierboven heb opgesomd, zijn moeilijke dingen die zelfopoffering, vastberadenheid en vooral de Geest van God vereisen. Het is onvermijdelijk dat we dingen zullen verknoeien; we zullen onvermijdelijk ook weleens falen. Dit is echter een aansporing om door te zetten, niet op te geven. Het Christendom is niet een religie waarbij wij onszelf een pak slaag geven voor mislukkingen. Integendeel, het is een religie die zegt: ga op je knieën, zoek Gods vrije en volledige vergeving door Jezus, en vraag dan om Zijn Geest om je in staat te stellen een betere vader voor je kinderen te zijn.
Vaderschap is de belangrijkste sociale kwestie van onze tijd, en achter heel veel van wat er mis is gegaan in onze samenleving ligt het gebrek aan goede vaders. Dus als u dat nog niet doet, wilt u dan regelmatig voor vaders bidden? Bid dat elk kind in het land zijn vader zou kennen gedurende zijn kindertijd. Bid dat ieder kind de liefde en de warmte van een goede vader leert kennen. Bid dat vaders in uw gemeente in staat worden gesteld om hun gezinnen te leiden; om hun kinderen met liefde en genade te “te leren en te vermanen” in den Heere. Bid dat goede vaders betere vaders worden. Bid voor afwezige of arme vaders om berouw te hebben en Gods genade te ontvangen, om een vader te zijn zoals hen nog nooit is gelukt. En bovenal, bid dat God onze kerken, onze gemeenschappen en onze samenleving zal hervormen door de harten van de vaders te richten op de kinderen en de harten van de kinderen op de vaders.
Dit artikel is geschreven door Rob Slane. Hij is de auteur van A Christian and Unbeliever discuss Life, the Universe, and Everything.
Dit artikel verscheen eerder op Reformed Perspective.