Juridische bedenkingen bij transgenderzorg aan kinderen

vrouwe justitia
Leestijd: 2 minuten

Verschillende landen komen terug van het zogenaamde ‘Dutch protocol’, de behandelcriteria voor mensen met genderdysforie. Ook in Nederland neemt de kritiek toe. In een recente studie worden juridische bedenkingen geuit bij de transgenderzorg voor kinderen in Nederland.

In een uitgebreid artikel[1] in het Nederlands Juristenblad van 14 juli 2023 uiten de auteurs juridische bezwaren tegen de manier waarop in Nederland de transgenderzorg bij kinderen en beginnende pubers plaatsvindt. In de samenvatting vooraf lezen we:

In Nederland vindt de zorg aan kinderen met genderdysforie plaats op basis van het Dutch Protocol (2018). Normaal gesproken zijn medische protocollen leidend bij invulling van de medisch professionele standaard. Wil een protocol inderdaad leidend zijn, dan moet het (i) evidence based zijn, (ii) een beperkte medisch-ethische lading hebben en (iii) in een adequaat proces tot stand zijn gebracht. In dit artikel wordt onderbouwd dat het zeer de vraag is of voldaan is aan de eerste eis. Ook zou niet voldaan zijn aan de tweede en derde eis. In een reeks Europese landen, waar aanvankelijk het Dutch Protocol navolging vond in de transgenderzorg aan kinderen, begint men daarvan terug te komen. De civiele rechter behoort het Dutch Protocol (2018) dan ook niet als leidraad te nemen mocht toepassing daarvan tot aansprakelijkheidskwesties leiden.

De auteurs onderbouwen hun bedenkingen uitgebreid. Ten eerste is het Dutch protocol veel te weinig onderbouwd, niet gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek. Er zijn zelfs redenen genoeg om te stellen dat er ernstige tekortkomingen in dat protocol zijn, wat in landen als Zweden, Engeland en Finland al reden is om voor een veel voorzichtiger aanpak te kiezen. Dat komt mede door spijtoptanten: jongeren die een aantal jaren na transitie spijt hebben en in de-transitie gaan. In een artikel in HP/De Tijd van 31-10-2022 komt Maarten aan het woord. Hij zegt: “De transitie heeft mijn leven verwoest” en “Ik heb nu een advocaat in de arm genomen”. De auteurs van het artikel betogen dat een eis tot schadevergoeding zeker kans maakt, gezien de zwakke onderbouwing van het Dutch protocol. In alle landen waar gezondheidsautoriteiten reviews deden, zijn de bevindingen steeds dat het bewijs ernstig tekort schiet.

Over de gevaren van puberteitsblokkers en hormonen bij jongeren schreef ik al eerder en daar wordt ook in dit artikel op ingegaan. Daarnaast komt de vraag aan de orde in hoeverre kinderen en aankomende pubers in staat zijn om weloverwogen een beslissing over hun toekomst te nemen. De effecten van de behandeling zijn namelijk vergaand. De auteurs schrijven daarbij o.a. het volgende: “Neemt men anderzijds in ogenschouw de moeilijkheden en medische beperkingen in de mogelijkheid van een vrouwenlichaam werkelijk een mannenlichaam te maken en andersom, dan groeit de intuïtie dat het voor het kind toch beter zou zijn als het er op de een of andere manier in slaagt vrede te vinden met het lichaam waarmee het geboren is.” Ze citeren ook een interview in de Volkskrant van 10 mei 2023 met twee leden van de commissie die onderzoek deed, die o.a. waarschuwen: Transgender personen worden een “medisch-specialistische fuik” in geduwd.

De auteurs concluderen dat de minister er verstandig aan doet om het Zorginstituut Nederland zo snel mogelijk opdracht te geven met een nieuw protocol te komen. Het is de moeite waard om het hele artikel te lezen.


[1] Transgenderzorg bij kinderen. Juridische bedenkingen bij het Dutch protocol. Door Prof. mr. J.L. Smeehuijzen (hoogleraar privaatrecht aan de VU), dr. J. Smids (docent en onderzoeker filosofie en ethiek bij het Erasmus MC) en mr. C. Hoekstra (promovendus aan de rechtenfaculteit van de VU)

Ook interessant

Ineens vlakte het aantal transities af

In de media en politiek is gender nagenoeg onaantastbaar. Klinieken zagen het aantal cliënten de laatste tien jaar sterk toenemen. Toch lijkt