Pastoraat bij echtscheiding – deel II: De profetische roeping van de kerk

Bron: Freepik. Echtscheiding scheurt een gezin uit elkaar.
Leestijd: 5 minuten

Nehemia krijgt bericht uit Jeruzalem dat de stad in puin ligt. Dat de muren verwoest waren. Die verwoeste muren roepen allerlei associaties op. Denk nu dan aan de verwoeste muren van de vele gebroken gezinnen, van de vele gebroken huwelijken. Van overspel. Enzovoorts. Toen Nehemia hoorde over die verwoeste muren, toen was hij daar kapot van. Hij zat neer, hij weende, hij bedreef rouw, dagenlang; en hij was vastende en biddende voor het aangezicht van de Heere (Neh. 1: 4). Hij was er kapot van. Bent u ook kapot van de huwelijksnood in de gemeente die u dient? Raakt het uw hart? Nehemia wel, maar hij bad ook! En hij ging aan het werk. Hij deed wat hij kon.

Wat is onze (pastorale) roeping in zo’n geestelijk strijdperk? Want wij – u en ik – wij staan aan het front. Wat is onze roeping in de geestelijke strijd rondom het huwelijk. Waartoe zijn we geroepen als een huwelijk daadwerkelijk verbroken is. Want dat is het thema: Pastoraat bij echtscheiding. Ik heb ervoor gekozen om die geestelijke strijd te concretiseren vanuit een profetische, een priesterlijke en een koninklijke roeping. U hoort daarin de drie ambten van Christus (zoals Calvijn die onderscheidde) en van een christen, zoals we deze terugvinden in de Catechismus. Een christen is geroepen om profeet, priester en koning te zijn (vgl. HC zondag 12, vragen 31 en 32). Zullen we, kijkend door die bril, nog eens kijken naar het vraagstuk van echtscheiding.

De profetische roeping van de kerk rond echtscheiding

De kerk heeft een profetische roeping. De roeping om Gods Woord te verkondigen, om zonden aan te wijzen, om te protesteren waar dat nodig is. U moet de zonde benoemen. Als mensen scheiden op onbijbelse gronden. Als iemand zijn of haar huwelijk vernielt. Als iemand in overspel leeft. Als er sprake is van seksverslaving. Als er onveiligheid is in het gezin. Dan moet u de zonde benoemen, en oproepen tot bekering. Want ‘wie zijn overtreding bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze bekent en laat zal barmhartigheid verkrijgen’ (Spreuken 28: 13). Een wachter op Israëls muren moest roepen als er onheil kwam (Ezech. 33). Zo moet u roepen als iemand in zonde leeft, u moet oproepen tot bekering. Dat is de taak van een profeet. Johannes de Doper confronteerde Herodes met de zonde toen hij trouwde met de vrouw van zijn broer Filippus (Markus 6).

Ik heb u opgeroepen om het Bijbelse onderwijs over het huwelijk te verkondigen. Maar wellicht is het helemaal niet verkeerd om ook het Bijbelse onderwijs rond echtscheiding in de gemeente te bestuderen. Om dat concreet te maken: in diverse kerkverbanden is grondig studie gemaakt van het vraagstuk wat een Bijbelse grond voor echtscheiding is, en wat niet. De conclusie is dat een huwelijk door overspel in feite al gebroken is, dus dat overspel een Bijbelse echtscheidingsgrond is. Andere gronden worden als niet-Bijbels gezien. Weet u als ambtsdrager wat de Bijbel te zeggen heeft over echtscheiding? En kunt u dat in alle eenvoudigheid ook uitleggen? Het is belangrijk dat u – zeker in concrete pastorale situaties – met de Bijbel op tafel bestudeert wat de Heere hierover te zeggen heeft. Het helpt natuurlijk als dat Bijbelse onderwijs ook in de prediking en wellicht elders in de gemeente plaatsvindt.

Tafel en bed

Ik wil u vanmiddag laten weten dat hier voor mij wel een dilemma ligt. Dat wil ik vanuit de praktijk maar gewoon met u delen. Mijn dilemma is dit: de argumentatie dat alleen overspel een Bijbelse echtscheidingsgrond is, komt op uit de Schrift en kan ik helemaal onderschrijven. En ik weet ook dat de Heere in zeer moeilijke situaties Zijn hulp en bijstand kan geven, ook als men het allerminst verwacht. Maar wat moet ik nu zeggen tegen dat echtpaar waar het huwelijk door een persoonlijkheidsstoornis onleefbaar is geworden? Waar ernstige verslavingsproblematiek is? Wat moet ik zeggen tegen die vrouw – en tegen haar kinderen – die frequent huiselijk geweld meemaakt? In de praktijk kom ik te vaak tegen dat kerkenraden dan zeggen: “Ja, ’t is geen overspel, dus je mag niet scheiden”. Maar voor de vraag wat er dan wél nodig is om tot een leefbare situatie te komen, is vervolgens weinig ruimte. En daar worstel ik mee. Daar ben ik verlegen mee, en die verlegenheid wil ik aan u voorleggen.

Broeders, ik pleit absoluut niet voor een verruiming van de echtscheidingspraktijk. Laat niemand me dat vanmiddag in de mond leggen. En ik zeg het ds. Labee graag na, die vorige week nog in de Saambinder schreef dat de grote nood in huwelijken soms meer vragen oproept dan antwoorden. Maar ik vrees dat we als reformatorische kerken mensen soms in de kou laten staan doordat we zeggen: ’t is geen overspel, dus je moet er samen wat van zien te maken. Of – ander voorbeeld – een man gaat overduidelijk vreemd (digitaal of live), maar heeft geen geslachtsgemeenschap met de vrouw in kwestie, of dat is in elk geval niet aangetoond. Dus, er vindt geen daadwerkelijk overspel plaats. En intussen wordt het huwelijk wel geruïneerd door ontrouw. Broeders, ik roep u op om in zulke situaties niet rigide vast te houden aan het statement dat alleen overspel een Bijbelse echtscheidingsgrond is. Maar daal af in de put van ellende waar dit echtpaar, waar deze vrouw of man in zit, en probeer heel concreet samen met hen te zoeken wat de Heere van hen vraagt in déze situatie. Als we zien dat een huwelijk onleefbaar of echt onveilig is geworden, zullen we dan in elk geval de mogelijkheid van een ‘scheiding van tafel en bed’ als een reële optie laten staan?!

Overheid

Een ander aspect van de profetische taak van de kerk wil ik noemen. Dat is dat echtscheiding een enorme maatschappelijke impact heeft. Het werkt enorm ontwrichtend. Vorig jaar verscheen er een onderzoek van onderzoeksbureau Significant waarin naar voren kwam dat maar liefst 90% van de kinderen die onder toezicht staan van de jeugdzorg uit gebroken gezinnen komen. Lang werd gedacht dat dit percentage veel lager zou liggen. Maar kinderen uit gebroken gezinnen doen dus een bovengemiddeld groot beroep op jeugdzorg. Denk nog eens terug aan die twee vrouwen langs die rivier die daar drenkelingen staan te redden. Onze overheid lijkt op zo’n redder, met name de gemeenten, die de jeugdzorg moeten organiseren en financieren. Maar de overheid zou er goed aan doen om wat verder stroomopwaarts te gaan kijken. Nu zou ik niet graag willen dat we de Nederlandse staat straks gaat bepalen hoe ik mijn huwelijk moet inrichten. Maar verbetering van de mogelijkheden van relatietherapie zou geen overbodige luxe zijn. De afgelopen 10 – 12 jaar heeft de overheid relatieproblemen steevast als een privézaak gezien, terwijl de gevolgen van het stuklopen van relaties hebben geleid tot een forse toename van problematiek onder jongeren. Het deputaatschap Diaconale & Maatschappelijke Zorg van de Gereformeerde Gemeenten heeft onlangs aan alle kerkenraden binnen dit kerkverband een brief gestuurd om hier aandacht voor te vragen. Heel concreet is hun oproep: stel dit punt eens aan de orde als er een overleg tussen kerken en de burgerlijke gemeente. Vraag de plaatselijke overheid is wat er gebeurt om hulp te bieden aan stellen die strubbelingen ervaren in hun relatie. Ik zie het afgelopen jaar voorzichtig wat initiatieven ontstaan van gemeenten die bijvoorbeeld een relatieloket beginnen. Vaak zijn het de christelijke fracties die dit punt op de agenda zetten. Wij als kerken kunnen dit stimuleren. Zou dit ook niet een manier zijn om de vrede te zoeken van de stad waar we wonen (Jer. 29)?


Lees ook:

Ook interessant

Tijdelijk alleen met de kinderen thuis 

“Mijn man is een maand van huis geweest. Niet dramatisch lang, maar lang genoeg om na te denken over het ‘éénoudergezin’.”