Over Bijbelse Woke
Jeremia 1
11 Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Wat ziet gij, Jeremía? En ik zeide: Ik zie een amandelroede.
12 En de HEERE zeide tot mij: Gij hebt wel gezien; want Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen.
Amandelroede
In de roepingsgeschiedenis van Jeremia komt een sterke verwijzing voor naar een natuurverschijnsel dat typisch is voor het vroege voorjaar in Israël. Voordat allerlei bomen en planten tot leven komen, trekt in januari de bloesem van de amandelboom de volle aandacht. Die amandelboom is een vroege bloeier die herinnert aan de waakzaamheid van God om Zijn Woord in vervulling te laten gaan. Zó wordt dat hier gezegd! In het begin van dit hoofdstuk is er namelijk een woordspeling die iets duidelijk wil maken. De Heere God laat Jeremia een amandeltak zien om hem daarmee te bemoedigen. God speelt hier als het ware met woorden, want amandeltak is in het Hebreeuws ‘shawkeed’ en het werkwoord ‘waken’ klinkt als ‘showkeed’, een frappante overeenkomst van de Hebreeuwse medeklinkers.
Die verwantschap moet Jeremia op een spoor zetten. Er zijn vertalers die hierin meegaan en het woord ‘amandeltak’ weergeven met ‘waakboom’ om zó aan te sluiten bij de eigenschap van God dat Hij wáákt over Zijn Woord. Dát is wat Jeremia moet meekrijgen: wat God belooft, zal Hij ook doen! Hij zal Zijn waarheid nimmer krenken – om het wat ouderwets te zeggen! De bloeiende amandeltak fungeert hier als een toezegging dat de Heere God met Jeremia mee zal gaan, als die zijn bedenkingen uitspreekt vanwege zijn nog jonge leeftijd. Zo zeker als die amandeltak bloeit, zo zeker verbindt God zich aan Zijn profeet om hem bij te staan. Die amandeltak belooft óók dat God altijd weer een nieuwe lente laat aanbreken, ook al moet Jeremia nu vooral woorden spreken die een oordeel over Israël inhouden. Dat oordeel is onafwendbaar en heeft Israël aan zijn eigen ongeloof en ongehoorzaamheid te danken. Daar gaat een groot gedeelte van het boek Jeremia over.
Woke
Wij horen in onze tijd vaak over het verschijnsel ‘woke’. Daarbij gaat het om waakzaamheid of alertheid om op te komen voor minderheden die in het gedrang zijn geraakt. Je kunt daarbij denken aan racistische uitingen of vrouwenrechten die in de knel komen. Het is een goed iets om daar waakzaam in te zijn. Te vaak en te makkelijk worden elementaire mensenrechten met de voeten getreden. Dus is woke-zijn zeker niet verkeerd. Er gaat echter een probleem ontstaan als woke een ideologisch uitgangspunt gaat vormen en men alles door een woke-bril gaat zien.
- Aan de Universiteit van Amsterdam heeft een wetenschapper het moeten ontgelden, omdat hij het waagde de sterk dominante gedachten over non-binariteit van vraagtekens te voorzien en te stellen dat dit geen wetenschappelijke basis heeft. Hij wilde zijn wetenschappelijke uitgangspunten bewaren en daaraan vasthouden.
- Woke wordt ook een leidend ideologisch principe als bijvoorbeeld het LAKS als scholierenorganisatie leerkrachten wijst op onjuist taalgebruik als zij spreken over ‘jongens en meisjes’. ‘Leerlingen’ is dan de meer passende benaming, die als niet kwetsend wordt ervaren. ‘Doubleren’ is verder beter dan de uitdrukking ‘blijven zitten’. Ook zou er niet meer gesproken mogen worden van ‘hoogopgeleiden’ en ‘laagopgeleiden’, want bij die laatste term is de kans op stigmatisering zeer wel aanwezig, wat ten allen tijde voorkomen moet worden. Woorden doen ertoe heet het dan.
- Daarom ontstond er ook een rel toen de uitgever van de boeken van Roald Dahl allerlei aanpassingen moest doorvoeren, omdat diens taalgebruik als te rauw werd ervaren. Woorden als ‘dik’ en ‘lelijk’ zijn dan uit den boze. Mensen mogen niet worden buitengesloten door dit soort kwalificaties, want woke komt op voor een inclusieve en diverse samenleving.
De wraak van woke is, dat wie anderen buitensluit, zelf ook buitengesloten wordt.
Zijn kerken ‘woke-bestendig’?
In hoeverre zijn kerken vatbaar voor de woke-cultuur die vandaag opgeld doet? Het heeft er alle schijn van dat in de mainstream kerken men niet wars is van het woke-appèl om zaken die aanstoot geven of discriminerend zijn op te ruimen. De Bijbel wordt zelfs zo mogelijk gescreend op onwelgevallige passages en deze worden uitgelegd op zo’n manier dat de angel er niet meer in zit. De kerk moet een toonbeeld worden van tact, respect en invoelingsvermogen, waarbij elke vorm van krenking uit de weg wordt gegaan.
Als de kerk zich moet onderzoeken op woke-bestendigheid, dan zal de censuur op Bijbelteksten heel ver moeten reiken en het rode potlood vaak moeten worden gehanteerd, want de God van de Bijbel is niet mals als het gaat om zonde en ongerechtigheid. Als zulke woorden uit het Bijbelse vocabulaire moeten, dan staat zelfs het voortbestaan van die kerk op het spel en is onbevangen Bijbellezen niet meer mogelijk.
Zwaar te verduren
Ik las laatst over het boek van de hoogleraar Andreas Kinneging met als sprekende titel ‘Je mag zeggen wat je denkt, als je maar hetzelfde denkt als iedereen’. Deze hoogleraar wijst hiermee op het correcte denken dat door de woke-cultuur wordt gedicteerd. Meestal is dat in ons land een intellectuele elite, maar het kan ook een politieke of maatschappelijke bovenlaag zijn of nog weer andere groeperingen met aspiraties of ambities die neigen tot totaal-dominantie. Zij voelen zich dan superieur. Hun mening is boven die van anderen verheven.
In zo’n klimaat is het moeilijk om christen te zijn en te geloven in goddelijke principes, Om vast te houden aan Bijbelse uitgangspunten. Je krijgt het dan zwaar te verduren als je meent te moeten opkomen voor Bijbelse gedachten over tal van zaken die vandaag spelen, maar waar mensen willen kiezen voor een ultieme ruimte van denken, die recht doet aan de individuele keuzevrijheid. Vaak gaat die vrijheid in tegen wat God in Zijn Woord geboden heeft. Wij leven in een tijd van expressief individualisme. Soms zijn die krachten die daarbij loskomen zo sterk dat ze de geestelijke weerbaarheid van de gemeente van Christus ondermijnen en vindt er een uitholling plaats, die de gemeente krachteloos maakt en haar zeggingskracht vermindert.
De Heere waakt!
Tenslotte keren wij nu terug naar Jeremia en de bemoediging via de amandeltak die God hem liet zien. Jeremia krijgt een moeilijke opdracht van Godswege. Hij moet een boodschap van oordeel brengen aan Israël en de volkerenwereld. De Heere God vat het voor Jeremia samen in een viertal werkwoorden: ‘Zie, Ik stel u op deze dag aan over de volken en over de koninkrijken om weg te rukken en af te breken, om te vernielen en af te breken…’ Want God waakt over de wereld, over Zijn schepping, over recht en gerechtigheid. Hij waakt over Zijn Woord om dat te doen. Maar deze indringende woorden zijn niet alles, want daar doorheen glinstert de hoop dat God toch ook weer terugkomt op Zijn belofte. Jeremia mag iets laten klinken dat God toch weer zal omzien naar Israël en naar Zijn schepping. Er zijn dan twee werkwoorden die hoop geven: bouwen en planten.
Er zal steeds weer een nieuwe lente zijn totdat God de mensheidsgeschiedenis voltooid acht. Dat is kortweg de les van de amandeltak! De Heere God waakt over Zijn Woord om dat te doen!
Yme Horjus is emerituspredikant van de baptistenkerk en heeft les gegeven aan de predikantenopleiding