Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden?

Deugdzame vrouw_Bron Blog Intheway
Leestijd: 5 minuten

Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Deze vraag uit Spreuken 31 brengt ons bij de vraag wat een deugdelijke huisvrouw is! In enkele Bijbelstudies bekijken we karaktereigenschappen van een ‘goede vrouw’.

10 Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is ver boven de robijnen.
11 Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.
12 Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
13 Daleth. Zij zoekt wol en vlas, en werkt met lust harer handen.
14 He. Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen.
15 Vau. En zij staat op als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het hun bescheiden deel.
16 Zain. Zij denkt om een akker en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
17 Cheth. Zij gordt haar lendenen met kracht, en zij versterkt haar armen.
18 Teth. Zij smaakt dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
19 Jod. Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten het spinrok.
20 Caph. Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige, en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige.
21 Lamed. Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw, want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed.

Spreuken 31:12: Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.

Een deugdelijke huisvrouw is de kroon van haar man en een geschenk van God. Dat lezen we ook op een andere plaats in het Spreukenboek: ‘Maar een verstandige vrouw is van den Heere’ (Spr. 19:14). Een verstandige vrouw is een vrouw die weet om te gaan met haar man zoals hij is. Want elke man heeft zo zijn eigen karakter, zijn goede kanten, maar ook zijn nukken, zijn slechte eigenschappen en zijn eigenaardigheden. Maar een verstandige vrouw weet dit op te vangen. Ze houdt er rekening mee. Ze weet wanneer ze zwijgen moet. Ze weet wanneer ze spreken kan.

Zij is haar man een steun en toeverlaat. Ze weet met hem om te gaan en houdt rekening met zijn zwakheden. Ze kent zijn karakter en speelt erop in. Ze zorgt goed voor hem. Bovendien zal ze niets willen doen wat schadelijk is voor zijn goede naam. Ze verlangt ernaar om hem in alles goed te doen. Ze heeft een goede invloed op hem. Ze stuurt hem bij en corrigeert hem waar nodig. Ze is hem in alle dingen tot een hand en een voet. Werkelijk: een hulp tegenover hem.

In de poort
Zó’n vrouw heeft een man nodig. Zeker als deze man een openbare functie bekleedt. En dat doet de man van deze deugdzame vrouw: ‘Haar man is bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands’ (Spr. 31:23). Hij bekleedt dus een hoge functie. Want de poort vormde het centrum van het burgerlijke en economische leven in de stad. Daar kwamen de vooraanstaande mannen samen om belangrijke besluiten te nemen en om recht te spreken. Daar werd wijze taal gesproken. Hier zaten de bestuurders van de stad.

Voordat Israël een koning kende, hadden de oudsten van de stad grote invloed. Ze hadden gezag. Hun woorden telden zwaar mee (Ruth 4). Na de komst van het koningshuis werd hun positie meer adviserend van aard. Dat nam echter niet weg dat deze mannen een vooraanstaande rol speelden in de gemeenschap. Dat kon alleen maar als ze een vrouw hadden die helemaal achter hen stond. Een vrouw die hen goed deed en geen kwaad. Zo’n vrouw is deze deugdzame huisvrouw. Met haar vaar je wel en word je niet teleurgesteld.

Spreuken 31:15a: En zij staat op, als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze.

Een goede vrouw is een ijverige vrouw. Ze loopt de kantjes er niet van af, maar zet zich in voor haar gezin. Niet voor niets wordt gezegd in het huwelijksformulier dat de vrouw ‘op haar huishouding goede acht dient te hebben’. Dat vraagt veel inzet bij het werk.

Die inzet klinkt door in heel Spreuken 31. Niets is haar te veel. Geen stap is voor haar te ver. Al moest ze net zo ijverig zijn als de handelsschepen die naar verre oorden varen. Al moest ze voor het onderhoud van haar gezin een eind op pad. Zo moeten we dat namelijk lezen: ‘Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen’ (Spr. 31:14). Dit tekent haar ijver, haar inzet, haar vlijt.

De hoofdtaak van de vrouw uit Spreuken 31 ligt in het gezin. Het is haar een vreugde om alles draaiende te houden. Het geeft haar voldoening als het in de huishouding gesmeerd loopt. Dat vraagt wel veel van haar. In het zakenleven zou er een cursus agendabeheer en tijdsplanning voor worden gegeven. Zij moet het echter zelf uitzoeken. Alles moet op tijd op orde zijn. Wat is er veel te regelen! Het dagritme dient afgestemd te worden op de werkzaamheden die verricht moeten worden. Maar het vraagt ook om af te zien van allerlei eigen bezigheden. Want waar ‘eigen dingen’ voorop staan, loopt het huishouden in de soep.

Uitslapen?
Uitslapen is voor de luiaards! De schrijver van het Spreukenboek is daar duidelijk over: ‘Hoe lang zult gij, luiaard, nederliggen? Wanneer zult gij van uw slaap opstaan?’ (Spr. 6:9). De taak roept. Het werk wacht. Ook voor een moeder. Daarom staat ze voor dag en dauw op (Spr. 31:15a). Vaak als het buiten nog donker is. Als het nog stil op straat is. Een deugdelijke huisvrouw laat haar werk voorgaan op haar gemak en haar genoegens. Even langer blijven liggen zit er daarom niet in. Al ligt het bed nog zo lekker. Al ben je nog zo moe. Je moet eruit, want er is werk te doen!

In Spreuken 31 gaat het om een vrouw met een voorname positie. Ze heeft de beschikking over eigen personeel. Andere vrouwen zijn bij haar in dienst, zodat ze haar werk aan hen zou kunnen overlaten. Toch maakt dat deze deugdelijke huisvrouw niet lui. Ze blijft niet in bed liggen in afwachting van de dienstmaagden die haar zullen helpen. Integendeel, ze zorgt ervoor dat de tafel op tijd is gedekt voor haar dienstpersoneel. Ze zet hun ontbijt klaar, zodat zij op tijd aan de slag kunnen gaan. Ze is zich bewust van haar taak als vrouw en moeder.

In veel gezinnen zal moeder de vrouw de eerste zijn die op is. Er wordt al vroeg veel van haar gevraagd. De kleren voor de kinderen worden klaargelegd. De kleintjes worden gewassen. Alles wordt klaargelegd, wat de kinderen moeten meenemen naar school. Ze zorgt ervoor dat de tafel is gedekt. Het eten staat klaar. Het broodtrommeltje voor de rest van de dag wordt door haar gevuld. Als haar man of de oudste kinderen al vroeg de deur uit moeten, zit ze met hen aan tafel. Daarna eet ze zelf met de jongste kinderen van het gezin. Ze smeert hun brood. Ze luistert naar hun gesprekken. Ze begint met hen de dag door te lezen uit Gods Woord en de Heere te bidden om Zijn zegen voor de dag. Daarna zorgt ze dat ze goed aangekleed zijn om naar school te kunnen gaan. Als de dag nog maar enkele uren oud is, heeft moeder er al heel wat werk op zitten.


Dit is de tweede Bijbelstudie over Spreuken 31. Lees hier het eerste deel.

Ook interessant

Help, een thuisblijfmoeder!?

Om maar met de deur in huis te vallen: ik ben een werkende moeder. Een thuiswerkende moeder, wel te verstaan. Tot de

Werkisme negatief voor vruchtbaarheid

Werkisme leidt tot een lagere vruchtbaarheid. IVF moet de kinderwens later alsnog vervullen. Leren we onze kinderen ‘contra mundum’ te leven?

Moet de vrouw onderdanig zijn?

Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig. Deze Bijbeltekst roept weerstand op. Wat bedoelde Petrus, toen hij dit schreef?

Is “de-gendering” zonde?

Stel, je bent een vrouw en je wil in transitie. Wat zou je dan van je voorganger willen horen? John Piper heeft

Podcast 3: Eén geestelijk geheel

Er wordt in Efeze 5:32 gesproken over een groot geheimenis. Wat is dit geheimenis? Gaat het hier over iets wat nog nooit