Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden?

Deugdzame vrouw_Bron Blog Intheway
Leestijd: 6 minuten

Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Deze vraag uit Spreuken 31 brengt ons bij de vraag wat een deugdelijke huisvrouw is! In enkele Bijbelstudies bekijken we karaktereigenschappen van een ‘goede vrouw’.

10 Aleph. Wie zal een deugdelijke huisvrouw vinden? Want haar waardij is ver boven de robijnen.
11 Beth. Het hart haars heren vertrouwt op haar, zodat hem geen goed zal ontbreken.
12 Gimel. Zij doet hem goed en geen kwaad, al de dagen haars levens.
13 Daleth. Zij zoekt wol en vlas, en werkt met lust harer handen.
14 He. Zij is als de schepen eens koopmans; zij doet haar brood van verre komen.
15 Vau. En zij staat op als het nog nacht is, en geeft haar huis spijze, en haar dienstmaagden het hun bescheiden deel.
16 Zain. Zij denkt om een akker en krijgt hem; van de vrucht harer handen plant zij een wijngaard.
17 Cheth. Zij gordt haar lendenen met kracht, en zij versterkt haar armen.
18 Teth. Zij smaakt dat haar koophandel goed is; haar lamp gaat des nachts niet uit.
19 Jod. Zij steekt haar handen uit naar de spil, en haar handpalmen vatten het spinrok.
20 Caph. Zij breidt haar handpalm uit tot den ellendige, en zij steekt haar handen uit tot den nooddruftige.
21 Lamed. Zij vreest voor haar huis niet vanwege de sneeuw, want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed.

Spreuken 31:26: Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong is leer der goeddadigheid

De man is het hoofd van het gezin. Als priester van het gezin gaat hij voor in de gebeden. Hij draagt ook de eindverantwoordelijkheid voor de (godsdienstige) opvoeding van de kinderen. Dat wil echter beslist niet zeggen dat de vrouw daarin geen taak heeft. Integendeel. Het Spreukenboek zet er zelfs mee in: ‘Mijn zoon! Hoor de tucht uws vaders, en verlaat de leer uwer moeder niet’ (Spr. 1:8). Hiermee wordt de onderwijzing door de moeder bedoeld.

Op de knie van moeder ontvingen de meeste kinderen in Israël onderwijs. Daar leerde een kind praten. Daar kreeg het de lessen mee voor het staan in dit leven. De moeder legt daarmee de grondslagen voor de opvoeding. Het zijn levenslessen die een kind nooit mag vergeten: ‘Mijn zoon, bewaar het gebod uws vaders, en verlaat de wet uwer moeder niet. Bind ze steeds aan uw hart, hecht ze aan uw hals’ (Spr. 6:20-21).

Opvoeden is ouderliefde
Wie zijn kind niet opvoedt, maar het in alles zijn gang laat gaan, laat weinig ouderliefde zien. Zo’n kind zal een grote egoïst worden, die in alles zijn eigen gang zal gaan. Daar komen brokken van. Zo’n kind wordt onhandelbaar. Maar wie zijn kind liefheeft, zal het opvoeden, onderwijzen, waarschuwen en als het nodig is ook straffen. Een pedagogische tik kan daarbij van meer ouderliefde spreken dan alles van het kind maar met de mantel der liefde bedekken. Bijsturen is noodzakelijk, om het kind niet te laten ontsporen. Daarbij heeft ook de tuchtiging een plaats.

Het hoort ook bij de taak van de moeder om haar kinderen op een vriendelijke wijze iets te leren. Als ze spreekt, dient dat te zijn met grote wijsheid en in voorzichtigheid. De wet van liefde en vriendelijkheid is in haar hart geschreven, en die openbaart zich in haar spreken. Ze kan haar kinderen van jongs af aan al allerlei lessen meegeven. Spelenderwijs leert ze hen het verschil tussen ‘mijn’ en ‘dijn’. Samen zullen we alles delen, is de les die in huis wordt geleerd.

Hoe kinderen buitenshuis met elkaar omgaan, laat zien hoe ze dat van huis uit hebben geleerd. Rekening houden met elkaar is iets wat al in het gezin plaatsvindt. Zo heeft de moeder een belangrijke taak om de kinderen te leren omgaan met hun naaste. Ongemerkt zendt zij allerlei signalen uit, die door een kind worden opgepakt. De buitenwacht kan vaak aan de kinderen al zien wat ze thuis hebben meegekregen over hoe je moet staan in de samenleving.

Aan moeders hand tot Jezus
In de Bijbel is opvoeding naadloos verbonden met geloofsopvoeding. Ouders hebben de taak hun kinderen ‘godzalig op te voeden, ter ere van Gods heilige naam, tot stichting van de gemeente en tot uitbreiding van het Heilig Evangelie’ (huwelijksformulier). Door de zonde ontwikkelen kinderen zich van nature niet in de juiste richting, maar zijn ze geneigd tot het kwade. Dat betekent dat ze leiding, oefening en correctie nodig hebben. Dat ze gewezen moeten worden op de verzoening en genade, die mogelijk zijn door het lijden en sterven van de Heere Jezus en het werk van de Heilige Geest.

Ook al is de man priester in het gezin, toch ontslaat dat de vrouw niet van de plicht om haar kinderen voor te gaan in de vreze des Heeren. We komen dat door heel de Schrift tegen. David weet dat hij van jongs af aan een biddende moeder heeft gehad (Ps. 22:10-11). Samuël wordt door moeder Hanna als een uit Gods hand ontvangen kind van meet af toegewijd aan de Heere (1 Sam. 1:27-28). Bij de grote feesten bleven de vrouwen niet thuis (Luk. 2:39-52). Ze waren helemaal betrokken bij de godsdienstige opvoeding van het gezin.

Het hoort de praktijk te zijn in elk huisgezin. Geen kind mag ’s ochtends de deur uitgaan zonder Gods Woord te hebben gehoord en te hebben gebeden om Gods zegen voor de dag. Daarin is de taak van de moeder van onschatbaar belang. Zeker als het werk van de man met zich meebrengt dat hij er ’s ochtends aan tafel niet bij kan zijn. Wat een verantwoordelijkheid voor een moeder! Want ze mag haar kinderen Gods Woord niet onthouden! Maar ook: wat een voorrecht om als moeder daarvoor gebruikt te mogen worden.

Samen met de kinderen naar Gods Woord te mogen luisteren. Daarin ligt ook het hoogste doel van moeders wijze lessen: aan moeders hand tot Jezus geleid!

Spreuken 31:31: Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten.

Over het moederschap wordt in de Bijbel altijd lovend gesproken. Het geven van raad en het onderwijzen van kinderen waren belangrijke aspecten van het moederschap (zie Spr. 1:8 en 6:20). Het moederschap wordt op verschillende plaatsen in de Bijbel als beeld gebruikt. Zo wordt in Psalm 131, een bedevaartslied dat door de feestvierende pelgrims werd gezongen op weg naar de tempel, de voldoening en de rust bezongen die de ziel ervaart bij het naderen van de heilige stad: ‘Mijn ziel is als een gespeend kind in mij’ (Ps. 131:2).

Waardering voor moeder
Binnen het Jodendom werd goed gesproken van een moeder. Het was ook de gewoonte dat elke vrijdagavond aan het begin van de sabbat de Joodse man zijn vrouw toezingt. Daarmee eert hij haar. Hiermee spreekt hij ook zijn waardering uit voor het werk dat zijn vrouw gedurende de gehele week heeft gedaan voor zijn kinderen. Met diezelfde aansporing eindigt ook de lofzang op de deugdzame vrouw: ‘Geef haar van de vrucht harer handen, en laat haar werken haar prijzen in de poorten’ (Spr. 31:31). Daarin wordt opgeroepen om de vrouw ook te prijzen met woorden. Ze dient ook openlijk geprezen te worden vanwege haar werken. Die waardering mag er nog steeds zijn. Dat hoeft zich niet te beperken tot enkel Moederdag. Maar een complimentje of een cadeautje kan al zoveel betekenen. Af en toe een goed woord in het bijzijn van anderen. Duidelijk laten merken blij te zijn met moeder de vrouw. Want de zegen van het moederschap kan niet voldoende benadrukt worden.

Het moederschap wordt in onze samenleving niet echt gewaardeerd. Een vrouw in huis wordt gezien als weggegooid arbeidskapitaal. Een moeder die er helemaal is voor haar kinderen zou zichzelf te veel ontzeggen. Het sluipt er steeds meer in. Ook binnen de reformatorische gezindte wordt steeds meer verwacht dat het moederschap een parttime functie is. Je kunt er gerust allerlei andere dingen naast doen. Nu hoeven we dat ook niet allemaal te veroordelen. We hoeven ook niet van elke vrouw te eisen dat ze zich geheel en al richt op haar kinderen. Zeker als de kinderen de leeftijd hebben bereikt, dat ze in diverse opzichten zelfstandig zijn geworden. Als het maar niet is ingegeven vanuit de gedachte dat het moederschap iets minderwaardigs is: een tweederangs functie. Want zo ligt het niet!

Gebed voor moeder
Moeder is een kostbaar bezit, zeker een gelovige moeder. Daar spreekt Gods Woord duidelijk van. Kinderen hebben hun moeder te eren, maar ook een man hoort zijn vrouw te eren. Allereerst omdat zij door God zwakker is gemaakt in verband met haar levensroeping als de moeder van zijn kinderen. Maar ook omdat ze mede-erfgenaam is van het eeuwige leven. Dat heeft Petrus zo treffend onder woorden gebracht: ‘Gij mannen, insgelijks, woont bij haar met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook mede-erfgenamen der genade des levens met haar zijt’ (1 Petr. 3:7a). Terecht heeft deze tekst ook een plaats gekregen in het klassieke huwelijksformulier. Hierin komt tot uiting dat een man zijn vrouw heeft te eren met het oog op dit leven en met het oog op het eeuwige leven.

De handen mogen wel op elkaar voor moeder! Fijn dat ze er is! Een grote zegen! Van onschatbare waarde voor de opgroeiende generatie! En daarom mogen ook de handen in elkaar, worden gevouwen voor moeder. Gebed voor moeder. Want elke dag weer moet ze er zijn. Elke dag weer wordt veel van haar gevraagd. Onmogelijk werk in eigen kracht. Alleen maar te doen met Gods kracht. Er is daarom alle reden voor een lofzang op het moederschap en het gebed voor het moederschap.


Dit is de vierde Bijbelstudie over Spreuken 31.

Ook interessant

Podcast 1: Vernieuwd perspectief

Door de zondeval zijn er veel dingen gekomen die de verhoudingen in het huwelijk verstoren. Is er dan wel hoop voor het