De vroege kerk werd geboren in een wereld van kinderslachtofferschap. Net als in de eerste eeuw hebben christenen nu de plicht kinderen in bescherming te nemen tegen culturele wanpraktijken.
De vroege kerk werd geboren in een wereld van kinderslachtofferschap. Abortus, kindermoord, kindercastratie, het verkopen en het seksueel misbruiken van kinderen waren gebruikelijk. De praktijk dat gehandicapte, onwettige of vrouwelijke baby’s in rivieren of op vuilnishopen werden weggeworpen, was routine. Kinderen uit arme gezinnen konden permanent of tijdelijk als arbeiders worden verkocht. De seksualisering en het misbruik van kinderen, vooral door volwassen mannen, werd niet alleen geaccepteerd maar ook verwacht. Er was veel vraag naar eunuchen, mannen die als kinderen werden gecastreerd met het oog op huishoudelijke dienstbaarheid. Een standaard archeologische methode voor het identificeren van bordelen in de antieke wereld was de ontdekking van massagraven van mannelijke baby’s, die van minder belang waren voor toekomstige werkgevers. In de eerste eeuw werden kinderen door sommigen gezien als objecten die gebruikt, misbruikt en weggegooid konden worden.
Pro-kindmentaliteit
Christenen hadden een radicaal andere kijk op kinderen. In tegenstelling tot de Romeinse wereld, die kinderen pas als mensen beschouwde als ze konden lopen en praten, volgden de mensen van De Weg een Verlosser die nog een baby was, geboren in Bethlehem. Hij groeide uit tot een Man die ‘kinderen opriep tot Hem te komen’, Zijn volgelingen aanspoorde ‘als kleine kinderen te worden’ om het Koninkrijk van God binnen te gaan, en een vreselijke waarschuwing gaf aan degenen die ‘de kleintjes zouden laten struikelen’. De apostel Paulus noemde het ontwikkelingsbelang van ‘kinderen kind te laten zijn’ toen hij uitlegde dat hij als kind ‘anders sprak, dacht en redeneerde’ dan als volwassene (1 Kor.13:11). Dit was zo’n radicaal nieuwe opvatting over kinderen dat sommige historici stellen dat het christendom ‘de kindertijd heeft uitgevonden’ door het imago Dei te erkennen en hen waarde en bescherming toe te kennen.
Als gevolg hiervan onderscheidden de eerste christenen zich van de omringende cultuur doordat ze hun kinderen goed behandelden en beschermden. Doordat seks alleen was toegestaan tussen een getrouwde man en vrouw, werden kinderen beschermd tegen seksueel misbruik door volwassenen. Verder verboden de eerste gelovigen abortus en redden ze weggegooide kinderen. Deze pro-kindmentaliteit overtrof die van hun heidense tegenhangers. De snelle groei van het christendom in het Westen was mede te danken aan de manier waarop zij kinderen waardeerden, verwelkomden en beschermden.
Heropleving anti-kinderpraktijken
Vandaag de dag zien we een heropleving van anti-kinderpraktijken – abortus, commercialisering, sterilisatie, seksualisering. Net als in de eerste eeuw worden de levens, het gezin, de geest en het lichaam van kinderen aangevallen. De beëindiging van een kinderleven door abortus wordt gepromoot als de ‘keuze’ van de vrouw. Er is verzet tegen het bieden van levensreddende behandelingen aan baby’s die ‘levend geboren’ zijn na een mislukte abortus. Baby’s worden routinematig weggegooid, verkocht en gescheiden van hun ouders door middel van reproductieve technologieën. Jonge studenten worden geseksualiseerd door expliciete, seksuele content, waardoor ze hun onschuld verliezen. Kinderen worden chirurgisch en chemisch gesteriliseerd in naam van transgender ‘behandelingen’. Er zijn zelfs officiële medische richtlijnen gepubliceerd voor kinderen die zich identificeren als eunuchen en op zoek zijn naar “castratie om hun lichaam beter af te stemmen op hun genderidentiteit.” Het lijkt bijna alsof we kinderen als objecten beschouwen die kunnen worden gebruikt, misbruikt en weggegooid.
Kinderen moeten opnieuw verdedigd worden
In het licht van de heropleving van deze eeuwenoude bedreigingen voor kinderen moet de kerk een van haar eerste uitingen van getrouw christendom in actie opnieuw omarmen: het verdedigen van kinderen. Terwijl praktiserende christenen meer dan twee keer zo vaak een kind adopteren als de algemene bevolking, zwijgen veel pastors en christelijke leiders helaas over andere kwesties van kinderbescherming. Onze onwil om te spreken en te handelen in deze dringende sociale nood, schaadt kinderen. Dat moet veranderen.
De kerk moet het onrecht van abortus veroordelen en tegelijkertijd voor zowel de moeder als het ongeplande kind zorgen. We moeten werken aan het verbieden van vruchtbaarheidsbehandelingen waarbij het sperma, de eicel en de baarmoeder van economisch kwetsbaren worden verhandeld; waarbij kinderen om commerciële redenen gescheiden worden van hun moeder en/of vader, en vaak in onstabiele en risicovolle huishoudens geplaatst worden. Christenen moeten wetgeving steunen die een einde maakt aan de “medische zorg” voor transgenders die verantwoordelijk is voor de chirurgische en chemische sterilisatie van kinderen. We moeten ons krachtig verzetten tegen seksueel onderwijs en ‘drag queen’-verhaaluren die kinderen seksualiseren, verwarren en uitlokken tot seksueel misbruik. We moeten boeken uit schoolbibliotheken laten verwijderen die te expliciet worden geacht voor het avondnieuws en leeftijdsverificatie vereisen voor pornosites.
De gelovigen uit de eerste eeuw hadden weinig wetgevende macht, waardoor de mogelijkheid om kinderen te beschermen beperkt was tot hun directe familie, kerk en gemeenschap. Christenen moeten niet alleen zorgen voor hun eigen kinderen, maar ook namens hen gerechtigheid zoeken in het publieke domein. De kerk moet publiekelijk en ondubbelzinnig leiding geven in de strijd tegen elke aanval die het leven, het gezin, de geest of het lichaam van kinderen bedreigt.
Net als in de eerste eeuw is de moderne samenleving opnieuw in oorlog tegen de kinderen. En net als de kerk uit de eerste eeuw moeten christenen vandaag de dag voor hen opkomen. Onze betrokkenheid bij deze zaken leidt niet af van het evangelie. In plaats daarvan laat het juist een vrucht van het Evangelie. Vrijmoedig spreken en zich moedig strijden tegen zaken die kinderen bedreigen is geen afwijking van de christelijke wortels, maar juist een terugkeer ernaar.
Katy Faust is oprichter en voorzitter van Them Before Us, een wereldwijde beweging die het recht van kinderen op hun moeder en vader verdedigt. Ze publiceert en getuigt op grote schaal over waarom huwelijk en gezin kwesties zijn van rechtvaardigheid voor kinderen, en levert regelmatig bijdragen aan de Federalist. Katy hielp bij het ontwerpen van de tienereditie van CanaVox van het Witherspoon Instituut, waarin seks, huwelijk en relaties worden bestudeerd vanuit een natuurrechtperspectief. Zij en haar echtgenoot, pastor, voeden hun vier kinderen op in Seattle.