Op 14 februari presenteerden zeven christenen, uit de evangelische gemeente Mozaïek, de PKN en de NGK, de Regenboogverklaring. In deze verklaring betuigen ze spijt voor het onrecht dat kerken transgenders aandeden. “Jij had onze aandacht en liefde nodig, maar we hebben je met de Bijbel in de hand tot in het diepst van je wezen gekwetst. (…) In plaats van te luisteren, dachten wij wel te weten wat God ervan vindt”. Bij deze spijtbetuiging beroepen de auteurs zich op Galaten 3:26, 28.
Volgens theoloog Mariecke van den Berg is het nieuw dat er excuus wordt uitgesproken over kerkelijk beleid (zie ND). Eerder ging het altijd over de uitleg van de Bijbel, waarmee mensen gekwetst werden. Ook wordt er nadruk gelegd op de persoonlijke zoektocht van LHBT’ers, die ieder hun eigen weg met God moeten gaan.
Op CVandaag geven een aantal mensen een reactie.
Ds. Maarten Klaassen stelt dat een ‘sorry-cultuur’ niet helpt. In de zoektocht van kerken om mensen recht te doen, gaat het om gehoorzaamheid aan de Bijbel’. “Waar een kerk in het spoor gaat van waarheid én liefde is er plaats voor iedereen die daarnaar verlangt.”
Priester Jan-Jaap van Peperstraten zegt: “De verklaring is pastoraal van toon. Dat is waardevol. Ze mist wel theologische scherpte.”
Herman van Wijngaarden (Hart van Homo’s) zegt: “Hoewel ik (h)erken dat de kerk veel fouten heeft gemaakt (en maakt) als het gaat om haar homoseksuele broeders en zusters, voel ik me toch niet lekker bij deze verklaring. Ze wekt de indruk dat als het om homoseksualiteit gaat, je in de kerk twee groepen hebt: daders en slachtoffers. Als homoseksuele christen voel ik me dader noch slachtoffer – en wil ik geen van beide zijn.”
Kees van Velzen stelt, met verwijzing naar Handelingen 20:26-30: “Deze Regenboogverklaring ontkent volledig de Bijbelse waarheid dat de Here God seksualiteit uitsluitend bedoeld heeft binnen het huwelijk van man en vrouw. Daarom kunnen jullie medeverantwoordelijk worden voor de ondergang, let wel de ondergang, van mensen, die als gevolg van deze verklaring denken dat andere vormen van seksualiteit ook wel kunnen.”
Een aantal mensen die positief staan tegenover LHBT’ers laten zich wat positiever uit. Uitzondering is John Lapré. Hij vraagt zich af namens wie de initiatiefnemers spreken. Als het hun persoonlijke reflectie is op de kerk, dan is het vooral een ‘wensdocument’. “Niet wat op papier staat telt, maar wat de praktijk ons toont”.