In Genesis spreekt God over de mens dat zij ‘het Beeld van God’ dragen. Wat wordt daarmee bedoeld? En wat betekent dit voor ons, vandaag de dag?
In Genesis wordt vertelt hoe God het eerste mensenpaar schiep: “God schiep de mensheid naar zijn evenbeeld,… mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen” (Genesis 1:27). Wat betekent deze zin? In de antieke wereld werd van heersers en keizers soms gezegd dat ze ‘het beeld van God’ waren – wat betekende dat ze beweerden de ‘vertegenwoordiger van God op aarde’ te zijn. Wat Genesis dus zegt, is dat we allemaal koninklijk zijn. De eerste lezers van Genesis wisten dat de tekst de verbazingwekkende bewering deed dat alle mensen, en dus niet alleen heersers, de waardigheid hebben om vertegenwoordigers van God op aarde te zijn.
Dit maakt de Bijbel diepgaand anders dan welke andere oude tekst dan ook. Zoals historicus Tom Holland schrijft: ‘Goden hadden in de oudheid niet de gewoonte de mensheid een inherente waardigheid te schenken. Integendeel, het was juist het tegenovergestelde.” Het oude Babylonische scheppingsverhaal zegt bijvoorbeeld dat de goden mensen schiepen om hun slaven te zijn.
Twee opdrachten
Wat houdt het idee van ‘het beeld van God’ in? In het volgende vers legt Genesis uit dat mensen de verantwoordelijkheid krijgen voor het beheer over de rest van de schepping. Daarvoor krijgen ze twee taken toegewezen: ‘vruchtbaar zijn’ en ‘de aarde onderwerpen’ (Genesis 1:28). Omdat Genesis in zeer gestroomlijnde, symbolische taal is geschreven, kunnen we uit deze zinsneden rijke betekenislagen halen.
Het eerste gebod is: ‘Wees vruchtbaar en vul de aarde.’ Het vullen van de aarde begint bij het gezin. Naarmate de families zich uitbreiden, vormen ze clans, stammen, dorpen, steden en naties. Er worden ook groepen gevormd om aan specifieke behoeften te voldoen. Het dorp heeft bijvoorbeeld een school, een kerk, een overheid en een marktplaats nodig. In het gebod om ‘vruchtbaar te zijn’ ligt de verantwoordelijkheid besloten om de hele sociale wereld, alle sociale instellingen, te ontwikkelen. Wat hier ook bij inbegrepen wordt zijn de regels en principes die deze instellingen structureren – wetten en beleid, verdragen en grondwetten. Zoals God het leven heeft geschapen, moeten degenen die het beeld van God dragen, het leven scheppen en het helpen groeien en bloeien.
Het tweede gebod, “onderwerp de aarde”, betekent het cultiveren van de natuurlijke hulpbronnen van de aarde – het benutten van de krachten van de natuur. Mensen zijn geroepen om de natuurlijke wereld die God heeft geschapen te onderzoeken. Ze moeten leren hoe ze de eigenschappen ervan op creatieve manieren kunnen gebruiken. Dit begint met de landbouw, maar omvat ook het delven van metalen, het bouwen van bruggen en gebouwen, het uitvinden van nieuwe technologieën en het componeren van muziek – kortom alle kunsten en wetenschappen. Omdat God de Schepper is, zijn mensen geroepen om ‘onderscheppers’ te zijn.
Het culturele mandaat
Deze passage uit Genesis wordt vaak het culturele mandaat genoemd. Het vertelt ons dat het ideale menselijke bestaan niet bestaat uit het genieten van een eindeloze vakantie, maar uit het leveren van creatieve inspanningen in ons werk. Zo kunnen we onze gaven inzetten in betekenisvolle beroepen. Zo kunnen we beschavingen opbouwen. Het culturele mandaat is dat we geschiedenis mogen schrijven.
De context van het vers is belangrijk. God heeft alles op aarde in orde gebracht. Hij heeft de hemel en de aarde geschapen, de planten en de bomen, de vogels en de dieren. Dan stopt het verhaal. Dit is de enige keer in het creatieve proces dat God aankondigt wat hij gaat doen. Hij zegt: laten We een schepsel maken naar Ons beeld, dat Ons zal vertegenwoordigen en Ons werk op aarde zal voortzetten (zie Genesis 1:26). God schept dan het eerste mensenpaar.
En wat is het eerste dat Hij tegen hen zegt? Hij geeft hen het culturele mandaat. Hij vertelt hen waarom ze gemaakt zijn, wat hun doel is, wat Hij wil dat ze doen. We zouden het culturele mandaat ook de ‘oorspronkelijke taakomschrijving’ voor de mensheid kunnen noemen. God hield zich bezig met creatief werk, en dat zouden wij ook moeten doen. Het beeld van God betekent dat mensen de taak kregen om rentmeesters en beoefenaars van Gods schepping te zijn, om Zijn handwerk te ontdekken en ervan te genieten.
Nancy Pearcey is de auteur van Love Thy Body: Answering hard Questions about Life and Sexuality. Haar eerdere boeken zijn onder meer The Soul of Science , Saving Leonardo , Finding Truth, How Now Shall We Live (co-auteur met Harold Fickett en Chuck Colson) en Total Truth. Ze publiceerde deze 7-delige artikelenserie op evolutionnews.org.
Foto verstrekt door Nancy Pearcey. Fotocredit: Irina Murza via Unsplash.