Het hele dorp wist het

open voordeur
Leestijd: 3 minuten

Seksueel misbruik is een groot kwaad. Daar is vrijwel iedereen het wel over eens. Maar hoe doorbreken we het?

De Bijbel spreekt verrassend open over deze problematiek. In de wetten van Mozes (Deut. 22) werden voorschriften gegeven voor het omgaan met grensoverschrijdend gedrag. In 2 Samuël 13 wordt op zeer open wijze beschreven hoe Thamar verkracht werd door Amnon, haar halfbroer. Door de beeldende taal ziet de Bijbellezer het voor zijn ogen gebeuren. De Heere vindt het nodig om ons in Zijn eigen Woord te confronteren met het kwaad van seksueel misbruik.

Het hele dorp wist het
Recent verscheen het boek Het hele dorp wist het van de hand van journalist Rinke Verkerk. Dit boek wordt veel verkocht en heeft veel reacties opgeroepen. De auteur beschrijft hoe ze in het dorp waarin zijzelf opgroeide wist van een situatie van seksueel misbruik. Als kind en tiener wist ze daar geen raad mee. Ze deed wat het hele dorp deed: zwijgen. Daarmee verergerde ze het leed van het slachtoffer. Twintig jaar later zoekt de auteur het slachtoffer opnieuw op. In de jaren daarna interviewt ze ook meerdere familieleden en dorpelingen. Het resultaat is een meeslepend boek waarin het leed van seksueel misbruik indringend voelbaar is. Het slachtoffer, een 12-jarig meisje is ‘slechts’ eenmaal onzedelijk betast door haar opa.

Het hele dorp wist het laat helder zien dat niet alleen de feitelijke seksuele handelingen traumatiserend zijn, maar vooral de wijze waarop de omgeving vervolgens reageert: het ontbreken van steun, het zwijgen, het roddelen. Bij seksueel misbruik zijn altijd drie partijen betrokken: de dader, het slachtoffer en ‘de rest’. Daarmee houdt dit indringende boek ons allen een spiegel voor. Dat het hele verhaal zich afspeelt in een kerkelijke context geeft aan het boek een extra dimensie.

Zwijgen
Het bestaan van seksueel misbruik vormt een ongemakkelijke waarheid. We willen het liever niet weten; we schrikken ervan; we kunnen maar nauwelijks geloven dat die aardige persoon die we vertrouwen, ook zo’n duistere kant heeft. Bij seksueel misbruik is dikwijls sprake van ‘victim blaming’: gaandeweg gaat (openlijk of subtiel) de beschuldigende vinger naar het slachtoffer. Die heeft het misschien wel uitgelokt, die blijft er te lang over doorgaan, die moet toch ook kunnen vergeven, enzovoorts. Daarmee vergroten de omstanders het leed van het slachtoffer.

Een andere reactie van omstanders is: zwijgen over het misbruik. Uit angst om meer kwaad dan goed te doen. Uit verlegenheid met de situatie. Ook in de Bijbel komen we het ongemak van omstanders tegen. Wat te denken van Absaloms reactie in 2 Samuël 13: “Mijn zuster, zwijg stil, hij is uw broeder, zet uw hart niet op deze zaak”. Om vervolgens zelf wraak te nemen op Amnon. En waar was David, vader en koning, in deze hele situatie? Slachtoffers hebben veel behoefte aan steun, aan begrip, aan de aanwezigheid van betrouwbare mensen die er voor hen zijn. In de praktijk moeten zij dat vaak pijnlijk missen.

Waar slachtoffers zijn, zijn ook daders. Zij hebben misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij ontvingen. Ze hebben een ander een groot kwaad berokkend. Daders van seksueel misbruik hebben óók hulp nodig. Zij hebben een omgeving nodig die hen aanspreekt, confronteert, die hen verantwoordelijk stelt, die hen een spiegel voorhoudt. Voor hen geldt de Bijbelse waarheid dat wie zijn zonden bekent en laat, barmhartigheid zal verkrijgen (Spreuken 28: 13). Dikwijls zijn er anderen nodig om hen te laten inzien wat ze hebben gedaan.

Symposium
Het is niet eenvoudig om te handelen bij seksueel misbruik. Een emeritus hoogleraar deed eens de uitspraak dat het aanpakken van kindermishandeling (waaronder seksueel misbruik) is als het vastpakken van een egel: je prikt je altijd. Het is dan ook geen overbodige luxe dat er intussen meerdere kerkelijke meldpunten zoals het Meldpunt Misbruik of het Meldpunt seksueel misbruik reformatorische kerken. Professionals geven daar deskundig advies rond seksueel misbruik en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Het is voor iedere ambtsdrager of leidinggevende aan te bevelen om zich te verdiepen in de dynamiek rond seksueel misbruik, want het kan dichterbij zijn dan je denkt. Dit kan bijvoorbeeld door het symposium te bezoeken dat op 16 april wordt georganiseerd.

Open
Predikanten of andere ambtsdragers vragen zich wel eens af waar al die slachtoffers van seksueel misbruik zijn. Volgens de cijfers zit er in elke schoolklas één kind dat seksueel misbruikt meemaakt. En in vrijwel elke kerkelijke gemeente zijn meerdere gemeenteleden die slachtoffer zijn van seksueel geweld. Maar waar zijn ze? Het antwoord is: probeer bij te dragen aan een cultuur waarin seksueel misbruik bespreekbaar is. Benoem het vanaf de kansel, schrijf erover in de kerkbode, bespreek het op catechisatie. Laat merken dat u ervoor open staat om in het pastoraat hierover te spreken. Dan voelen slachtoffers (en daders?) zich welkom om over deze zwarte bladzijde in hun leven te spreken.

De problematiek van seksueel misbruik vraagt om openheid over seksualiteit. Gezonde openheid vraagt om een gesprek rond een open Bijbel, waarbij Gods Woord gezag heeft voor alle terreinen van ons leven. Dat gesprek begint in het gezin. Tegelijk blijkt keer op keer dat een aanzienlijk deel van de ouders er niet in slaagt om deze openheid in hun gezin te creëren. Voor deze vorming ligt er daarom ook een taak op school en in de kerk.


Gepubliceerd: 05-04-2024

Ook interessant

3 jaar en 30 blauwe plekken

Geweld tegen kinderen is dé ziekte van onze samenleving, stelt Jack Menke, forensisch arts in Rotterdam in een gesprek met het Reformatorisch