De toekomst van het huisgezin

Herman Bavinck
Leestijd: 4 minuten

Vele gevaren bedreigen het gezin. Volgens dr. Herman Bavinck is er echter geen reden om te wanhopen. De hoopvolle tekenen zijn ook in onze tijd, ruim 100 jaar later, te herkennen.

De ernstigste gevaren bedreigen het huisgezin van den kant der nieuwere theorieën over huwelijk en familieleven. Beide worden thans door velen als een verouderde vorm van samenleving beschouwd. De nieuwe maatschappij brengt naar hun mening ook een nieuwe godsdienst en een nieuwe zedeleer (of moraal) mee. Volgens deze nieuwe zedeleer bestaat er geen andere wet voor de vereniging van man en vrouw, dan de vrije liefde, de ongebonden blinde hartstocht. Man en vrouw verbinden zich naar eigen willekeur, zonder dat zij met kerk of staat, met God of Zijn gebod enige rekening behoeven te houden; zij komen bijeen en zij gaan uit elkaar, naar dat de begeerte van hun hart het hun ingeeft.

In eigen hand

Ook dient die verbintenis volstrekt niet meer, om kinderen voort te brengen en om die kinderen op te voeden tot burgers van het koninkrijk Gods of ook zelfs tot goede burgers van den staat. Want de voortplanting staat in hun eigen hand; zij hebben er over te beschikken naar hun welgevallen. Indien het hun bevalt, brengen zij kinderen voort; maar indien zij anders oordelen, dan houden zij de voortplanting tegen, beperken het aantal kinderen naar willekeur, en verstikken het leven in den moederschoot.

Wel is de natuur niet te veranderen, welke aan de vrouw den last van het moederschap oplegt en haar verplicht, om het kind een tijd lang na de geboorte te verzorgen; maar na den zoogtijd komen alle kinderen voor rekening van de staat, die er blij mee moet zijn, dat hij om niet zoveel volkskracht ontvangt en de kinderen behoort op te voeden op één school en naar één model.

Gelijkheidsideaal

Want het ideaal, dat verwezenlijkt moet worden, is de gelijkheid; de vrouw moet zoveel mogelijk van de lasten van het moederschap en van de knechtschap van het huisgezin ontslagen worden. Zij behoort dezelfde rechten en plichten te hebben als de man en in dezelfde voorrechten van het staatsburgerschap te delen. De staat is het enige ware huisgezin, en alle burgers zijn daar gelijkgerechtigde leden van. En deze theorieën dringen langzamerhand uit de school in de praktijk van het leven door.

Er is niets aan te doen, zoo sprak iemand niet lang geleden, het oude huwelijk is niet meer te handhaven; stil en ongemerkt maakt de evolutie voor het vrije huwelijk en de vrije liefde baan. En werkelijk schrijdt de emancipatie hoe langer hoe verder voort; het geboortecijfer daalt in bijna alle beschaafde landen, met name in Frankrijk en de Verenigde Staten van Amerika; de echtscheidingen nemen op onrustbarende wijze toe en worden door wetgeving en rechtspraak hoe langer hoe gemakkelijker gemaakt. Het geslachtsleven werpt den ene na den anderen band van zich af.

Een edele strijd

Toch, hoe droef dit alles ook zij en welke inspanning het ook kosten moge, om op te roeien tegen den stroom van den tijd, Christenen mogen hun gedrag niet laten bepalen door den geest der eeuw, maar hebben zich te richten naar den eis van Gods gebod. Al bleven zij dan ook gans alleen staan, gelijk de geschiedenis hen daartoe zoo menigmaal heeft verplicht, in eigen woord en daad hebben zij te tonen, welk een onwaardeerbare zegen in huwelijk en gezin aan mens en maatschappij, aan kerk en staat door God is geschonken.

Maar zij kunnen zich ook bemoedigen door de gedachte, dat de strijd voor de eer en de welvaart van het huisgezin een edele strijd is en de belofte der overwinning in zich draagt. God heeft het huisgezin niet voor niet in de mensheid en bij alle volken laten voortbestaan; elk gezin, dat gebouwd, en elk kind, dat geboren wordt, is een bewijs, dat zijne bedoeling met het menselijk geslacht nog niet is bereikt, dat zijne lankmoedigheid nog niet geëindigd en zijne genade nog niet uitgeput is.

Daarom is het leven nooit zoo consequent, als de theorie volgens de redeneerkunde eisen zou. Het gaat niet altijd langs een hellend vlak naar beneden, maar er komt menigmaal stilstand en omkeer. Op eb volgt vloed; op actie reactie; bandeloosheid wekt weder de behoefte aan macht en gezag.

Belofte van overwinning

Volkomen onwaar is het dan ook, dat de geschiedenis een evolutieproces is, waarin alles willoos en machteloos wordt meegevoerd. De mens mag in menig opzicht van zijn omgeving afhankelijk zijn, en door natuur, geboorte, opvoeding enz. in zijn denken en handelen bepaald worden; hij is toch meer dan een product der maatschappij, hij is een eigen, zelfstandige persoonlijkheid, en werkt zijnerzijds door zijn wil ook weder op de omgeving in. De wil van den mens, inzonderheid als hij door de rede en het geweten, door het Woord en het gebod Gods zich leiden laat, is niet machteloos, maar vertegenwoordigt een onverwinlijke kracht in de wereld; hij legt de natuur aan banden, bedwingt den hartstocht en hervormt de maatschappij.

Scheppen kan de mens niet; de grondslagen der maatschappij zijn eens en voor goed door God Zelf gelegd; maar op die grondslagen kan hij voortbouwen en herstellen wat herstelling behoeft. Aan hervorming van mens, gezin en maatschappij mag dus nimmer gewanhoopt worden; al zou de moderne mens eraan twijfelen, de Christen mag zich aan deze moedeloosheid niet overgeven, omdat de waarachtige godsvrucht de belofte heeft van dit en van het toekomende leven.

Lichtzijden

Tegenover de schaduwzijden der hedendaagse maatschappij ontbreken dan ook de lichtzijden niet. Reeds dit is van belang, dat veler ogen voor de gevaren, waaraan het huisgezin blootstaat, zijn opengegaan, en dat er allerwege krachtige pogingen worden aangewend, om het familieleven te beschermen en voor den ondergang te bewaren. In alle landen en onder verschillende richtingen zijn er mannen en vrouwen opgestaan en verenigingen en corporaties gevormd, die zich ten doel stellen, om door hervorming van onderwijs en opvoeding de kinderen voor hun toekomst voor te bereiden, om de knapen en jongelingen voor de verleiding te behoeden, om gehuwde mannen op hun zondigen weg tegen te houden, om de eer der vrouw te beschermen, den handel in blanke slavinnen te bestrijden, de huizen van ontucht terug te dringen, om verlorenen te zoeken, gevallenen te redden, ongehuwde moeders en ouderloze kinderen steun en hulp te bieden.

Het is hier de plaats niet, hoe uitlokkend het zijn moge, om alles te beschrijven of op te sommen, wat op dit gebied tot stand is gebracht en nog altijd verricht wordt. Maar het woord van Wichern heeft weerklank gevonden in veler gemoed: er is een reformatie of liever nog een regeneratie nodig van al onze inwendige toestanden door nieuwe en vernieuwde daden van ons geloof en van onze liefde. De gemeente van Christus behoort het te verstaan, dat niet alleen het geloof, maar ook de liefde haar gave en haar roeping is.


Ds. Herman Bavinck, Het christelijk huisgezin, 1908.

Ook interessant

De heilige familie

Het Kerstevangelie gaat over een Kind, Dat opgroeide in een gezin, de heilige familie: Jozef, Maria en Jezus. In dit Evangelie gaat

Christenen, wat is een kind u waard?

De vroege kerk werd geboren in een wereld van kinderslachtofferschap. Christenen hadden een radicaal andere kijk op kinderen. De heropleving van anti-kinderpraktijken

Gezinnen kunnen samen een dorp worden

Uiteenvallende gezinnen voorkom je niet door een ouderschapscursus. We moeten weer gemeenschappen bouwen die samen een dorpje vormen.