Werkt vruchtbaarheidspolitiek? Het kan wel!

Ouders met baby. Freepik/Prostooleh
Leestijd: 3 minuten

De dalende vruchtbaarheidscijfers in Zuid-Europa hebben ertoe geleid dat regeringen in de hele regio vruchtbaarheidspolitiek overwegen. Maar werkt dat eigenlijk wel? Franse geboortecijfers laten zien dat het kan werken.

De Italiaanse premier Meloni sprak onlangs samen met paus Franciscus over het belang van het stimuleren van de Italiaanse vruchtbaarheid. Het Spaanse vruchtbaarheidscijfer bevindt zich op een recordlaagte. Zelfs het kleine parlement van Malta heeft lage geboortecijfers een ‘existentiële uitdaging’ genoemd. Recentelijk is in Frankrijk – dat historisch gezien hoge geboortecijfers kende – sprake van een afnemende vruchtbaarheid. Dit leidde ertoe dat de Franse premier Emmanuel Macron opriep tot ‘demografische herbewapening’.

Dit nieuwe rapport van het Institute for Family Studies beschrijft waar de vruchtbaarheid in Zuid-Europa naartoe gaat. Ook onderzoekt ze welke factoren de achteruitgang ervan veroorzaken en of er iets aan gedaan kan worden. Kortom constateren we dat er redenen zijn voor hoop. Een serieus aangepakte vruchtbaarheidspolitiek heeft in het verleden zeker gewerkt. Ook zijn de oorzaken van een geboortetekort in veel landen gemakkelijk aanwijsbaar.

Dat gezegd hebbende, proberen we in dit rapport niet een blauwdruk te bieden voor pronataal beleid. Zo’n blauwdruk zal er namelijk in geen enkel land hetzelfde uitzien. Ondanks enkele grote overeenkomsten zijn de uitdagingen waarmee Spanje wordt geconfronteerd niet dezelfde als die waarmee Italië wordt geconfronteerd. Vergelijkbare vruchtbaarheidscijfers maskeren verder vaak vrij grote onderliggende verschillen. Beleid dat in de ene context werkt, zal in andere contexten niet dezelfde effecten hebben. Dat komt omdat de onderliggende economische structuren en culturele normen verschillend kunnen zijn.

Afbeelding met tekst, schermopname, Perceel, lijn

Automatisch gegenereerde beschrijving

Belangrijkste bevindingen:

  • De vruchtbaarheidscijfers binnen het huwelijk blijven in een groot deel van Zuid-Europa vrij hoog. Alleen Spanje heeft de afgelopen veertig jaar een grote daling in de huwelijksvruchtbaarheid gezien. In alle landen zijn de huwelijkscijfers echter scherp gedaald. Het afnemende aantal huwelijken blijkt de belangrijkste oorzaak te zijn van de dalende vruchtbaarheid.
     
  • Verschillen in vruchtbaarheid buiten het huwelijk alleen verklaren de internationale verschillen in de algehele vruchtbaarheid niet. De meeste kinderen in een samenleving worden nog steeds binnen het huwelijk geboren.
  • Vruchtbaarheidsverschillen in Europa worden niet in de eerste plaats veroorzaakt door verschillen in migratie. De verschillen in geboortecijfers komen vooral vanuit de eigen bevolking van het land. De hoge immigratie is bijvoorbeeld niet de bron van de hoge vruchtbaarheid van Frankrijk.
     
  • De gewenste gezinsgrootte is in Zuid-Europa relatief laag. Dit is mogelijk het gevolg van de ongunstige economische omstandigheden waardoor jongere echtparen hun gezinsambities terugdringen. Ongunstige economische omstandigheden blijken onder meer uit het langdurig samenwonen met de ouders, het ontbreken van onafhankelijke gezinsvorming door jonge mannen en de lage prevalentie van stabiele, formele werkgelegenheid voor jongvolwassenen.
     
  • De Franse vruchtbaarheidspolitiek dat tussen 1920 en 1950 werd gevoerd en in de daaropvolgende decennia werd uitgebreid, heeft ervoor gezorgd dat de Franse vruchtbaarheid de afgelopen eeuw duurzaam hoog bleef (0,1 tot 0,3 meer kinderen per vrouw). Aanleiding voor dit beleid was het gebrek aan jonge mannen, omdat die tijdens WO1 gesneuveld waren en de spanningen die er nog altijd waren met Duitsland. Het beleid bestond uit financiële voordelen per kind, met name via het belastingsysteem. Het Franse gezinsbeleid verschilde van bijvoorbeeld Spanje. Frankrijk stimuleerde het krijgen van meer kinderen, terwijl Spanje financiële steun aan gezinnen gaf om armoede te voorkomen. Dit heeft ertoe geleid dat de Franse bevolking vandaag de dag enkele miljoenen mensen groter is dan anders het geval zou zijn geweest.
     
  • De exacte dynamiek van huwelijk, huisvesting en werk verschilt aanzienlijk van land tot land. Regeringen die geïnteresseerd zijn in pronataal beleid kunnen daarom het beste inzetten op een landspecifiek onderzoek, zoals eind jaren 2010 in Spanje en Portugal is uitgevoerd. Door een goede dataverzameling en -analyse krijgen we een zo precies mogelijk beeld van de factoren die de vruchtbaarheid en het huwelijk bepalen. Hier kan vervolgens beleid op worden ontwikkeld.

Download hier het volledige IFS-rapport. Dit artikel verscheen eerder op ifstudies.org.


Door Lyman Stone en Erin Wingerter

Ook interessant

Het zevende gebod #14 – Gezinsvorming

De Heidelbergse Catechismus behandelt het zevende gebod kort, kernachtig. Over de rijke inhoud ervan hield ds. T.A. Bakker uit Nieuwe-Tonge recent zes

Het zevende gebod #15 – Geen kinderen

De Heidelbergse Catechismus behandelt het zevende gebod kort, kernachtig. Over de rijke inhoud ervan hield ds. T.A. Bakker uit Nieuwe-Tonge recent zes

gezin

Week van het Gezin

Van D.V. 8 – 15 mei organiseert Gezinsplatform NL de week van het Gezin.Bijbels Beraad MV schreef een weekboekje met overdenkingen om