Mij is gevraagd wat te schrijven over daten. Daar heb ik echter totaal geen verstand van. Dus moet ik mij beperken tot enkele basale Bijbelse lijnen. Hopelijk bieden ze toch wat aanknopingspunten voor de praktijk!
Daten is niet mijn sterkste kant. Ik heb één keer in mijn leven een meisje ten verkering gevraagd. Zij is mijn vrouw geworden. Maar ik heb na die tijd wel gezegd: als het antwoord ‘nee’ was geweest, dan zou ik daarna nooit meer zo’n vraag hebben durven stellen… Hoewel ik dus een slagingspercentage heb van 100 % voel ik mij bepaald onbekwaam in het vragen van verkering. En dat geldt ook voor ‘daten’ in bredere zin.
Sterker nog, het woord ‘daten’ roept bij mij helemaal niet zo’n positief gevoel op. Het klinkt een beetje zoals ‘een meisje schaken’ (Richteren 21:21), of zoals ‘flirten’. En dat is allebei niet een heel fraaie manier om als jongen aan een meisje te komen. Toch hoef je zo niet naar ‘daten’ te kijken. Daarom eerst even: wat is dat? En daarna wat richtlijnen.
Daten
Het woord gebruiken we in Nederland nog niet zo lang, maar in feite is het gebruik bijna zo oud als de mensheid. Het is het proces dat vooraf gaat aan verkering of huwelijk. De afspraak van twee ouders om hun zoon/dochter uit te huwelijken zou je daten kunnen noemen – en dus ook de reis van Abrahams knecht naar Syrië (Genesis 24). De gesprekken tussen jongens en meisjes zou je ook daten kunnen noemen – en dus ook Jakobs ontmoeting met Rachel bij de put (Genesis 29).
Of de zoektocht nu heel doelgericht is of minder, er moet in elk geval wat gebeuren. Ook al is het zo dat God ‘als met Zijn hand’ een jongen en meisje bij elkaar brengt, dit gaat niet zomaar. God gebruikt de middelen: omstandigheden waarin het tot een ontmoeting komt. Dat betekent andersom ook, dat jongens en meisjes (of mannen en vrouwen) de middelen moeten gebruiken.
Het is net als bij een baan of een huis. Als het goed is, is dat echt een gebedszaak, en is er naderhand oprechte dankbaarheid: ‘van de Heere gekregen’ (vergelijk Genesis 26:22). Toch moet je je ervoor inzetten. En zo is het goed dat een man op zoek gaat naar een vrouw – en andersom.
Relativering
Je ‘moet’ je ervoor inzetten. Dat is natuurlijk geen absoluut moeten. Er is geen algemene verplichting tot het zoeken van een man/vrouw. Paulus zegt zelfs dat het goed is om niet getrouwd te zijn (1 Korinthe 7). Het is daarom ook goed om, als je niet getrouwd bent, te bidden of de Heere je ongetrouwd zou willen gebruiken in Zijn Koninkrijk (Matth. 19:12). Wanneer dat gebed oprecht is, dan gaat de kramp van de zoektocht af. Een kramp zoals Rachel die had ten aanzien van kinderen (Genesis 30:1). Dan is het verlangen naar een relatie zo sterk dat je het gevoel hebt dat je haast geen leven hebt zonder. Dan is een relatie een afgod geworden.
In dat opzicht is het goed om het los te laten. Je verlangt naar een man of vrouw – maar legt het ook in Gods handen: ‘Als U het beter vindt dat ik als vrijgezel blijf leven, dan wil ik daarmee tevreden zijn. Geef mij genade om die weg te gaan!’ En intussen doe je datgene wat je kunt. Maar wat moet/kan er dan gedaan worden?
1. Contact
Onmisbaar om tot een relatie te komen is het contact met anderen. Hoe minder mensen je ontmoet, hoe kleiner de kans is dat je iemand treft die echt bij je past. Het is goed om bewust plaatsen op te zoeken waar andere mensen zijn – leeftijdsgenoten in het bijzonder. Nee, je hoeft niet extravert te worden of een veelprater. Wees zoals je bent – maar wees er wel.
Het is trouwens goed als de relatie daarbij geen doel op zich is. In de Bijbel tref je opmerkelijk weinig ‘relatiezoekers’ aan. Het is gewoon in algemene zin goed om op plaatsen te zijn waar andere mensen zijn. Zo heeft de Heere ons gemaakt: in gemeenschap. De Heere wil niet dat je in een hoekje alleen blijft zitten. Ook al komt het nooit tot een verkering, laat staan een huwelijk, dan nog is er wel verbinding. Een vrijgezellengroep als ‘contactgroep Calvijn’ hoeft dan ook helemaal niet gericht te zijn op het vormen van verkeringen, maar betekent een plaats waar vrijgezellen medemensen ontmoeten. Dus als je je eenzaam voelt, zoek mensen op. En vraag de Heere om genade om niet pas dán genegenheid te voelen als er van verkering sprake is.
2. De kerk
Ik geloof dat er een bijzondere verantwoordelijkheid ligt bij kerken. In vroeger tijden ontstonden relaties van gelijkgezinden relatief makkelijk, omdat hele dorpen ‘gelijkgezind’ waren. En omdat de meesten geen verre reizen maakten (voor studie en dergelijke) zag men elkaar ook daadwerkelijk. Maar dorpsgemeenschappen zijn vaak uit elkaar gevallen. Kerken echter zijn ook bedoeld voor ontmoeting. Nee, dat is niet hun eerste doel en dat moet het ook nooit worden, maar het hoort er wel bij. Jeugdverenigingen, jongerenavonden, jeugdkampen – zij hebben ook als doel om jongeren op elkaars weg te brengen. Daarom is het ook goed dat er dit soort bijeenkomsten zijn in groter verband: gezamenlijke jeugdvereniging (voor kleine gemeenten), interkerkelijke jongerenavonden, vakanties wellicht. Zoals de zoekenden zelf een verantwoordelijkheid hebben om de middelen te gebruiken, zo hebben de kerken ook een verantwoordelijkheid om in middelen te voorzien.
3. Het internet
Een spannende vraag in onze tijd is natuurlijk of je ook online mag daten. Helemaal nieuw is het natuurlijk niet: een generatie terug maakte men gebruik van contactadvertenties in de krant. Maar goed, via het internet wordt het allemaal wel veel onoverzichtelijker. Mag je gericht zoeken via een christelijke datingsite?
Iemand vergeleek het met het zoeken van een huis via funda.nl. Daar zit wat in. Ook als je biddend een huis zoekt kun je toch heel goed van zo’n website gebruik maken. Het is niet vreemd en niet direct verkeerd als iemand dan ook gericht een vriend(in) zoekt via het internet. Toch een paar kanttekeningen.
* Zoeken naar contact moet (zie hiervoor) niet louter gericht zijn op verkering. Maar als je zo je op het internet zou gedragen, dan zou je dus veel algemeen digitaal contact moeten zoeken. En juist dat staat echt contact in de weg! Laat je leven zich niet online afspelen.
* Via het internet zie je belangrijke aspecten van de ander niet echt. Bij een huis (funda.nl) is dat niet zo belangrijk, omdat dit ten slotte een ‘ding’ is, terwijl je bovendien meerdere huizen kunt bekijken. Een mens is echter geen ding. Daarom lijkt het mij wijs als een datingsite niet meer dan een klein plekje krijgt in het geheel van het zoeken naar contacten.
* Online ben je in zekere zin alleen en ontmoet je ook andere ‘eenlingen’ – los van hun familie of (dorps)gemeenschap. Terwijl ook anderen met een huwelijk te maken hebben. Samenwonen gaat over twee individuen, het huwelijk over twee personen in een gemeenschap. Vraag anderen om advies, vraag je ouders (als ze er nog zijn) om toestemming.
Kortom: laat het online-deel van je zoektocht niet los staan van het gewone leven. En andersom, als het internet een rol gespeeld heeft in het vinden van je man of vrouw, dan mag je evenwel belijden dat de Heere het was die je ‘als met Zijn hand’ bij elkaar bracht. En als het nu niet komt tot een (huwelijks)relatie? Dan is het evenwel goed om contacten aan te gaan, want ‘het is niet goed dat de mens alleen zij’, voor jou niet én voor anderen niet. Daarom: wees een vriend(in)!