Een opvallende kop onlangs in het RD. “Juist de gereformeerde gezindte is een omgeving waar narcisme kan gedijen.” Narcisme, wordt in het artikel beschreven als: een persoonlijkheidsstoornis waarbij iemand zichzelf centraal stelt en weinig of geen rekening houdt met anderen. Wim Visser, voorzitter van vereniging Een Handreiking, zegt: “Ik heb weleens gehoord hoe een man, met de Bijbel in de hand, zijn vrouw kapotmaakte.”
Ik vraag me af waarom zoiets akeligs juist in de gereformeerde gezindte gedijt. Hier moet sprake zijn van een fundamenteel misverstand over wat het betekent dat een man het hoofd van zijn vrouw is.
In Efeze 5:22-33 beschrijft Paulus de man als het hoofd van zijn vrouw, en de vrouw als haar man onderdanig. We vallen over (of benadrukken) de onderdanigheid van de vrouw, maar is de taak van de man niet veel moeilijker? De man behoort zijn vrouw lief te hebben, zoals Christus zijn kerk liefhad (Efeze 5:25). Christus stierf voor zijn bruid. Hij had haar lief tot het uiterste (Johannes 13:1). De man hoort zijn vrouw lief te hebben, zoals hij zijn eigen lichaam voedt en verzorgt (Efeze 5:28). ‘Hoofd-zijn’ betekent dus geen heerszucht, of eigenbelang, maar dienend leiderschap.
“Een godvrezend man neemt het initiatief om anderen te beschermen en voor hen te voorzien. Hij is bereid zichzelf op te offeren voor het welzijn van anderen, en zichzelf op te offeren om anderen te leiden”[1]. Het is dus niet de taak van de vrouw om haar man op zijn wenken te bedienen, maar om hem te ondersteunen in dienend leiderschap.
Hoe ziet het er in de praktijk uit, dat de man het hoofd van zijn vrouw is? Ik denk dan aan het zinken van de Titanic. Talloze mannen zetten hun vrouw en kinderen in de reddingsboot en namen afscheid. Ik denk ook aan de predikant die zijn vijf zoons elke zaterdagochtend meeneemt naar McDonalds om daar te ontbijten, zodat zijn vrouw even rust heeft. Ik denk ook aan mijn eigen man die, toen onze kinderen nog erg klein waren, met hen ontbeet. Hierdoor had ik tijd om de dag met de Heere te beginnen. Dienend leiderschap is het initiatief nemen om het goede te doen, voor je vrouw, je gezin, in je omgeving, in de gemeente, tot eer van God. De meetlat is Christus, de liefde kruisvormig[2], de kroon een doornenkroon[3].
D.L. Moody [bekende Amerikaanse Evangelist uit de 19e eeuw] zei eens: “Als ik wilde weten of een man een christen was, dan ging ik niet naar zijn dominee, dan ging ik naar zijn vrouw… Als een man niet goed is voor zijn vrouw, wil ik hem niet horen praten over christen-zijn.”[4]
Narcisme kan en mag onder christenen niet bestaan. Het is een teken dat je geen christen bent (1 Timotheüs 5:8). Zij die geloven in de waarheid van Efeze 5 hebben geen enkel excuus voor dwingend, zelfzuchtig leiderschap. Als het waar is dat narcisme in Nederlandse kerken kan gedijen, is dat dan niet een teken dat het Bijbels onderwijs over de betekenis van het man-zijn daar fundamenteel tekort schiet?’. “Mannen, hebt uw vrouwen lief, gelijk Christus de kerk heeft liefgehad.” (Efeze 5:25)
[1] Sharon James, God’s Design for Women, blz. 104, EPbooks 2019
[2] Christopher Ash, Married for God, blz. 90, IVP 2007
[3] C.S. Lewis, zoals geciteerd in Christopher Ash, Married for God, blz. 90, IVP 2007
[4] Kevin DeYoung, Men and Women in the Church, blz. 73, Crossway 2021