Een moedig en krachtig getuigenis tegen de genderideologie

Vijf leugens ontmaskerd_Butterfield - uitsnede
Leestijd: 7 minuten

Er wordt wel eens gevraagd naar de stem van vrouwen in het debat over de genderideologie en dan wel als het gaat om afwijzing daarvan. Een vrouw die al meer dan eens haar stem heeft laten horen is Rosaria Butterfield, die jarenlang zelf een lesbische relatie had en overtuigd feminist was. In de jaren negentig van de vorige eeuw kwam zij tot inkeer, een inkeer waarvan zij verslag heeft gedaan in haar boek: Een onwaarschijnlijke bekering.

In haar jongste publicatie, het boek Five Lies of Our Anti-Christian Age analyseert zij vijf leugens die breed ingang hebben gevonden in de westerse samenleving, leugens waarmee ook menig christen is besmet.

Bij de vijf leugens gaat het om de volgende zaken:

  1. Homoseksualiteit is normaal
  2. Een persoon die vanuit de mens denkt, is vriendelijker dan een bijbels christen
  3. Feminisme is goed voor de wereld en de kerk
  4. Transgenderisme is normaal
  5. Ingetogenheid/zedigheid is een achterhaalde last die de mannelijke dominantie dient en vrouwen tegenhoudt

Niet de mens maar Gods Woord moet ons uitgangspunt zijn

Vanuit haar eigen strijd met deze overtuigingen, waarvan zij voor een deel aanvankelijk ook na haar bekering niet helemaal was verlost, aldus de schrijfster, ontvouwt zij de rijkdom van de Bijbelse boodschap met betrekking tot huwelijk, seksualiteit en de positie van man en vrouw.

Met kracht keert zij zich tegen de gedachte dat de scheppingsorde op zijn best tot de rand van de geloofsinhoud behoort. Ik moest zelf denken aan Tertullianus. In zijn Apologeticum stelt hij dat christenen niet alleen één zijn in geloof, maar ook in zedenleer. Wie niet leeft zoals God dat van ons vraagt vanuit Zijn Woord, is volgens Tertullianus in ieder geval op dat moment geen christen.

Butterfield ontmaskert de genderideologie. Zonder enige reserve is de waarheid van de Bijbel haar uitgangspunt. Dat uitgangspunt komt in het gedrang als empathie voor ons het belangrijkste is. Dat leidt onvermijdelijk tot een wereldse droefheid. De normen die God ons stelt maken ons dan bedroefd in plaats van onze ongelijkvormigheid eraan.

De auteur wijst erop dat Christus ons in de Bijbel wel als medelijdende (sympathy) maar niet als invoelende (emphathy) Hogepriester wordt getekend. Heel intimiderend kan aan christenouders die de wens van transitie van hun zoon afwijzen, worden gevraagd of zij dan liever een dode zoon hebben dan een levende dochter.

Voor christenouders is het eeuwig behoud van hun kinderen het belangrijkste. De ingang in het Koninkrijk der hemelen is onverenigbaar met een homoseksuele levensstijl of met een transitie. In beide gevallen is er sprake van opstand tegen God onze Schepper en wat Hij van ons vraagt. Butterfield ontkent niet dat de strijd om naar het Bijbelse getuigenis te leven zwaar kan zijn, maar voor haar staat ook vast dat alle dingen mogelijk zijn voor wie werkelijk in Christus gelooft.

Zij verwijst trouwens ook nog naar de studie van Abigail Shier: Irreversible Damage. Shrier laat zien dat het eigentijdse culturele klimaat de vraag om transite bij een zeer groot deel van de meisjes bevordert. Sociale media brengt de optie van de transitie bij velen onder de aandacht. Shier kritiseert dat de wens naar transitie wel heel snel wordt gehonoreerd zonder naar onderliggende oorzaken te kijken. Ook lijken zij die met deze wens meegaan en helpen die te realiseren, niet te beseffen hoe grote en onherstelbare schade dit aanricht.

Als gedrag zondig is, zijn ook de gevoelens eronder zondig

In de kerk denken velen dat homoseksueel gedrag weliswaar in strijd is met Gods bedoelingen, maar dat homoseksuele gevoelens neutraal zijn. Ik val Butterfield helemaal bij dat de Schrift voor dat laatste geen grond biedt. Als de Schrift gedrag afwijst, worden ook de gevoelens die daaronder liggen afgewezen. Een christen breekt met zondig gedrag en strijdt met zondige gevoelens. Verdwijnen bepaalde zondige gevoelens niet, dan duurt die strijd tot de dood.

Butterfield houdt nadrukkelijk de optie open dat homoseksuele gevoelens kunnen verdwijnen. Zij heeft dat in haar eigen leven ervaren. Zij ontkent niet dat bij anderen de strijd ertegen intenser en langer van duur kan zijn. De auteur heeft haar bedenkingen tegen het uit de kast komen. Het grote gevaar is dat je je zelf met je zondige gevoelens identificeert en die tot een neutrale categorie maakt. Christenen die te maken hebben met andere zondige gevoelens dan homoseksuele gevoelens zullen dat veelal ook niet breed delen. Zelf denk ik wel dat het helpt als anderen met ons kunnen meeleven in onze strijd. Op zijn minst moet overwogen worden die strijd slechts met enkelen te delen.

De eerste taak van een getrouwde vrouw ligt in haar gezin

Heel nadrukkelijk houdt Butterfield vast aan het Bijbelse getuigenis over man en vrouw. Man en vrouw zijn voor God gelijk, maar hebben wel verschillende taken van Hem gekregen. Zij vertelt hoe zij in de tijd dat zij nog volop feministisch dacht en een lesbische relatie had een kerkdienst bijwoonde waarin Psalm 113:5 werd gezongen. Zij waande zich toen even terug bij het zingen over een blijde moeder van kinderen.

Nu komt zij er vrijmoedig voor uit dat de eerste roeping van een vrouw in haar gezin ligt. Zij wijst dan onder andere op Titus 2:5, waar Paulus getrouwde vrouwen opdraagt hun huishouden te verzorgen. Van de lof op de deugdelijke huisvrouw in Spreuken in 31 kunnen we hier ook lessen leren. Een getrouwde vrouw, als zij tot publieke werkzaamheden wordt geroepen, heeft altijd weet van haar relatie tot haar man en haar kinderen. Het is dan ook heel verdrietig dat onze overheid met haar belastingpolitiek de eenheid van het gezin ondergraaft. Menige vrouw voelt zich gedwongen meer buitenshuis te werken dan zij zelf wil.

De neergang van de bijbelse moraal

Butterfield geeft terecht aan dat er een wissel omgaat als vooruitgrijpen op het huwelijk wordt geaccepteerd. De volgende stap is dat men samenwonen gaat accepteren. Dan moet het ons niet bevreemden dat goedkeuring van homoseksuele relaties en vervolgens transitie tot een kwestie worden waarover christenen verschillend mogen denken. Bekering is nodig. We moeten weer gaan beseffen dat onreinheid voor God niet kan bestaan. Zonder verootmoediging en breken met zondige levenspatronen houdt die onreinheid ons buiten Gods koninkrijk.

De neergang van de Bijbelse moraal staat ook onder christenen, zo ziet Butterfield terecht, niet los van een andere ontwikkeling. Feit is dat de gedachte dat de rampzaligheid meer en meer als een randmogelijkheid wordt gezien en zeker niet eeuwig is, steeds meer ingang vindt in kerkelijke kring. Zij wijst op de theoloog Preston Sprinkle die op dit punt eerst een helder geluid gaf, maar inmiddels daarvan afwijkt. Het gevaar is groot dat het eigentijdse levensklimaat ons beïnvloedt. Hierdoor verliest de eeuwige rampzaligheid voor ons haar ernstige en vreeswekkende realiteit.

Hoe moeten wij omgaan met hen die een on-Bijbelse visie op seksualiteit en de optie van transitie hebben? Butterfield maakt dan een onderscheid tussen aanvaarden en goedkeuren. Met aanvaarden bedoelt zij niet dat je iemands opvattingen en levensgedrag aanvaard, maar wel dat je zijn of haar persoon aanvaardt en zoekt lief te hebben. Je kunt echter hun opvattingen en levensgedrag niet goedkeuren.

Is er sprake van een homoseksuele relatie, dan zul je bidden of die vanuit het geloof wordt verbroken. De gedachte dat een persoon die je liefheeft zonder bekering buiten Gods koninkrijk zal blijven, dringt je om op de knieën te gaan. Het bijwonen van een ceremonie waarin de homoseksuele relatie een officiële status krijgt, wijst zij af. Wel pleit zij ervoor contact open te houden en in gesprek te blijven. Zo kunnen we de ander, al is het maar omdat hij aanwezig is bij gebed en Schriftlezing na de maaltijd, onder het Bijbelse getuigenis brengen.

We moeten daar naar de kerk gaan waar Bijbels onderwijs wordt gegeven

Butterfield wijst erop hoe essentieel het voor onszelf en anderen is naar een Bijbelgetrouwe kerk te gaan. Dat is een kerk die het gezag van de Bijbel zonder reserve aanvaardt en die in de prediking Bijbels onderwijs geeft. Ik merk op dat het eerste het geval kan zijn. En toch, als het gaat om concrete levenspraktijk, krijgt het tweede vaak veel te weinig gestalte. Ik vrees dat dit de laatste tientallen jaren in tal van gemeenten binnen de gereformeerde gezindte het geval is geweest. Nu krijgen we daarvoor de rekening gepresenteerd. Het is mede de schuld van de kerk dat menig kerkganger als zo geïnfecteerd is met een on-Bijbels gedachtegoed als het gaat over seksualiteit.

Boek ‘Vijf leugens ontmaskerd’ van Rosaria Butterfield

Het belang van zedigheid en matigheid/ingetogenheid

Butterfield voert een heel krachtig pleidooi voor zedigheid in kleding. Niet voor niets krijgt in de Schrift de kleding van de vrouw meer aandacht dan die van de man. Vrouwen roepen door onzedige en uitdagende kleding bij mannen en jongens onreine lusten op. Binnen de christelijke gemeente moeten mannen en vrouwen elkaar juist bijstaan in de strijd tegen zondige begeerten.

Dat hier de gereformeerde gezindte bekering nodig heeft, behoeft geen betoog. Ook mensen buiten deze kring valt op dat vooral jongere vrouwen en meisjes nogal sensueel gekleed zijn. En dan weet ik dat er gelukkig uitzonderingen zijn, maar die vormen wel de minderheid. Heel verdrietig is het als een bruid met haar trouwjurk laat zien dat zij Christus niet kent en liefheeft. Dan is overigens ook een kerkenraad tekort geschoten in het uitoefenen van tucht.

De auteur wijst erop dat tucht behoort bij de kenmerken van een gemeente die trouw is aan het Woord. Tucht heeft het positieve doel dat wij in leer en leven bij het Woord bewaard blijven en echt bereid zijn om de ontmoeting met God aan te gaan.

Naast zedigheid in kleding pleit Butterfield ook voor een ascetische/ingetogen houding als het gaat om gebruik van sociale media. We moeten die niet gebruiken om onszelf te etaleren. Hier past juist matigheid en ingetogenheid. Het is van belang meer tijd te steken in het bestuderen van de Bijbel dan in het surfen op internet, zo stelt zij. En dat kan ik alleen maar onderstrepen.

De Bijbel. Een lamp voor onze voet en een licht op ons pad

Butterfield besluit haar studie met een appendix waarin zij beginselen ontvouwd die wezenlijk zijn voor het onderzoeken van de Bijbel. We moeten van de eenheid en duidelijkheid van de Schrift uitgaan. Daarom kan de Schrift haar eigen uitlegster zijn.

Deze studie is een getuigende en moedige studie. In de tweede helft van de zeventiende eeuw hebben in Frankijk de nonnen van Port Royal de genadeleer van Augustinus moediger verdedigd dan de bisschoppen. Die hielden zich op hun best op de vlakte en afzijdig. Helaas komt deze houding, als het gaat om het Bijbelse onderwijs over huwelijk en seksualiteit en dat in relatie tot de genderideologie, ook voor onder predikanten.

Laten predikanten en allen die leiding geven in de kerk een voorbeeld nemen aan het moedige getuigenis van Rosaria Butterfield. Velen keren zich weliswaar niet tegen het Bijbelse getuigenis, maar houden zich wel zoveel mogelijk op de vlakte. Ik beveel iedereen die weerbaar gemaakt wil worden tegen het on-Bijbelse denken over huwelijk, seksualiteit en reinheid, het lezen van dit boek hartelijk aan.


N.a.v. Rosaria Butterfield, Five Lies of Our Anti-Christian Age, woord vooraf door Kevin DeYoung (Wheaton: Crossway, 2023), hardcover 368 pp., $29,99 (ISBN 9781433573538).

Dit boek is in het Nederlands vertaald: Vijf leugens ontmaskerd; Bijbelse waarheid in een postmoderne tijd (De Banier, ISBN 9789402909913).

Ook interessant