Het kwaad van de polarisatie in de gemeente

Euodia-and-Syntyche-fragment uit fresco van Pompeii_Wikimedia
Leestijd: 4 minuten

Onze cultuur zit op dit moment vól met polarisatie. Het leek een versleten term uit de oude doos, maar die werd nieuw leven ingeblazen door de rellen in Amsterdam met de Israëlische voetbalsupporters. Onze tijd wordt daarom ook wel een gepolariseerde tijd genoemd.

Polarisatie is volgens het woordenboek van Van Dale ‘het ontstaan of toenemen van (tot dan toe verborgen) spanningen en tegenstellingen in een groep; in politieke zin: toespitsing, accentuering van tegenstellingen tussen politici of politieke partijen.’ Inderdaad, in Amsterdam werden tegenstellingen op de spits gedreven.

Vele talkshows op televisie wijdden hun uitzendingen aan het thema ‘verdeeldheid’ en ‘polarisatie’. Hoe kan het tóch dat groepen mensen zo tegenover elkaar komen te staan? Er werd meteen gekeken naar de sociale media: die zouden als aanjagers hebben gefunctioneerd. Binnen de kortste keren werden vijandsbeelden gecreëerd, waarbij vice versa de andere partij als gevaar werd gezien. Allerlei deskundigen werden geraadpleegd om de situatie te duiden.

Euodia en Syntyche

Soms kunnen er ook verschillen van inzicht ontstaan in de gemeente van Christus. Die kunnen escaleren tot diepgaande conflicten. Ontwikkelingen in de samenleving kunnen daarbij een infectueuze werking hebben. Wereldgelijkvormigheid werkt dan als een virus, dat naar de kerken overspringt.

We vinden in de brief aan de Filippenzen ook een passage over een geschil tussen twee vrouwelijke gemeenteleden. Het is niet duidelijk wat er heeft gespeeld tussen deze twee zusters. Maar Paulus taxeert de situatie als ernstig en vermaant hen in zijn brief: ‘Ik roep Euodia en ik roep Syntyche ertoe op eensgezind te zijn in de Heere.’ Dat hij hen hier bij naam noemt, toont aan hoe destructief hij zo’n conflict beoordeelt in de gemeente van Christus. Paulus wil ervoor waken dat het geen splijtzwam wordt in het leven van deze gemeente, die nog maar zo kort geleden door de apostel werd gesticht.

De toon van de brief als geheel wordt gedragen door de gedachten van de apostel over de gezindheid van de Heere Jezus, die het beste onder woorden kan worden gebracht met de term ‘ontlediging’. We vinden die gedachten in Fil.2:5-11. Hij roept de gemeente op een voorbeeld te nemen aan de houding van de Heere Jezus die afstand deed van zijn hemelse positie. Deze verzen zijn zeer de moeite waard aandachtig te lezen en ons eigen te maken. De Heere Jezus, als de Zoon van God, heeft het geen roof geacht Gode evengelijk te zijn, staat er, maar heeft de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen (Fil.2:6,7).

De wet van het tegenwicht

Mogelijk kende Paulus de krachten die vrijkomen bij hoog opgelopen spanningen tussen mensen. Mogelijk was hij vertrouwd met ‘de wet van het tegenwicht’. Die wet van het tegenwicht beschrijft een verschijnsel waarin een actie een even heftige tegenreactie oproept.

Als twee mensen in een roeibootje zitten en de een neemt plotse­ling op de rand plaats, dan zal de ander onwillekeurig van schrik opschuiven naar de andere kant. De wet van het tegenwicht is ook zichtbaar bij twee touwtrek­kende mensen. Hoe meer de een zich schrap zet en achterover ­helt, in diezelfde mate zal zijn tegenstander aan het andere eind van het touw zich schrap moeten zetten en achteroverhel­len om het touwtrekken niet te verliezen. De positie van de één roept een identieke positie van de ander op. Dat is de wet van het tegen­wicht.

De oude Grieken kenden deze wet en zij beschreven dit verschijnsel al in de omgang tussen de mensen. Iemand die een radicaal standpunt inneemt en uitdraagt kan er zeker van zijn geconfronteerd te worden met een tegen­gesteld standpunt. Hoe radicaler dit standpunt, des te radicaler ook het tegenstandpunt.

Waarheid en vrede

In het leven van kerken en gemeenten is het mechanisme van deze wet soms volop werkzaam. Dat kan voor een kerk een verscheurende ervaring zijn. Dan levert die kerk het beeld op van twee touwtrekkende ploegen die hun hakken diep in het zand hebben geplant en aan beide kanten schuin achterover hellen. Dit is met recht een ‘scheefgetrokken’ beeld. Standpunten zijn veel meer geprofileerd, posities scherper afgetekend, meningen veel meer geradicaliseerd dan in een ontspannen situatie het geval zou zijn geweest. Nuances en grijze vlakken worden nauwelijks meer geduld.

Er kunnen zaken aan de orde zijn waarbij het gezag van Gods Woord in het geding is. Moet de waarheid om de lieve vrede worden opgeofferd ten behoeve van de eenheid? Dat is een ontoelaatbare toegeeflijkheid. Daar ligt echt een rode lijn. Ik voorzie dat binnen enkele jaren rondom het onderwerp LHBT die polarisatie in de orthodoxe kerken zal ontstaan. De ‘verootmoediging’ in de Nederlandse Gereformeerde Kerken is – denk ik- het eerste signaal van wat er gaat komen. Daar hoef je geen profeet voor te zijn. Kerken zullen zich schrap moeten zetten.

Nederigheid

In de gemeente geldt zeker dat wij vanuit ‘nederigheid’ dienen te handelen. Dan verliezen posities namelijk hun scheefgetrokken radicaliteit. Is het geheim van dit gemeenschapszoekende evenwicht niet even eenvoudig als helder? ‘Maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf. Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.’ Dit is wat Paulus in Fil. 2:3 en 4 heel nadrukkelijk zegt in de richting van allen binnen de gemeente die mogelijk behept zijn met ‘eigenbelang of eigendunk’.

Dus de wat ‘losse’ opmerking over Euodia en Syntyche hangt niet maar wat in de lucht, maar heeft een evangelische verankering in de ‘ontlediging van Christus’. Die bijzondere term heeft betrekking op de levensgang van de Heere Jezus: ‘En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood’ (Fil. 2:8). Die gezindheid stelt de apostel zijn lezers voor ogen. De Heere Jezus ging Zijn eigen unieke weg, die Hij alleen kon volbrengen. Wij als mensen mogen in deze gezindheid Hem navolgen. In onze houding en ons gedrag moet iets terug te vinden zijn van Zijn voorbeeld. Paulus laat in hoofdstuk 4:8 bruikbare ‘tools’ zien die gemeenteleden zich eigen mogen maken om de gezindheid van de Heere Jezus vorm te geven. ‘Al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, (…), bedenk dat’.

Ook interessant