Leestijd: 4 minuten

De profeet Jesaja spreekt over een land waarover Hij vroeger minachting heeft gebracht, maar dat Hij in latere tijd heerlijk zal maken (Jesaja 8:23). Deze profetie gaat over het noorden van Israël, het gebied van de noordelijke tien stammen, het Galilea van de heidenen.

We weten dat dat Noordelijke Koninkrijk van Israël al eerder dan het Zuidelijke Koninkrijk van Juda in afgoderij viel. In dienst aan de Baäl werd er steeds meer prostitutie bedreven en in de dienst aan de Moloch gooiden ouders zelfs hun eigen kinderen in het vuur. Dat terwijl in de Thora, die de Heere aan Israël heeft gegeven, juist de bescherming van het leven zo centraal staat.

Zonde leidt tot de dood

Het gevolg was dat de Heere verachting of minachting over het land bracht. In 722 voor Christus zijn de tien stammen afgevoerd naar Assyrië en raakte het noorden van Israël uitgestorven. Zonde leidt altijd tot de dood. In zekere zin is dit het verhaal van ieder mens. We kunnen met de vinger naar Israël wijzen, maar wij allen hebben gezondigd. Ieder van ons is afgoden gaan dienen, voor zichzelf gaan leven. Zonde berooft een mens van zijn waardigheid. Door seksuele immoraliteit verliest de mens zijn eerbaarheid. Als iemand egoïstische daden verricht is dat niet tot eer van God, terwijl Hem verheerlijken juist het doel van ons leven is. We beroven dus ook God van Zijn eer door afgoderij en alle lelijke daden die daar vaak mee gepaard gaan.

Een nieuw begin

Maar aan datzelfde land waar Hij minachting over heeft gebracht, zegt de profeet Jesaja, zal Hij in later tijd eer bewijzen. “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien.” (Jesaja 9:1). De Heere heeft het volk in dat gebied weer talrijk gemaakt (v. 2) en zo heeft de Heere het land weer eer bewezen. Bovendien, Jezus, de Messias van Israël, is juist daar in het noorden van Israël opgegroeid, heeft daar Zijn leven geleid en Zijn heerlijke bediening gehad. God is rechtvaardig en heilig, Hij laat niet met Zich spotten en oordeelt rechtvaardig. Maar Hij is ook barmhartig en genadig. Hij is een God die weer een nieuw begin geeft. Er zal geen duisternis blijven in het land waarin benauwdheid is (Jesaja 8:23).

De komst van de Zondaarsvriend

Het is veelzeggend dat Jezus zich in Kapernaüm heeft gevestigd toen Hij met Zijn bediening begon. Hij hoorde niet bij de religieuze leiders en de gevestigde orde van de priesters en het Sanhedrin in Jeruzalem. Ook heeft Hij zich niet teruggetrokken uit de boze, zondige wereld, door bijvoorbeeld bij de Essenen in Qumran, bij de Dode Zee te gaan wonen, om daar een strikt afgescheiden ‘heilig’ leven te leiden. (Johannes de Doper heeft volgens sommigen deel uitgemaakt van die gemeenschap.) Nee, Hij ging wonen in Kapernaüm. Daar woonden vissers, aan het Meer, maar ook boeren die hun akkers bewerkten. Daar werd veel gebouwd en dus waren er veel timmerlieden. Het lag op een grens van twee gebieden en dus werd er tol geheven. Het lag aan de Weg van de Zee, de Via Maris, waardoor er veel handelaren langskwamen. Bovendien woonden er in dat gebied in verhouding veel meer heidenen en Romeinse soldaten. In de overblijfselen van de synagoge te Kapernaüm treffen we veel Griekse invloeden aan. Jezus woonde temidden van de gewone mensen. Hij was niet zo ‘heilig’ dat Hij geen Vriend van zondaars was.

Dat is een prachtig beeld van waarvoor de Zoon des Mensen naar deze aarde kwam, om het verlorene te zoeken en te redden. Hij werd een van ons, Hij kwam bij ons, Hij zocht ons op, in ons afdwalen en in onze zondige toestand. Hij kwam niet om ons te veroordelen, maar om ons te redden. Hij bewijst zelfs eer aan de zondaar, door te vergeven en volkomen vrij te spreken. Dat kan Hij doen, omdat Hijzelf onze zonden in onze plaats aan het kruis heeft gedragen. Door Zijn ontferming krijgen wij onze waardigheid en onze eerbaarheid weer terug.

Vergeven en genezen

Eens hoorde ik van een prostituee die begreep dat Jezus haar genadig was en haar alles had vergeven. Zij zei: “Hij heeft mij mijn maagdelijkheid teruggegeven.” Niet letterlijk in fysiek opzicht, maar wel werkelijk, wat betreft haar persoon. Want wie in Christus is, is een nieuwe schepping, het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen. We zijn toch de stralend reine bruid van Christus geworden?! We zijn in Hem helemaal schuldvrij en er is geen veroordeling meer voor ons, omdat Hij in onze plaats werd veroordeeld. Hij heeft ook onze schande, onze schaamte gedragen aan het kruis. Daarom mogen wij ook onze schaamte- en schuldgevoelens van ons af laten vallen. Als God ons heeft vergeven, wie zijn wij dan om onszelf niet te vergeven? Zo geneest Zijn genade ons en maakt het ons weer mens.

Bijbel Beraad Man/Vrouw wil dicht bij Gods geopenbaarde waarheid blijven op de gebieden van huwelijk, seksualiteit, gender, man-zijn en vrouw-zijn. Dat is heel nodig in deze tijd. Maar terwijl wij scherp moreel onderscheidingsvermogen voorstaan, op basis van de Bijbel, willen we ook de onverdiende, onlogische en onuitputtelijk rijke genade van de Heere Jezus prediken. Wij willen niet zo ‘heilig’ zijn dat wij niet meer vrienden van zondaars kunnen zijn. Dat zou schijnheilig zijn, want we zijn allemaal ook nog steeds zondaars. Waarheid en genade trekken samen met elkaar op.

‘Vul ons hart boven alles met Uw liefde, o Heere, voor ieder mens, want dát is de vervulling van de wet.’

---

Gepubliceerd: 06-12-2024