Ergens daarbuiten in de grote, wijde wereld bidt iemand voor je. Hij kent je waarschijnlijk niet en jij kent hem waarschijnlijk niet. Jullie ontmoeten elkaar misschien pas over een aantal jaar. Maar hij bidt desondanks voor je en dat doet hij al heel lang.

Hij is de vader van een dochter. Hij is de trotse vader van een dochter die hem heel dierbaar is – dierbaarder dan alles wat hij bezit, dierbaarder dan alles wat hij ooit heeft gedaan, gemaakt of bereikt, dierbaarder dan zijn eigen leven. Ze is zo kostbaar dat als hij alle rijkdommen van deze wereld zou verwerven, maar onderweg haar hart zou verliezen, hij zichzelf een volslagen mislukking zou vinden.

Deze vader weet dat er een dag komt dat een jongeman hem zal benaderen. Die zal hem dan toestemming vragen om met zijn dochter te trouwen. Op een dag zal een jongeman betogen dat het in het belang van zijn dochter is als ze haar vader en moeder verlaat. Dat zij degenen achterlaat die haar op de wereld hebben gebracht en die haar zulke privileges hebben gegeven en die haar zo goed hebben opgevoed – en in plaats daarvan met hem wordt verbonden (want dat is de innemende verwaandheid van jonge mannen ). En hoewel het voor deze vader moeilijk kan zijn om toe te geven, weet hij dat deze jongeman misschien wel gelijk heeft – dat het beste leven van zijn dochter buiten zijn zorg zal zijn en in de zorg van een andere man, buiten zijn huis en in een huis dat dit nieuwe stel samen zal opbouwen.

Vanaf de dag dat hij zijn kostbare dochtertje op de wereld verwelkomde, wist hij dat hij haar op een gegeven moment aan een andere man zou toevertrouwen. En dus begon hij te bidden. Vanaf de dag dat hij zijn prachtige kleine meisje zag, wist hij dat hij haar op een dag naar het altaar in de kerk zou leiden om haar hand in die van een andere man te leggen. En dus begon hij voor hem te bidden. Vanaf de dag dat zijn hart zo diep met het hare verbonden raakte, wist hij dat het hare op een dag met dat van iemand anders verbonden zou raken. En dus begon hij des te vuriger te bidden.

Hij bad dat deze jongeman tot een oprecht geloof zou komen, dat hij berouw zou tonen over zijn zonden en in de Heere Jezus Christus zou geloven. Ook bad hij dat deze jongeman zou groeien in heiligheid, dat hij gewetensvol de zonde zou doden en levend zou worden tot gerechtigheid. Hij bad dat deze jongeman een capabele man zou worden, dat hij hard zou studeren en ijverig zou werken en alle voorrechten die hem ten deel vielen, zou waarmaken. Verder bad hij dat deze jongeman zou groeien in een goddelijk karakter, dat hij liefdevol, vreugdevol, vredig, geduldig, vriendelijk, goed, trouw, zachtmoedig en zelfbeheerst zou worden. Uiteindelijk bad hij dat deze jongeman zijn dochter waardig zou blijken te zijn, dat hij zou weten dat ze net zo kostbaar is als ze werkelijk is en dat hij haar zou behandelen met alle liefde en waardigheid die ze verdient.

Het is een interessante en bemoedigende gedachte dat deze man al voor je bidt sinds je klein was. Dit is een interessante gedachte, nietwaar? Hij bidt voor je zonder te weten wie je bent, bidt voor je zonder te weten wanneer je elkaar zult ontmoeten, bidt voor je met het verlangen dat hij op de dag dat je uit de grote menigte van de mensheid tevoorschijn zou komen, zou zien dat God zijn gebeden had gehoord en verhoord.

Dit is een bemoedigende gedachte, maar ook een uitdagende. Want het is nu aan jou, jongeman, om waardig te zijn – zo waardig als een man maar kan zijn – om uit zijn hand te ontvangen wat hij kostbaarder acht dan juwelen, waardevoller dan zijn eigen hart, van grotere waarde dan zijn eigen naam en zelfs zijn eigen leven. Het is aan jou, jongeman, om zijn ijver te eren in het zo trouw bemiddelen voor zijn dochter. Het is aan jou, jongeman, om Gods antwoord te zijn op de gebeden van een vader.

Dit artikel verscheen eerder op de website van Tim Challies.