Hoe ga je om met homoseksuele gevoelens?

Header Artikel (48)
Leestijd: 3 minuten

Is het hebben van homoseksuele gevoelens zonde? Dat kan een vraag zijn waar je mee kunt worstelen als je deze gevoelens bij jezelf signaleert. Zeker voor een christen kan deze vraag prangend zijn.

Wat het extra gecompliceerd maakt is dat er door christenen verschillende antwoorden gegeven worden. Sommigen zeggen dat het hebben van deze gevoelens op zich niet verkeerd is, maar het toegeven eraan wel. In hun optiek zijn homoseksuele gevoelens een gevolg van de zondeval, net zoals autisme dat is of dyslexie. Het hebben van deze ‘vervorming’ is op zich niet zondig, wel hoe je ermee omgaat.

Een heel ander geluid komt uit Amerika. Veel reformatorische christenen daar zijn van mening dat je niet alleen afstand moet nemen van homoseksuele uitingen, maar ook van de gedachte dat je homo zou zíjn. Je moet volgens hen oppassen dit als een gegeven te zien, een onvervreemdbaar onderdeel van je identiteit. Zij zien liever niet dat een christen zichzelf aanduidt als ‘homo’ of ‘christen-homo’. Hoe moeten tegen deze verschillende visies aankijken?

Verschillende invulling van het woord ‘homo’

Persoonlijk kan ik ermee leven als het woord ‘homo’ om communicatieve redenen gebruikt wordt als label om aan te duiden dat iemand worstelt met gevoelens voor personen van hetzelfde geslacht. De verwarring zit vooral hierin dat men in onze cultuur het woord ‘homo’ heel anders beleeft: veel mensen zien het als een aanduiding van iemands diepste identiteit – iets wat trouwens lang niet altijd geldt voor mensen die met deze gevoelens worstelen.

De gedachte dat homoseksualiteit een onderdeel van je (diepste) identiteit is, is een combinatie van gevolgtrekkingen uit de seculiere psychologie en psychiatrie, versterkt door de identity-culture waarin wij vandaag leven. In deze ‘identity-culture’ is identiteit een self-made constructie die je naar eigen believen programmeren kunt. Dit heeft geleid tot een wildgroei aan seksuele identiteiten die door velen als het meest wezenlijke van hun bestaan worden beschouwd, heilig en onopgeefbaar. Het is terecht dat we hier tegen protesteren, want het accepteren in deze manier van denken is in feite een vorm van binnenkerkelijke secularisatie waar christenen veel kritischer op zouden moeten zijn. Een poging hiertoe heb ik ondernomen in het hoofdstuk “’Ben’ je homo?” in ‘Liefde die boven alles uitgaat’.

Theologische duiding

Theologisch staat er ook het een en ander op het spel. Hoe moeten we (homo)seksuele verlangens duiden? Herman van Wijngaarden maakt onderscheid tussen seksuele gevoelens en seksuele begeerten. Dat is juist. Seksuele gevoelens zijn normaal, een gevolg van ons geschapenheid. Het probleem is echter dat in een gevallen wereld seksuele gevoelens heel gemakkelijk omslaan in ongewenste seksuele verlangens/begeerten. Die grens is flinterdun en elk mens die eerlijk is, weet dat. Idealiter is seksueel verlangen alleen dan gerechtvaardigd wanneer het zich richt op een gelegitimeerd doel. Bijbels gezien is daar alleen sprake van in het geval van man en vrouw in het huwelijk. Met andere woorden: alleen heteroseksuele verlangens binnen de juiste context (lees: het huwelijk) zijn geoorloofd en gerechtvaardigd.

Met betrekking tot gevoelens voor personen van hetzelfde geslacht kun je je afvragen of deze gevoelens überhaupt aanvaardbaar zijn – om over begeerte nog maar niet te spreken. Hoe kunnen we in het licht van de zondeval homoseksuele gevoelens ooit acceptabel noemen? Moeten we, als we het Bijbelse getuigenis serieus nemen, niet zeggen dat er hier sprake is van ongeordende en ongeoorloofde gevoelens die er in een ideale wereld niet zouden moeten zijn? Ik denk van wel.

Een belangrijk synoderapport van de Presbyterian Church of America enige jaren geleden stelt: ‘[H]et ervaren van aantrekking tot hetzelfde geslacht [is] niet moreel neutraal; de aantrekking is een uiting van de aangeboren of inwonende zonde die met berouw moet worden betreurd en gedood’ (stelling 4). Het bekende paradigma ‘Je mag het wel zijn, je mag het niet doen’ schiet dus tekort. Vanuit Gods perspectief mag je het niet zijn en zou je het ook niet moeten willen zijn. Dat geldt overigens voor elke uiting van gebrokenheid die het gevolg is van de zonde.

Omgaan met de corruptio totalis

Wie Gods ideaal kent, erkent de gebrokenheid en gevallenheid die zich in heel ons denken, voelen en zijn manifesteert. De gereformeerde traditie meent – in lijn van Calvijn en Augustinus – dat niet alleen daadwerkelijke zonden, maar ook de gestalten daarachter, in gedachten en gevoelens als zonde gezien dienen te worden. Hoe pijnlijk het ook is, het is de eerlijke erkenning van de corruptio totalis, de totale verdorvenheid.

Dat wil niet zeggen dat de mens op alle terreinen zo slecht is als hij zou kunnen zijn, wel dat we totaal zijn aangetast: in ons denken, voelen, ja ons hele zijn. De homoseksuele gerichtheid als iets neutraals zien, lijkt me theologisch gezien onjuist. Natuurlijk dienen we daarbij te verdisconteren dat dit nooit iemands keuze is geweest. In die zin kun je er niets aan doen – wel hoe je ermee omgaat. Het dient te leiden tot een levenslange houding van verootmoediging, berouw en belijden. Dat geldt trouwens voor ieder christen. Hij schaamt zich voortdurend voor de onontwarbare kluwen aan zondige gevoelens en intenties die in zijn binnenste leeft. Daarom wil Christus ‘dat het hele leven van de gelovigen boete zou zijn’ (Luther).


Gepubliceerd: 07-03-2025

Ook interessant

Recensie: Homoseksualiteit en de kerk

In onze samenleving is de visie op homoseksualiteit een open zenuw. Betekent dit dat kerken en christenen in het publieke domein maar

ogen, verbond

Commentaar: Aanstootgevend LHBT-activisme

Welk fatsoenlijk mens wil ongevraagd zijn neus gedrukt krijgen op naaktposters van een transgender als hij argeloos het gemeentehuis bezoekt? Of van