Hebben mensen niet meer recht om te leven dan wolven?

Wolf achter een hek
Leestijd: 4 minuten

Volgens Carl Trueman is antropologie de grote kwestie van onze tijd, en dan daarbij vooral de vraag wat het betekent om mens te zijn. Ons denken over dit onderwerp is in onze tijd erg verward geworden.

Een extreem voorbeeld hiervan is dat tegenwoordig voorkomt dat mensen zich identificeren met dieren. Ik bedoel hiermee niet dat mensen zich bekommeren om het welzijn van dieren, maar dat ze menen een dier te zijn, bijvoorbeeld een kat, of hond, of wolf, en dat ze zich als zodanig gedragen. Er is nog een woord voor ook. Zulke mensen worden therians genoemd.

Er is ook een ander woord dat in dit verband gebruikt wordt: furries. Dit zijn mensen met een fascinatie voor antropomorfische dierpersonages: denkbeeldige dieren met menselijke eigenschappen. Op zich is dit een wijd verbreid en heel oud fenomeen. Denk aan Donald Duck, Tom Poes, en Nijntje. Het is Bijbels gezien minder onschuldig dan vaak wordt gedacht, vooral omdat de visie op dieren hierdoor uit het scheppingsverband wordt gerukt. Niet voor niets was en is het lezen van dergelijke verhalen in sommige christelijke gezinnen verboden terrein. Furries gaan in hun fascinatie echter nog verder door zich bijvoorbeeld te kleden als dier.

Mens slechts zielloze materie?

Het behoeft weinig betoog dat beide fenomenen absurd zijn. Het is verbijsterend dat er tegenwoordig mensen zijn die zich inzetten voor veilige ruimtes op scholen waar therians en furries zichzelf kunnen zijn, alsof dit beschouwd moet worden als een van de vele vormen van zelfgekozen identificatie die bevestiging behoeft om psychische schade te voorkomen.

Tegelijk illustreert dit wat de uiteindelijkse consequentie is van de moderne evolutionaire visie op de mens. Immers, in die visie is de mens niet meer dan zielloze materie, die het product is van toevallige evolutie. Er is daarom geen wezenlijk verschil tussen mens en dier. Voeg daar een flinke scheut queertheorie aan toe – dat stelt dat gender kwestie van het leren kennen van je diepste gevoelens, en daar naar willen leven – en je gaat het zomaar als normaal beschouwen dat mensen zich dieren voelen en daarom als dieren gezien willen worden.

In de context van deze verwarring is het belangrijk is om als christenen zorgvuldig te spreken over de verhouding tussen mens en dier. Denk aan een recente uitspraak als deze: ‘De wolf heeft meer recht op leven dan wij. Wij hebben gezondigd, hij niet.’ Theologisch gezien is te begrijpen wat bedoeld wordt. Het is de mens die zondigde en viel. De mens verspeelde daarmee alle recht op leven en sleepte de schepping mee in de val. Dieren ondervinden de gevolgen van onze val. Een kind van God kan er wel eens indrukken van hebben dat het door onze schuld is dat dieren zozeer moeten lijden. Het ganse schepsel zucht (Romeinen 8: 22). De rechtvaardige kent daarom het leven van zijn beest (Spreuken 12:10).

Maar waar deze uitspraak mank gaat is dat het lijkt te suggereren dat het leven van een dier gelijkwaardig is aan het leven van een mens, of dat een dier zelfs meer rechten heeft dan een mens. Zo mag het niet gezien worden. Dat werd vermoedelijk niet bedoeld door degene die het zei, maar juist in ons tijdsgewricht dat zich kenmerkt door verwarring op het gebied van antropologie, ook onder christenen, zijn dit soort uitspraken niet verstandig.

De mens heeft als taak gekregen om over de schepping te heersen. Die opdracht geldt ook in de gevallen wereld. Het zonodig doden van dieren hoort daarbij en is legitiem, niet als doel in zichzelf, maar eenvoudigweg omdat het nodig is ten behoeve van het menselijke leven en welzijn. Het is veelbetekenend dat de HEERE God voor Adam en Eva rokken van vellen maakte en Hij hen die Zelf aantrok. God had ook kunnen kiezen voor vijgebladeren om mensen te kleden, of wol van schapen, maar dat deed Hij niet. Het zijn bovendien mensen, niet dieren, die beelddragers Gods zijn. De gevallen mens verloor veel van dat beeld, maar niet alles. Het zijn ook alleen mensen die een ziel hebben die voor de eeuwigheid geschapen is.      

Wolf en lam

Ook andere uitspraken op dit vlak die soms gedaan worden roepen vragen op. Zoals die predikant die onlangs de retorische vraag stelde: ‘Wie heeft ons het recht gegeven te bepalen wat wel of niet in onze omgeving mag leven?’ Ook stelde hij: ‘God werkt toe naar het samenleven van wolf en schaap. Wij moeten de toekomst die God voor ogen heeft, ook in het oog houden. En proberen daarvan al iets in het heden te zien. Als de wolf mij ziet moet hij ook het beeld van God zien.’

In die visie kan het problematisch worden om muggen dood te slaan, ratten te bestrijden, mollen te lijf te gaan, en veel meer. Opnieuw, het is begrijpen wat bedoeld wordt. Zelfs het kleinste insect is een wonderbaarlijk schepsel dat uit Gods hand voortkomt. Ieder dier, ook de kleinste mot en de hinderlijkste luis, verraadt de genialiteit van de Schepper. Wie dat beseft gaat zorgvuldig om met dieren, zelfs de kleinste, en kan verlangen naar de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar de wolf en het lam samen zullen verkeren.

Dat neemt niet weg dat nuchterheid op zijn plaats is. Dieren zijn geschapen voor mensen en niet omgekeerd. Mensen mogen dieren doden om zich te voeden, te kleden of om overlast tegen te gaan. De Heere wilde dat miljoenen dieren geofferd werden, als teken van het grote offer dat Hij eens Zelf zou brengen. De wonderbare visvangst die de Heere Jezus werkte, waarbij veel vissen ogenschijnlijk onnodig stierven, was natuurlijk geen zonde. Hetzelfde gold voor de leeuw die door David gedood werd. Dieren moeten bovendien door mensen soms ook tegen elkaar beschermd worden.

Daar komt bij, wolven, leeuwen en andere dieren zijn door de val anders geworden dan ze waren. Het zijn geen pure ongerepte schepselen meer. Ze zijn onderdeel van het oordeel dat over de schepping is gekomen. Pas als de wolf van zijn roofzuchtige natuur ontdaan is zal hij echt welkom zijn (‘met het lam verkeren’).

Antropologie is de grote kwestie van onze tijd, zei Trueman. Hij zal daarbij misschien niet direct gedacht hebben aan de verhouding tussen mens en dier. Maar het heeft er alles mee te maken. 


Gepubliceerd: 21-03-2025

Ook interessant

De denker_avery-evans-unsplash

Gedwongen tot nadenken

De transgender kwestie is mijns inziens de reden dat er nu breder in de samenleving nagedacht wordt over wat het betekent om

Zijn wij nog wel profeten voor elkaar?

Wat mensen gewoon zijn gaan vinden, ervaren profeten als ongewoon. Zij moeten het volk dan terechtwijzen. Die taak heeft iedere christen.

De openbare ontkleding van de bevolking

Waarom is veel van onze (bad)kleding onzedig? Jeff Pollard wijst op de mode-industrie. Ontwerpers hebben de bedoeling om mensen te ontkleden.