‘Bijna een derde van de albatrossen op het eiland Kaena is homoseksueel’. ‘Homoseksuele bananenvliegjes zijn vruchtbaarder’. Homoseksualiteit bij dieren heeft de belangstelling van onderzoekers. Enerzijds rondom evolutievraagstukken; anderzijds om te onderbouwen dat ‘homoseksualiteit’ bij mensen ook moet kunnen. Hoe moeten we dit zien?
De homobeweging zoekt ijverig naar argumenten waarom men ‘homoseksualiteit’ als normaal moet beschouwen. Dit doet ze door bewijs te zoeken voor drie stellingen:
- Homoseksualiteit is genetisch of aangeboren.
- Homoseksualiteit is onveranderlijk.
- Homoseksualiteit is natuurlijk, want dieren vertonen ook homoseksueel gedrag
In dit artikel wordt ingegaan op de derde stelling. Biologisch, sociologisch en theologisch blijkt dat homoseksualiteit niet natuurlijk is.
Biologisch: waarom vertonen dieren homoseksuele handelingen?
Wat doen dieren als ze ‘homoseksueel’ of ‘lesbisch’ gedrag laten zien? Uit een paar voorbeelden blijkt dat er voor ‘homoseksuele’ handelingen een biologische verklaring is te geven, die dit gedrag noodzakelijk maakt.
Albatrossen: Behoud van de soort
Het dierlijke leven is niet te vergelijken met de mensen. Dieren zijn instinctief gericht op het behoud van hun soort. Hierbij gaat het erom dat sterke dieren sterke nakomelingen voortbrengen. Het voorbeeld van de albatrossen maakt dit op een mooie manier duidelijk(2). Albatrossen stonden symbool voor ‘levenslange huwelijkstrouw’. Bij nader onderzoek kwam het onderzoeksteam van Lindsay Young erachter dat veel paren bestonden uit twee vrouwtjes die jarenlang samen eieren uitbroeden en jongen grootbrengen. Young zegt zelf: “Het onderzoek gaat over albatrossen; niet over mensen”. Het ‘homoseksuele gedrag’ heeft een reden en doel.
Wat is er namelijk aan de hand? Er zijn te weinig albatrosmannetjes. Om de soort te behouden moeten er echter zoveel mogelijk jongen geboren worden. Een albatrospaartje kan slechts één ei per seizoen succesvol uitbroeden en grootbrengen. Nu zoekt één van de vrouwtjes een mannetje om mee te paren. Vervolgens broeden de twee vrouwtjes samen het gelegde ei uit. Het jaar erna mag het andere vrouwtje het ei leggen.
Een paartje dat bestaat uit man en vrouw is echter veel vruchtbaarder. De vrouw-vrouwpaartjes kregen in een bepaald jaar 80% minder kuikens dan een man-vrouwpaartje. Als gekeken werd naar een periode van 10 jaar, kreeg een vrouw-vrouwpaar slechts 1 nakomeling, terwijl het man-vrouwpaartje gemiddeld 2.14 nakomelingen grootbracht.
Ook blijken de relaties niet altijd levenslang te duren. Sommige vrouwtjes schakelen over naar een vrouwtje om samen een jong mee groot te brengen’, terwijl andere vrouwtjes juist met een mannetje verdergaan. Lindsay Young en haar collega’s ontdekten dat de vruchtbare vrouwtjes vaker met een mannetje verdergaan, terwijl vrouwtjes die niet succesvol een kuiken hadden grootgebracht, overschakelden naar een vrouwtje.
Het onderzoek van Lindsay Young laat zien dat dierlijke ‘homoseksualiteit’ een heel ander doel dient dan menselijke ‘homoseksualiteit’. Het gaat om het behoud van de soort.
Spanning reguleren
Een ander voorbeeld van homoseksuele gedragingen met een specifiek doel is te vinden bij de bonobo’s. Deze ‘sociale’ dieren hebben slechts een beperkt aantal mogelijkheden om zich uit te drukken(1). Daarom gebruiken ze seksuele activiteit als een manier om conflicten te vermijden. Zo bestijgen bonobo’s elkaar als er bijv. een doos of voedsel in hun leefgebied wordt gegooid. Het is hun manier om conflict hierover te voorkomen. Na een agressieve uiting vindt verzoening plaats door het wrijven van de genitaliën.
Hormonale explosie
Honden bestijgen elkaar ook, ongeacht of het een mannetje of vrouwtje is. Reuen doen dat bij elkaar om te laten zien wie er de baas is. Maar ook doen ze dit bij elkaar als ze de geur van een loopse teef ruiken. Dit zorgt voor een ‘explosie’ in de hormoonspiegel, waarbij honden paringsgedrag laten zien. Dit doen teefjes overigens ook bij een loopse teef.
Mannelijke Dayak-fruitvleermuizen geven geen borstvoeding
Onder speciale omstandigheden – namelijk verhongering – kan een man zijn kind in de eerste maand borstvoeding geven. Dit zouden Dayak-fruitvleermuizen ook doen. Volgens dit artikel is er bij die mannetjes die een melkachtige tepelafscheiding hebben, echter geen sprake van melk, maar van Galactorroe. De aandoening Galactorroe kan een teken zijn van een onderliggend probleem. Die melkachtige afscheiding wordt veroorzaakt door leverproblemen die ontstaan door verhongering. De claim dat mannen borstvoeding moeten kunnen geven, omdat de dayak-fruitvleermuizen dat ook doen, heeft dan ook geen gegronde basis.
Homoseksueel gedrag bij dieren heeft een doel
Wetenschappers die zich met homoseksueel gedrag bij dieren hebben beziggehouden, maken duidelijk dat er geen homoseksueel instinct bij dieren bestaat. Het gaat alleen om gedragingen die wij als homoseksueel bestempelen. Dr. Antonio Pardo, hoogleraar bio-ethiek aan de Universiteit van Navarra, Spanje, zegt: “Eigenlijk bestaat homoseksualiteit niet bij dieren…. Om redenen van overleving is het voortplantingsinstinct bij dieren altijd gericht op een individu van het andere geslacht. Daarom kan een dier als zodanig nooit homoseksueel zijn.
Wat is het verschil tussen seksualiteit bij mensen en bij dieren?
Gedragsbioloog Cesar Ades legt het verschil uit tussen menselijke en dierlijke seksuele relaties:
Bij dieren is seksualiteit een kwestie van paren en voortplanten. Er is geen fysiek of psychisch genot. De geur is doorslaggevend: als een poes krols is, verspreidt ze een geur, bekend als feromoon. Deze geur trekt de aandacht van het mannetje en zorgt ervoor dat hij wil paren. Dit is geslachtsgemeenschap tussen dieren. Het is de wet van de natuur.
Seksualiteit bij mensen heeft een ander doel. Allereerst is seksualiteit een manier om samen intimiteit te beleven en de relatie te versterken. In Genesis 2:18-25 staat: “Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal een hulp voor hem maken als iemand die tegenover hem zij. (…) En zij zullen tot één vlees zijn.” Het klassiek gereformeerde huwelijksformulier noemt drie doelen:
- Elkaar helpen en bijstaan in alle lichamelijke en geestelijke zaken.
- Samen kinderen krijgen.
- Samen seksualiteit genieten en hierdoor overspel en seksuele lust vermijden.
Het eerste doel hiervan is direct herleidbaar tot het genoemde Bijbelgedeelte.
Sociologisch: waarom noemen we die handelingen ‘homoseksueel’?
De ‘homoseksuele’ handelingen van bovengenoemde dieren geven aanleiding om op z’n minst te denken dat ‘homoseksuele’ handelingen bij dieren vooral een biologische reden hebben, namelijk voortplanting en het overleven van de soort. Maar toch is het goed om ook de vraag te stellen waarom we die handelingen bij dieren homoseksueel noemen.
Bioloog Bruce Bagemihl, wiens boek Biological Exuberance: Animal Homosexuality and Natural Diversity wordt aangeprezen als bewijs dat homoseksualiteit natuurlijk is onder dieren, is voorzichtig genoeg om een voorbehoud te maken: “Elke beschrijving van homoseksualiteit en transgender dieren is noodzakelijkerwijs ook een beschrijving van menselijke interpretaties van deze fenomenen… We tasten in het duister over de interne ervaring van de dierlijke deelnemers: als gevolg daarvan komen de vooroordelen en beperkingen van de menselijke waarnemer – zowel bij het verzamelen als bij het interpreteren van gegevens – in deze situatie naar voren… Met mensen kunnen we vaak rechtstreeks met individuen spreken (of geschreven verslagen lezen)…. Bij dieren daarentegen kunnen we hun seksuele (en aanverwante) gedragingen wel rechtstreeks observeren, maar kunnen we hun betekenissen en motivaties slechts afleiden of interpreteren.”
Hiermee geeft een belangrijk voorstander van de ‘homoseksualiteit-bij-dieren’-gedachte toe dat wij, mensen met een redelijk verstand, hiermee onze gedachten over seksualiteit op dieren projecteren. We zien bepaalde gedragingen, en interpreteren ze volgens onze menselijke normen, terwijl we alleen uiterlijk gedrag kunnen vaststellen. We tasten in het duister over de interne ervaring van de dieren.
Aangezien het niet mogelijk is met dieren te communiceren, zij instinctmatig handelen en niet kunnen redeneren over hun gedrag, is het dan ook niet redelijk om dierlijke gedragingen als homoseksueel te bestempelen.
Theologisch bezwaar: Zijn we aan de dieren gelijk?
Tijdens de schepping van de verschillende dieren zegt God nadrukkelijk, dat Hij ze schiep naar zijn of haar aard. Als God de mens formeert, zegt Hij met nadruk: “En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld Gods schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen (Gen.1:27).
Dit is voldoende om te onderbouwen dat we menselijk en dierlijk gedrag niet aan dezelfde morele standaard kunnen onderwerpen. Als dieren bepaald gedrag laten zien, volgen zij daarin hun instincten, die ook zuchten onder de gevolgen van de zondeval (Rom.8:22). Alleen mensen zijn in staat om hun gedrag te sturen door met hun verstand afwegingen te maken tussen goed en kwaad, voordelen en nadelen. Als dieren bepaald gedrag laten zien, geeft dat geen enkele reden om dat gedrag na te volgen.
Het evolutionistische wereldbeeld spoort mensen aan om te leven volgens hun veronderstelde dierlijke natuur, om te concurreren in de meedogenloze strijd om dominantie en macht. Als we hiervoor kiezen, dan maken we onszelf aan de beesten gelijk. In de Bijbel spoort God ons steeds aan om te leven naar het Beeld van God dat Hij had ingeplant. Dat betekent dat we Gods morele standaard als uitgangspunt gaan nemen voor ons handelen.
Waarin we de dieren wel/niet moeten navolgen
De Bijbel spreekt duidelijk over gedrag waarin dieren navolgenswaardig zijn. In Spreuken worden onder andere de ijver van de mier (Spr.6:6), de gang van een windhond (Spr.30:31), de voorzichtigheid van het konijn (Spr.30:26) en de moed van de leeuw geroemd (2 Sam.17:10). De oproep is niet om die dieren na te doen, maar de deugden die we in de dieren zien, sporen ons aan tot ijver, voorzichtigheid, moed, enz. Zijt daarom oprecht als de duiven en voorzichtig als de slangen (Matth.10:16).
De Bijbel spreekt namelijk ook over gedrag van dieren dat niet navolgenswaardig is. Psalm 32 spreekt over de koppigheid van het paard en de muilezel, die geen verstand hebben. Een schaap is dwaalziek (Psalm 119:175), terwijl de bloedzuiger onverzadigbaar is (Spr.30:15).
Conclusie
Zo hebben we in dit artikel beschreven dat ‘homoseksuele handelingen’ bij dieren een ander doel hebben; dat wij dierlijk gedrag vanuit ons beoordelingskader zien als ‘homoseksuele handelingen’, en dat de Bijbel ons oproept om niet te leven als de beesten (Ps.49:21), maar rechtvaardig over hen te heersen en daarin Gods grote werken te prijzen (Ps.8. Spr.12:10).
Dit artikel verscheen eerder bij Gezin in Gevaar en is bewerkt en aangepast.