Inleiding
Onze tijd wordt gekenmerkt door massale kerkverlating en oppervlakkige godsdienstbeleving. Het gezin verzwakt en autoriteit verliest zijn kracht. Het omslagpunt wordt wel geassocieerd met de jaren ’60. Een tijd waarin de strijd voor ‘vrije liefde’, drugsexperimenten en opstand tegen de autoriteiten centraal stonden. In die periode schreef de Duitse psychoanalyticus en hoogleraar Alexander Mitscherlich (1908–1982) het boek Auf dem Weg zur vaterlosen Gesellschaft (1963). Hij beschrijft een ontwikkeling die minder bekendheid heeft, maar niettemin het overdenken waard is. Dat was in ieder geval de gedachte van Frank Meester en Coen Simon. Zij vroegen de emeritus hoogleraar psychiatrie en psychotherapie Frank Koerselman om een actuele duiding te geven aan dit historische werk. Zij stelden Koerselman de vraag: “Hoe moet vaderschap eruitzien in onze geïndividualiseerde, geseculariseerde en vermeend geëmancipeerde samenleving?”. In Ontvadering. Het einde van de vaderlijke autoriteit, neemt Koerselman ons mee in wat Mitscherlich in zijn dagen zag sluimeren en waar hij grote gevolgen in voorzag.
Hedendaagse vaders tonen “meer betrokkenheid” dan “die klassiek ‘afwezige vader’ die spreekwoordelijk alleen het vlees snijdt op zondag”(pg.10). Maar wat is de invloed van de vader die lol maakt, en samen met zijn kinderen gek doet, en die misschien meer vriend is dan vader? (pg.11).
Psychoanalyse
Koerselman en Mitscherlich zijn beide psychoanalyticus. De psychoanalyse gaat ervanuit dat de ervaringen in de kinderjaren sterke invloed hebben voor het volwassen leven (pg.16). Als vakgenoot trekt Koerselman de lijnen van het werk van Mitscherlich door naar onze tijd. Hij laat zien hoe de veranderingen in de vader-zoonverhouding doorwerken. Daarmee wil hij moeders en dochters niet onderwaarderen, maar Mitscherlich wilde beschrijven dat de veranderende vaderrol heel bepalend was. Hij voorzag dat dit verstrekkende gevolgen zou krijgen.
Het oer-gezin
Eeuwenlang was er sprake van twee duidelijk verschillende rollen in het gezin. Volgens Mitscherlich is deze rolverdeling op natuurlijke wijze ontstaan omdat voor het werk buitenshuis nu eenmaal fysieke kracht nodig was. Moeder gaf warmte en accepteerde haar kroost onvoorwaardelijk. Deze veilige basis is onmisbaar voor het kind om een basaal zelfvertrouwen te ontwikkelen. Vader daagde zijn zoon juist uit en confronteerde hem met grenzen en beperkingen. Zo leerde de zoon dat je moeite moest doen om kwaliteit te leveren en je te onderscheiden om zo een plaats te krijgen in de maatschappij. Op een dag zal de zoon op eigen benen moeten kunnen staan. Hij moet zelf de kost gaan verdienen en omgaan met tegenslagen. Om een betere positie te krijgen zal hij zich moeten inspannen om zich te proberen te onderscheiden. Mitscherlich en Koerselman zijn het eens dat de benodigde eigenschappen vooral bijgebracht werden vanuit de historische vaderrol.
Trouw, moed en gezag
Koerselman tekent de vader in een historisch voorbeeld; een vissersgezin tijdens noodweer. Moeder vangt het gezin op in haar veilige woning. Intussen trotseert vader de kolkende zee, trouw aan zijn taak. Hiervoor heeft hij deskundigheid, moed en gezag nodig. Vader geeft leiding aan de bemanning, maar hij ervaart dat hij zelf ook de zaken over moet geven aan een hogere macht. Vader oefent gezag op het schip als kapitein, maar is zelf ook afhankelijk van het gezag van de hemelse Autoriteit.
Rijp of onrijp
Bij een goede balans tussen de vader- en moederrol groeit er een ‘rijpe’ volwassene op. Er is zelfvertrouwen, maar ook weerbaarheid en een besef van verantwoordelijkheid. Moed en trouw zijn onmisbaar om in moeilijke tijden het hoofd niet te laten hangen. Er moet leiding gegeven worden en tegelijk moet men zich onderwerpen aan het hogere gezag. Koerselman typeert een rijpe vader als lerend en stimulerend. Vader geeft opdrachten waarbij hij milde kritiek levert, maar ook doorzettingsvermogen aanleert.
De omslag
In de tijd van de Industriële Revolutie verdween vader achter de fabrieksmuren. Daarmee verdween de toegewijde vader die de traditie en zijn vaardigheden overdroeg aan zijn kinderen. Tegelijkertijd begon de emancipatie te knagen aan het gezag van vader. Eigenlijk werd vader irrelevant voor het gezinsleven of hij kreeg zelfs het stempel van ‘onderdrukker’. Hiermee “knakte” volgens Mitscherlich “als het ware de hiërarchische ruggengraat van het gezin.”(pg.18) Natuurlijk gold dit niet voor elk gezin, maar Mitscherlich wilde deze ontwikkeling duiden in het grotere verband van de maatschappij. Wat uiteindelijk overblijft, zijn op zichzelf gerichte individuen. Koerselman vat het gevolg samen als: “Het leven start met een stuurloze jeugd en eindigt in zinledige ouderdom.”(pg.19). De mens vlucht in consumptie, sport- en spel, en zelfs in drugsgebruik.
Echt bevrijd?
Koerselman bespreekt de hedendaagse gedachte dat de vader- en moederrol ook omgewisseld kunnen worden. Door de komst van de machine verdween vader naar de fabriek. Fysieke kracht, in de historie van het vaderschap van groot belang, werd hierdoor minder relevant. Het was ook de tijd waarin de anticonceptiepil op de markt kwam. Hierdoor werd moeder ook ‘bevrijd’ van het ‘noodlottige’ moederschap. Niets stond nog in de weg om de rollen om te draaien. Dit baande de weg voor het tweeverdienersschap en de welvaart nam snel toe. De ‘bevrijding’ was een feit. De vraag is alleen of de welvaart opkomt uit de veranderde rol van vader. Of is misschien de snelle ontwikkeling van de techniek vooral doorslaggevend? In dat geval is de ontvadering misschien meer een nevenverschijnsel…
Rollenwissel in de praktijk
Volgens Koerselman zijn de rollen van vader en moeder hierdoor losgeraakt van het biologische geslacht. Maar net als vroeger heeft ieder kind zelfvertrouwen en weerbaarheid nodig. Dit werd vanouds gevormd door de verschillende rollen. Hoe functioneert die bevrijding nu in de praktijk van vandaag? Deze blijkt wat weerbarstig. In de Verenigde Staten worden vrouwen niet op gevechtsposities gezet, omdat mannen instinctief de vrouw beschermen. Vrouwen blijven nog steeds vooral deeltijd werken. Mannen verdwijnen uit het onderwijs, en zo meer. Koerselman vraag zich af of het zo kan zijn dat mannen vluchten uit een omgeving waar vrouwen domineren of waar er geen vrouwen meer zijn die beschermd moeten worden. Is de biologische bepaling toch hardnekkiger dan men zou wensen?
Staat en religie
Koerselman gaat in het boek ook uitgebreid in op de overzetting van vader- en moederrol op religie, staat en samenleving. Burgers zijn onderling gelijk en wederzijds respect is wenselijk. Maar er is ook sprake van hiërarchie. Denk aan gehoorzaamheid aan de overheid enerzijds en de zorgplicht voor de burger anderzijds. Ook bespreekt Koerselman het veranderende Godsbeeld in onze tijd. “God is tegenwoordig alleen nog maar Liefde.” (pg.36). We zijn het besef kwijt geraakt dat God niet alleen ‘lief’ is, maar ook ‘streng’. De omschrijving van Koerselman is niet bepaald gereformeerd, maar het beeld dat hij probeert te schetsen is zeker over te zetten in een gereformeerde context.
Veranderingen hebben gevolg
Koerselman ziet dat het bereiken van ‘gelijkheid’ negatieve gevolgen heeft voor de maatschappij. Hij noemt bijvoorbeeld het tutoyeren (met jij aanspreken) in alle lagen van de samenleving; het minder of niet-inhoudelijk luisteren naar gezagsdragers zoals politie, arts en rechter. Koerselman signaleert verder toenemende (grove) criminaliteit en verbaal en fysiek geweld. Omdat er geen oefenschool meer is met weerstand, beperking en tegenslag, vermindert onze weerbaarheid. Afbrokkelend gezag, individualiteit zonder vormen van gemeenschap en een snel afnemend verantwoordelijkheidsgevoel, maakt dat steeds meer afspraken, regels en wetten noodzakelijk zijn. Een ingewikkeld controleapparaat moet toezien op naleving. Deze benadering werkt op zijn beurt wantrouwen in de hand. Koerselman schetst deze lijn om te laten zien hoe het slachtofferschap een steeds grotere plaats inneemt. Een thema dat in de hedendaagse ‘woke’-ontwikkelingen overigens ook een belangrijke rol speelt.[1]
Terugval en lessen voor nu
Vaders zijn meer onderdeel van het gezinsleven dan ooit. Maar hun rol is fundamenteel veranderd. Dit heeft vergaande invloeden op de vorming van het kind. De onvoorwaardelijke acceptatie en gelijkheid vanuit de moederrol zijn overheersend geworden. Onbalans is recept voor scheefgroei en ongezonde uitwassen. Onrijpe vormen zoals egoïsme en narcisme krijgen de overhand. De samenleving valt terug naar een minder rijpe toestand.
Ontvadering is dus iets anders dan ‘afwezige vaders’. “Zonder ‘vaderlijke’ waarden worden borderline-achtige identiteits-‘fluïditeit’ en narcistische zelfoverschatting van symptoom tot norm.” (pg.77). Vaders zullen moeten kiezen tussen het meegaan met de stroom of het tonen van durf en trots om hier tegenin te gaan. “Een goede vader leeft zijn kinderen ook nu nog voor dat je maar een radertje bent in het geheel – maar dat dit radertje wel belangrijk is.”(pg.78). “Een goede vader realiseert zich ook nu nog dat hij ten opzichte van zijn gezin en de samenleving meer plichten heeft dan rechten.”(pg.78).
Persoonlijke beoordeling
Het boekje heeft een stevige informatiedichtheid en raakt veel facetten van de samenleving. Iedere vorm van samenvatten doet daarom tekort aan de samenhang van het verhaal. Maar de bijna honderd pagina’s hoeven geen blokkade te vormen om het boek zelf ter hand te nemen. Tijdens het lezen vroeg ik mij af of je al deze ontwikkelingen in verband kunt brengen met de ontvadering zoals Mitscherlich deze omschreven heeft. Het is echter een feit dat zijn verwachtingen nauw aansluiten bij de ontwikkelingen van onze tijd. Daarom is het lezen en overdenken hiervan zeker de moeite waard. De reflectie van Koerselman maakt het werk van Mitscherlich toegankelijk. Omdat er veel aandacht is voor de overdracht van de vader- en moederrol op de staat, samenleving en religie wordt het dunne boekje nog interessanter voor iedereen die interesse heeft in de analyse van maatschappelijke ontwikkelingen.
Omdat Koerselman geen christen is heeft, is de informatie en kennis uit dit boekje een interessante, seculier-praktische, aanvulling op de Schriftuurlijke lijnen over dit thema, zoals de verhoudingen van God de Vader en de Kerk als vrouw of moeder.
Als gereformeerde gezindte kunnen we uit dit boekje veel lessen trekken. Het is goed om de Bijbelse noties over de man- en vrouwverhouding en de oorspronkelijke rol van vader en moeder vast te houden en te blijven onderwijzen. De aanvullingen uit dit boekje zijn een extra stimulans om deze lijnen verder te onderbouwen en te motiveren. Want ten dele is er een economische noodzaak voor het tweeverdienersschap, anderzijds woekert het aardsgerichte consumentisme als een oordeel door de (westerse) kerken. Koerselman laat zien dat, ook in de ontwikkeling van het kind, het biologisch verschil tussen man en vrouw niet zomaar los valt te maken.
Het boekje gaat ook in op aspecten zoals sociale en emotionele verwaarlozing en de diepe sporen die dit trekt. Niet alleen in het gezin, maar ook in de generaties die volgen. Wat is het nodig om onze verantwoordelijkheid van de vader- en moederplicht te verstaan. Om als kwetsbare gezinnen elkaar op te zoeken en te steunen of professionele identiteitsgebonden ondersteuning te vragen als dat nodig is.
Want de HEERE doet “barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden” (Ex. 20:6). Eenieder hoort trouw te zijn als een wachter op de muren; trouw in wat aan zijn of haar verantwoordelijkheid is toevertrouwd. God geve de lezer een vader- of moederhart, en een kinderlijk gelovig vertrouwen in de Heere.
[1] Paul Boonefaes, ‘Mijn kritiek op “Hoe woke bent u?”’, zie https://pboonefaes.substack.com/p/mijn-kritiek-op-hoe-woke-bent-u, geraadpleegd op 18 november 2024.Boekgegevens:
Ontvadering. Het einde van de vaderlijke autoriteit, Frank Koerselman; Uitgeverij Prometheus; 2020; paperback 94 pag.; ISBN 9789044642018.
N.B. Het boekje is in paperback in nieuwstaat moeilijk verkrijgbaar. Als e-book is het wel goed verkrijgbaar.
Dit artikel verscheen op 02-12-2024 bij Gereformeerd Venster en is met toestemming overgenomen.