Een relatieboek voor singles was er nog niet. Dat werd hoog tijd, vond Aukelien Abbema. Er zijn namelijk wel boeken voor singles; ook zijn er boeken voor relaties. Maar er zijn nagenoeg geen boeken voor singles die een relatie willen.
Jarenlang was de GZ-psycholoog en EFT-therapeut zelf ‘verstokt vrijgezel’. Ze ging zich afvragen: hoe komt dat eigenlijk? Van Abbema kwam erachter dat ze in contact met vrijgezelle mannen van haar leeftijd steeds blokkeerde, waardoor contacten zich nooit verdiepten. Ze leerde met deze sociale angst om te gaan, door actief te gaan daten met allerlei mannen. Het doel was primair om kennissen te maken onder vrijgezelle mannen en, als er een speciale klik ontstond, dat contact uit te bouwen. Het taboe op flirten en daten was er voor haar af. Maar ook de spanning dat deze ‘date’ mogelijk ‘de ware’ zou zijn.
In het contact met Maarten (met wie ze later trouwde) merkte ze dat ze zelf actief de boot afhield. De angst om zichzelf te binden, of de ander pijn te doen bij het verbreken van de relatie, zorgde voor angst om zichzelf te geven. Maartens vasthoudendheid hielpen haar door deze hechtingsangst heen. ‘Ik heb je lief, ook al ben je verre van perfect’, was de boodschap die hij haar steeds gaf. En die onvoorwaardelijkheid hebben we allemaal nodig.
Na aanbevelingen voor dit boek in het RD en op CVandaag leek het me nuttig om dit boek ook te lezen. Mijn belangrijkste leesvragen waren of het boek past binnen een Bijbels kader en of er nuttige en praktische lessen in staan voor alleenstaanden met een relatiewens.
Bijbels kader is onduidelijk
De eerste vraag moet ik negatief beantwoorden. Aukelien heeft duidelijk een brede doelgroep op het oog en biedt daarom in dit boek geen duidelijk Bijbels kader. Een paar voorbeelden. De ‘date-expert’ vertelt dat het vanuit de kerk vaak een taboe is als meisjes actief gaan daten. Zij wierp het taboe van flirten en daten van zich af (“het is immers ‘bid en werk’”) en ging actief contact zoeken met alleenstaande mannen. Hoewel het aangaan en onderhouden van contacten met alleenstaanden niet verkeerd is, komt flirten (kwestie van een jurk aantrekken, oogcontact maken en glimlachen maar) wel heel dichtbij het verleiden, waar Salomo in Spreuken 5, 6 en 7 voor waarschuwt.
Daten lijkt ook met iedereen te kunnen. Na 12 dates zou je met de eerstvolgende ‘beste match’ het contact verder moeten verdiepen. Deze manier van daten lijkt me niet in overeenstemming met het biddend zoeken en uitzien naar een passende levensgezel, om die uit Gods hand te ontvangen.
Over seksualiteit voor het huwelijk geeft ze de lezer ook ruimte. Op de vraag ‘Mag je seks hebben op een eerste date?’, antwoordt ze: “Van mij wel. Van je vader of moeder misschien niet. Maar mijn toestemming heb je niet nodig. Ik zou het overigens niet aanraden.” In hoofdstuk 8 bespreekt ze de impact van seksualiteit op de relatie uitgebreider, om uit te leggen waarom seksualiteit juist binnen een monogame relatie veel meer bevrediging geeft. Haar manier van beschrijven is bedoeld om de lezer zelf na te laten denken. Voor christenen is het goed dat we hierbij de Bijbel als onfeilbaar Kompas hebben.
In het voorwoord geeft ze aan dat ze steeds schrijft over heteroseksuele relaties, maar dat de principes ook voor homoseksuele relaties toepasbaar zijn. Praktisch heeft ze gelijk, maar ook hier neemt ze geen duidelijk standpunt in.
Nuttige en praktische lessen
Het boek bevat overigens wel nuttige lessen. Bijvoorbeeld om niet te gefocust te zijn op de verkeringsrelatie. ‘Leer elkaar eerst maar eens gewoon kennen.’ Een klik ontstaat meestal ook niet in de eerste vijf minuten. Om iemand goed te leren kennen zou je 43 uur in drie weken tijd met elkaar door moeten brengen. Echt hechten kost je 1000 dagen. Dus als je twijfelt over je relatie, dan moet je vertragen. Dat betekent ‘tijd bij elkaar doorbrengen, zonder per se dingen samen te doen’.
Verder legt Abbema uit hoe het komt dat veel singles moeite hebben om zich aan iemand te hechten en wat therapie hierin kan betekenen. Therapie kan zich richten op het opruimen van nare ervaringen uit het verleden of het leren delen van emoties. Uiteindelijk gaat een relatie vooral over het ‘leren verdragen van elkaar’.
Wat singles ook moeten leren (getrouwde mensen trouwens ook), is dat zij niet perfect zijn en dat de ander dat ook niet hoeft te zijn. De gedachte dat je ‘de ware’ moet vinden, is een mythe, stelt Van Abbema. Ze heeft voor stellen een 10-puntenlijstje in het boek opgenomen (pg.134), zodat ze hun relatie kunnen toetsen.
Conclusie
Ik merkte bij het lezen een bepaalde terughoudendheid. Dit komt mede door mijn bezwaren tegen een intensieve datingpraktijk. Daten is bedoeld om contact te leggen tussen een man en een vrouw, die samen tot een huwelijk willen komen. Recreatief daten past hier niet bij. Ook ontstaat er een spanningsveld met de gedachte dat God man en vrouw tot elkaar brengt. Verschillende dingen in het boek bevestigden mijn terughoudendheid, zoals hiervoor al genoemd.
Van Abbema schrijft op een nuchtere manier en geeft goed onderbouwde adviezen. Het ontbreken van Bijbelse kaders geeft de doorslag om het boek niet aan te bevelen. Een boek als Hoopvol vrouw zijn kan ik dan beter aanraden.
Eerder schreef Aukelien ook al het boek Singles in de Kerk. Hierover schreef dr. Douwe Steensma een review. In dit boek lijkt ze duidelijker stelling te nemen vanuit Bijbelse principes.