„Schandelijke schorsing ds. Latzel”

Sint-Martinikerk in Bremen – beeld Wikimedia, Matthias Süßen
Leestijd: 2 minuten

Na de strafrechtelijke veroordeling wegens ‘volksopruiing’, omdat hij zou aangezet hebben tot haat, geeft de Evangelische Kirche ds. Latzel nu een duw na. De predikant weigerde akkoord te gaan met een opgelegde rustperiode waarin hij zijn ambtelijk werk niet mag uitvoeren zolang het rechterlijke proces loopt – wat volgens sommigen jaren kan duren. Daarom is hij nu geschorst.

Daar waar deze kerk alles had moeten doen om de predikant in bescherming te nemen na een onrechtvaardige veroordeling door de wereldlijke rechter, doet men precies het tegenovergestelde. Het vonnis wordt aangegrepen om zich van de predikant te ontdoen. Zogezegd omdat een predikant die veroordeeld is wegens aanzetten tot haat niet meer kan functioneren.

Kennelijk beseft men niet dat men de tak doorzaagt waarop men zelf zit. Er is geen enkele reden waarom een kerk die zo handelt nog bestaansrecht heeft. Haar bijbel is niet langer de Bijbel, haar bijbel is de tijdgeest. Haar juk is niet meer het zachte juk van Christus, maar dat van dienstbaarheid aan het moderne heidendom met haar altijd veranderende opvattingen. Haar vrijheid is niet meer de vrijheid van het geloof, maar de totalitaire dwang van gelijkheid.

„Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet” (Openbaring 22:15). Het zijn de krasse woorden van Johannes, vlak voordat hij het Boek der boeken sluit en zijn beschrijving heeft gegeven van het nieuwe heerlijke Jeruzalem met zijn poorten die altijd open zijn.

De apostel der liefde was niet zachtzinnig wanneer het ging om het benoemen van de zonden. Hij vertoonde daarin het beeld van Zijn Meester Die er niet voor terugschrok om vrome Farizeeën aan te spreken als „adderengebroedsel” en „witgepleisterde graven”. Maar Die tegelijk met oneindige ontferming bewogen was over hoeren en tollenaren.

Ds. Latzel moet nu de voetstappen van Zijn Meester drukken. Hij wordt met de misdadigers gerekend en moet uitgaan tot buiten de legerplaats om Zijn smaadheid te dragen. Omdat hij mensen die misdaden bedreven misdadigers noemde. De Heere Jezus heeft het voorzegd: „Zie ik zend u als schapen te midden van de wolven” (Mattheüs 10:16). En: „In de wereld zult gij verdrukking hebben” (Johannes 16:33). Ds. Latzel ondervindt de realiteit hiervan.

Ondertussen is de vraag of wij, die er zo gemakkelijk over kunnen redeneren, staande zullen blijven wanneer soortgelijke omstandigheden zich in Nederland voordoen. De gehele wapenrusting Gods is hiervoor nodig. Het schild van het geloof, het zwaard van Gods Geest, het borstwapen van de gerechtigheid, de gordel van de waarheid en de schoenen van de bereidheid van het Evangelie. Het is tijd om te kijken of onze uitrusting in orde is.

Ook interessant