Leven naar de wil van God, de Schepper

De huidige bedreiging van de schepping van de mens en haar overwinning. Een theologische duiding van de internationale conferentie van de Belijdende Gemeenschappen.

Opmerking vooraf: De volgende tekst is een korte samenvatting van de Salzburgse verklaring, die op het belijdend-oecumenische congres van de internationale conferentie van de Belijdende Gemeenschappen (IKBG/ICN) in Salzburg op 6 september 2015 met grote meerderheid werd aangenomen. Hij werd opgesteld door Prof. Harald Seubert en door Dr. Werner Neuer opnieuw bewerkt. Voor een nadere verklaring en toelichting van de verklaringen is de uitvoerige versie van de verklaring onmisbaar! Op haar hebben ook de aangegeven nummers betrekking (nummer 1-34).

Inhoudsopgave

  • Inleiding: De huidige bedreiging van de menselijke schepping en de noodzakelijkheid van een oecumenische ecologie van de mens. Wat ons tot deze ecologie aanleiding geeft. (nummer 1-5)
  • I. Het Bijbelse scheppingsgetuigenis van de mens als fundament van een ecologie van de mens.
    Wat wij tot Gods lof betuigen en belijden! (nummer 6-12)
  • II. De huidige aanvallen op de mens als Gods schepsel met bijzondere inachtneming van de genderideologie.
    Wat wij voor God en mens betreuren! (nummer 13-28)
  • III. De noodzakelijkheid van een nieuwe bezinning op het Bijbelse scheppingsgetuigenis van de mens als vooronderstelling van een ecologie van de mens.
    Waartoe wij voor God en mens oproepen! (nummer 29-34)

Inleiding: De huidige bedreiging van de mens als schepsel van Goden en de nood-zakelijkheid van een oecumenische ecologie van de mens. Wat ons tot deze verklaring aanleiding geeft. (nummer 1-5)

Sinds de jaren zeventig is de sensibiliteit voor de bedreiging van de natuur en haar hulpbronnen duidelijk gegroeid. Veel minder is men zich in het publieke domein bewust dat niet slechts het milieu dat de mens omgeeft, maar ook de mens als schepsel –die evenbeeld van God is– tegenwoordig ook in democratische landen aan zwaarwegende bedreigingen blootgesteld is.

Dit blijkt vooral zeer sterk voor de geboorte, in de feitelijke ontkenning van de menselijke waardigheid door de in sterke mate gelegaliseerde abortus, waarvan jaarlijks miljoenen kinderen het  slachtoffer worden, en aan het eind van het leven door de reeds gedeeltelijk gelegaliseerde actieve stervenshulp, die velen over heel Europa uitgebreid willen zien.

Het blijkt echter ook daaruit, dat de wezenlijke seksualiteit van de mens als man en vrouw (in het feminisme en genderisme) bestreden wordt, dat de scheppingsordeningen van huwelijk en gezin massaal afgekeurd en de vruchtbaarheid als een wezenlijke component van de menselijke seksualiteit in sterke mate ontkend worden. In al deze tekenen van verval voltrekt zich een alarmerend proces, waarvan de draagwijdte niet doorzien wordt als een proces van de afschaffing van de mens (C.S. Lewis) door de mens.

Op deze gevaarlijke ontwikkeling antwoordt de Salzburgse verklaring op de manier van een ecologie van de mens (Benedictus XVI), die aan de mens als schepsel van God recht probeert te doen en aanmoedigt tot een leven volgens de scheppingsordeningen van God.

In drie delen ontvouwt de verklaring allereerst het voor alle kerken vastgelegde Bijbelse scheppingsgetuigenis als basis van een leven overeenkomstig de schepping (zie onder I), thematiseert dan de tegenwoordige aanvallen op de mens als schepsel en evenbeeld van God, wijst deze als on-Bijbels en onmenselijk af (zie onder II), en roept afsluitend op tot een omkeer en bezinning op het leven volgens de scheppingsordeningen, waarvan de Bijbel getuigenis aflegt.


I. Het Bijbelse scheppingsgetuigenis van de mens als fundament van een ecologie van de mens.
Wat wij tot Gods lof betuigen en belijden! (nummer 6-12)

1. Wij getuigen en belijden de schepping als geschenk van de liefde van God, waarop de mens met al het geschapene in lofprijzing moet antwoorden. Van deze lofprijzing is in de heilige Schrift (vooral in de Psalmen) en in de geschiedenis van de christenheid (bijv. in het Zonnelied van de heilige Franciscus) dikwijls getuigenis afgelegd. Tegenwoordig wordt vaak buiten beschouwing gelaten dat alle geschapen leven een geschenk is en het fundament van iedere ecologie van de mens, die aan het geschapen-zijn recht wil doen.

2. Wij getuigen en belijden met het Bijbelse scheppingsgetuigenis, dat de mens als evenbeeld van God en als man en vrouw geschapen is (Genesis 1:26 en volgende).

3. Man en vrouw zijn in de zin van de scheppingsorde ook in de eindige, door de zonde gekenmerkte wereld daartoe geroepen, door in hun handelen de onbaatzuchtige eeuwige liefde (Agape) van de drie-enige God af te beelden. Dit manifesteert zich in het huwelijk als een op onvoorwaardelijke liefde en trouw gebaseerde (Genesis 2:24) levenslange persoonlijke verbinding van man en vrouw (Markus 10:9, Romeinen 7:2). Het levensverbond van het huwelijk omvat geest, ziel en lichaam. Op het huwelijk baseert zich het gezin als een generaties omvattende, onverbrekelijke gemeenschap van de liefde. Huwelijk en gezin zijn en blijven daarom de onvervreemdbare en onvervangbare kiemcellen van staat en maatschappij. Het gezin vormt de beste voorwaarde voor de vervulling van de cultuuropdracht de aarde van generatie op generatie volgens het gebod en de wil van God vorm te geven (Gen. 1:28). Dit betekent niet, dat huwelijken en gezinnen als gemeenschappen van zondige mensen niet zouden kunnen stranden. In deze (helaas intussen talrijke) gevallen zouden christenen zich voor iedere morele veroordeling moeten hoeden en met liefhebbende en barmhartige hulp tot het beperken van de schade bijdragen!

4. We belijden dat de wil van God de Schepper, die vooral in de Tien Geboden (Exodus 20, Deuteronomium 5) wordt weergegeven, bij alle splitsingen en dogmatische verschillen tussen de verschillende geloofsgemeenschappen een universele, verbindende, fundamentele basisovertuiging van de hele christenheid op aarde is. Het is het centrale bestanddeel van de grote ethische overeenkomst van de christenen in verleden en heden, temeer omdat deze ook op wezenlijke punten met de voor- en buitenchristelijke natuurrechttraditie overeenstemt, die het nut daarvan voor het welzijn van de mens tot uitdrukking brengt.

Des te meer is het te bekritiseren en te beklagen, dat deze bijbels gefundeerde grote overeenstemming van de kerk (magnus consensus) tegenwoordig onder invloed van de tijdgeest vooral binnen de protestantse kerken vaak in twijfel getrokken wordt. De ideologisch eenzijdige en in hoge mate ontkerstende tijdgeest vormt dan de maatstaf, in plaats van Schrift en Belijdenis.

Op deze manier wordt een centraal bestanddeel van het christelijke getuigenis voor de wereld ontkracht en de eenheid van de kerk van Jezus Christus op het fundament van de waarheid en de liefde beschadigd. We roepen daarom vastberaden op tot een nieuwe bezinning (zie onder III)!


II. Hoe de mensheid en zijn scheppingswaarde vandaag de dag worden aangevallen.
Wat wij ten overstaan van God en de mensen beklagen! (13-28)

1. We beklagen ten overstaan van God en de mensen, dat het menselijke leven heden ten dage in de hoogontwikkelde westelijke economische landen op vele manieren wordt bedreigd, ook zonder dat er historische catastrofes, zoals oorlog en terreur, plaatsvinden:

a) De grootste bedreiging voor het menselijke leven is er al voor de geboorte door de in vele landen sinds jaren gelegaliseerde abortus. Hoewel dit overduidelijk om massamoord gaat, zijn veel mensen aan deze situatie gewend geraakt. We betreuren de ontelbaar vele kinderen, die al slachtoffer van deze massamoord geworden zijn en wij eisen met klem dat er een einde komt aan alle wettelijke gelegitimeerde en getolereerde doodslag.

De diagnostiek voor de geboorte (bijv. amniocentese (vruchtwaterpunctie), chorionvillus-biopsie (vlokkentest)) wordt op grote schaal ervoor misbruikt om zieke en gehandicapte kinderen voor de geboorte op te sporen en te aborteren. Wij verklaren daarover: Een maatschappij, die het recht op leven van zieke en beschadigde levens ter discussie stelt, schendt de mensenwaarde en het onaantastbare recht op leven van ieder mens. Zij ondergraaft daarmee haar eigen ethische en wettelijke grondslagen, zoals ze in praktisch elke grondwet en in elke geciviliseerde constitutie zijn genoteerd.

We beklagen alle vormen van doding voor de geboorte die wordt veroorzaakt door het verhinderen van innesteling van een bevruchte eicel in de baarmoeder, of dit nu farmacologisch bewust veroorzaakt wordt of dat het als een op de koop toegenomen gevolg van een behandeling gebeurt. Wij beklagen, dat zulke vormen van doden voor de innesteling tegenwoordig vaak überhaupt niet meer als het doden van mensen worden gezien en afgekeurd, omdat het biologisch overduidelijke begin van het menselijke leven met de bevruchting (het ineensmelten van de eicel en de zaadcel) vandaag de dag vaak niet meer wordt erkend.

Net zo nadrukkelijk verwerpen we de onverantwoordelijke omgang met ongeborenen bij een reageerbuisbevruchting, waarbij het leven van vele overtallige embryo’s in gevaar wordt gebracht of wordt prijsgegeven. Ook hier wordt de geboden eerbied voor het onaantastbare recht op leven van een mens genegeerd.

b) Ook het menselijke leven na de geboorte wordt aan het einde daarvan in toenemende mate bedreigd: Doordat meer en meer zogenaamde actieve stervenshulp (euthanasie) wordt gelegaliseerd, wordt de al langer bestaande “cultuur des doods” (Johannes Paul II) bevorderd en verstevigd. Dat is des te meer verwerpelijk, omdat de moderne palliatieve geneesmiddelen vooral op het gebied van de pijnbestrijding grote voortgang hebben geboekt. Wij roepen daarom alle christelijke kerken ertoe op, de doorbraak van euthanasie in Europa of wereldwijd beslist af te wijzen en alles te doen wat in hun macht ligt, om dit te verhinderen. Daarmee verbindt zich de christelijke opdracht om tegenover de stervenden van de hoop des eeuwigen levens te getuigen en hun in woord en daad te helpen om een menswaardig sterven mogelijk te maken.

2. We beklagen ten overstaan van God en de mensen de bedreiging van het als mens geschapen zijn, die vandaag de dag vooral duidelijk wordt in de genderideologie (genderisme) en de verwoestende consequenties daarvan.

a) De genderideologie, die intussen op de politieke niveaus van regering, EU en VN tot praktijkbepalende sturende ideologie is geworden, bestrijdt de natuurlijk bepaalde tweegeslachtelijkheid van de mens als man en vrouw (Engels: sex) en interpreteert ten onrechte  het geslacht (Engels: gender) als enkel een sociale en individuele constructie, waarover elke mens zelf kan en moet kunnen beschikken.

Daarmee wordt gestreefd naar een absolute vrijheid, die zich radicaal van Gods scheppingsordeningen (huwelijk, gezin, (hetero)seksualiteit) losweekt, hoewel deze scheppingsordeningen dienstbaar zijn aan het welzijn van de mensen en zich doen kennen als ordeningen van liefde. Doordat de hier gepropageerde vrijheid zich van de scheppingsordeningen losmaakt, maakt zij zich los van de concrete mens en de door de schepping gegeven voorwaarden voor zijn bestaan. Zo wordt deze vrijheid een vrijheid zonder liefde, omdat ze geen recht doet aan de concrete mens in zijn creatuurlijk bepaalde zijn. De mens wordt bij deze verloochening van de door de schepping gegeven basis van zijn menszijn tot willekeurige uitvinder van zichzelf benoemd. De mens wil ten diepste weer eens “als God zijn”.  Zoals de pausen Benedictus XVI en Franciskus I, alsook meerdere bisschoppelijke conferenties en ook talrijke stellingnames van belijdende christenen en theologen van verschillende kerken tot uitdrukking gebracht hebben, moet deze aanmatiging (of: arrogantie) van de genderideologie beslist worden tegengesproken en moet daartegenover het volgende worden vastgesteld: Het mensbeeld van de genderideologie is totaal niet te verenigen met het mensbeeld van de Bijbelse openbaring. De christenheid moet, ondanks haar confessionele verschillen, tegenover een geforceerde Gender-Mainstreaming-Agenda tot zo veel mogelijk gezamenlijk en zo beslist mogelijk belijdend-oecumenisch verzet worden opgeroepen.

We houden met de Bijbelse ‘ecologie van de mens’ tegelijkertijd ook vast, dat man en vrouw in hun verschillen gelijkwaardige schepselen en evenbeelden van God zijn, die elkaar nodig hebben en geroepen zijn tot een liefdevol en complementerend er-voor-en-met-elkaar-zijn in het huwelijk, en geroepen zijn tot de waardigheid en taak van het vader- en moederschap in het gezin, dat als kiemcel van de maatschappij tegelijk de kiemcel van een menswaardige toekomst is. Het ligt voor de hand, dat de genderideologie voor huwelijk, gezin en samenleving, vernietigende gevolgen heeft, in een mate die niet te overzien is (zie onder b).

b) De consequenties van de genderideologie voor huwelijk en gezin, vader- en moederschap, seksualiteit en voortplanting zijn in zoveel opzichten schadelijk, omdat ze de fundamenten van het menszijn en het menselijke samenzijn met een tot nu toe ongekende radicaliteit verloochenen en ondermijnen: huwelijk en gezin hebben vandaag de dag vergaand aan erkenning en waardering, die hen op grond van hun fundamentele betekenis voor het welzijn van de partner, de kinderen en de samenleving verdiend toekomen, ingeboet, hoewel zelfs de wetten van de rechtsstaten hun beschermwaardige en subsidiabele bijzondere positie erkennen. Dienaangaande heeft de kerk nu meer dan ooit de opdracht, de ongeëvenaarde status van huwelijk en gezin als Gods goede scheppingsordeningen te benadrukken. De christelijke kerken kunnen op grond van hun gebonden zijn aan hun belijdenis, de sociale, theoretische en wettelijke gelijkschakeling van huwelijk en homoseksuele relaties niet accepteren. Wat naar Gods wil onderscheiden is, mag door mensen niet als gelijk beschouwd en behandeld worden. Daarmee worden noch homoseksuele mensen of mensen die niet getrouwd zijn gediscrimineerd.

Ook vader- en moederschap als uitwendig en inwendig fundament van het gezin hebben de hun toekomende waardering grotendeels verloren, doordat ze veelal gereduceerd worden tot hun biologische rol bij de voortplanting en hun belangrijke psychologische, religieuze en sociale betekenis voor de opgroeiende generatie genegeerd wordt. Een radicale opwaardering in het bijzonder van het (tegenwoordig vaak gediscrimineerde) moederschap, maar ook het vaderschap, zou voor het welzijn van de kinderen en kleinkinderen, maar ook voor dat van de hele maatschappij dringend gewenst zijn.

Sinds de jaren 1960 is er een scheiding tussen seksualiteit en voortplanting waar te nemen en die heeft al geleid tot een historisch unieke geboortevermindering. De genderideologie versterkt dit proces verder, omdat voor haar de heteroseksualiteit op grond van de mogelijkheid tot voortplanting geen meerwaarde heeft in vergelijk met andere varianten van de seksualiteit (die niet de mogelijkheid tot voortplanting hebben). Ook negeert de  genderideologie het exclusieve karakter van de seksualiteit tussen man en vrouw, die als enige nieuw leven en daarmee een menselijke toekomst mogelijk maakt. De aan de genderideologie eigen principiële scheiding tussen seksualiteit en voortplanting, heeft ten diepste geen toekomst en miskent het Bijbels onderbouwde christelijke verstaan van menselijke seksualiteit, dat duidelijk (maar niet exclusief) wezenlijk op het verwekken en het ontstaan van nieuw leven gericht is.


III. De noodzaak ven een herbezinning op het Bijbelse getuigenis over de schepping van de mens.
Waartoe we ten overstaan van God en mensen oproepen! (nr.29-34)

1. In de lijn van de ‘ecologie van de mens’ maken we nadrukkelijk bezwaar tegen alle vormen van bedreiging van het menselijke leven voor en na de geboorte. Een bijzonder alarmerend signaal is het, dat het Europees Parlement op 10 mei 2015 met het besluit tot een “mensenrecht op abortus” het grondrecht op leven prijsgegeven heeft. Als belijdende christenen vanuit verschillende confessionele achtergronden protesteren we beslist tegen dit besluit, dat voor de toekomst van Europa de dood betekent en we zijn van mening dat dit besluit per omgaande moet worden teruggedraaid! Als christenen zeggen we ook beslist nee tegen alle vormen van leven en denken, waarin de mens tegen Gods scheppingsordeningen in opstand komt en probeert deze te omzeilen.

2. Ten overstaan van God en mensen roepen we op tot een nieuwe bezinning op de Bijbelse openbaring. De Bijbel getuigt ervan, hoe de scheppende liefde van God de mensen in staat stelt, om in lijn met de schepping uit liefde voor God en de medemens aan het scheppingsmandaat te voldoen (Romeinen 5:5, 1 Korintiërs 13). Het Bijbelse getuigenis laat ons zien, hoe leven in overeenstemming met de schepping, bij alle zonde en gebrokenheid de weerschijn van het goddelijke oerbeeld kan zijn en kan worden. Het stelt ons in staat vanuit de liefde als centrum van ons bestaan te leven en daarmee reeds in ons aardse bestaan te getuigen van de bovenaardse heerlijkheid van God.

3. Ten overstaan van God en mensen roepen we op tot een bijbels onderbouwd herstel van een ‘ecologie van de mens’. Het leven volgens Gods scheppingsordeningen verenigt immers christenen uit alle confessies en denominaties. De absoluut geboden terugkeer en bekering tot dit fundament betekent daarom ook het publieke oecumenische belijden van “één, heilige, katholieke en apostolische kerk” (una, sancta, catholica et apostolica Ecclesia).

4. De mens is door God tot “kroon van de schepping” bestemd. Deze prachtige en diepe waarheid is exemplarisch in Psalm 8 onder woorden gebracht. Met de verwonderde lof voor God moet deze verklaring afsluiten:

1 Een psalm van David, voor de koorleider, op ‘De Gittith’.
2 HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde! U Die Uw majesteit getoond hebt boven de hemel.
3 Uit de mond van kleine kinderen en zuigelingen hebt U een sterk fundament gelegd, omwille van Uw tegenstanders, om de vijand en wraakzuchtige te laten ophouden.
4 Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers, de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,
5 wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt, en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?
6 Toch hebt U hem weinig minder gemaakt dan de engelen en hem met eer en glorie gekroond.
7 U doet hem heersen over de werken van Uw handen, U hebt alles onder zijn voeten gelegd:
8 schapen en runderen, die allemaal, en ook de dieren van het veld,
9 de vogels in de lucht en de vissen in de zee, al wat over de paden van de zeeën gaat.
10 HEERE, onze Heere, hoe machtig is Uw Naam op de hele aarde!

Eer aan de Vader en de Zoon,
en aan de Heilige Geest,
zoals in het begin,
zo ook nu en altijd en in eeuwigheid.

AMEN.


Salzburg, 6 september 2015
Internationale Conferentie van Belijdende Gemeenschappen (IKGB/IKB)
Ds. Ulrich Rüß (voorzitter)
Andreas Späth (vice-voorzitter)
Prof. dr. Peter Beyerhaus (erevoorzitter)
Ds. Werner Neuer (voorzitter van de theologische commissie)