Pastoraat bij echtscheiding – deel III: De priesterlijke roeping van de kerk

Bron: Freepik. Echtscheiding scheurt een gezin uit elkaar.
Leestijd: 10 minuten

Wat is de pastorale roeping in de geestelijke strijd rondom het huwelijk. Waartoe zijn ambtsdragers geroepen als een huwelijk daadwerkelijk verbroken is. In het vorige artikel hebben we gekeken naar de profetische roeping. In dit artikel staat de priesterlijke roeping van de kerk centraal.

Soms kom ik de gedachte tegen dat de profeet en de priester elkaar een beetje bijten, omdat het zo moeilijk is de Bijbelse leer toe te passen in de dagelijkse, weerbarstige praktijk. Ik wil er echter voor pleiten om ze heel dicht bij elkaar te houden!

Ik doe een aantal suggesties voor het pastorale handelen, voor de priesterlijke zorg rond echtscheiding. Een aantal dingen die behoren tot het ‘gewone’ pastoraat laat ik nu achterwege. Dat u uw pastorale werk biddend moet doen. Dat u leeft en werkt voor Gods aangezicht. Dat we als mens onder de mensen komen. Dat we als ambtsdragers én gemeenteleden onderworpen zijn aan het gezag van de Heilige Schrift. Dat we altijd moeten luisteren voordat we spreken. Enz. Die dingen veronderstel ik nu maar als vanzelfsprekend. Ik wil een aantal punten noemen die van belang zijn als het gaat om het thema echtscheiding. 

  1. Ken uw gemeente!

De gemeente wordt vaak vergeleken met een kudde. Dit beeld neemt ons mee naar een weide waar een herder waakt over en zorgt voor zijn kudde. De herder heeft niet ‘s morgens de deur van de schaapskooi opengezet, om vervolgens de schapen hun eigen weg te laten zoeken en zelf bij de schaapskooi achter te blijven. Nee, hij is meegegaan met de kudde. Hij ging voor ze uit. En als de kudde bij de weide is gekomen, blijft de herder bij hen. Hij is alert, hij noemt de schapen bij name, hij corrigeert een schaap dat af dreigt te dwalen, hij waakt. Hierin zien we het beeld van de Heere, de grote Herder der schapen, die Zijn schapen bij name kent. Is dit niet wat Zijn onderherders, de ambtsdragers, moeten doen?

Het is niet goed wanneer ambtsdragers druk zijn met veel dingen, behalve met het weiden van de kudde. Een ambtsdrager is aanwezig in zijn gemeente. Hij heeft contact met de gemeenteleden. Hij gaat rond in de gemeente en maakt zijn werk van het catechiseren, de ziekenbezoeken, de huisbezoeken, de rouwbezoeken. Een ambtsdrager kent zijn gemeente (of: zijn wijk) en is geïnteresseerd in de leden van de gemeente, zowel jong als oud. Er is onderling contact.

Natuurlijk liggen hier ook dilemma’s. Een ambtsdrager is geen duizendpoot. Hij is een mens die zijn grenzen heeft. Veel ambtsdragers hebben zelf een gezin en een eigen werkkring. Een ambtsdrager kan maar op één plaats tegelijk zijn. Maar een ambtsdrager die zijn gemeente niet kent verstaat zijn roeping niet. Als er geen contact is, zal er ook geen openheid zijn om te spreken over zorgen achter de voordeur. Een ambtsdrager dient aanwezig te zijn te midden van zijn schapen.

2. Pastorale zorg

Pastorale zorg aan mensen in scheidingssituaties betekent: werken te midden van de brokstukken van de gebrokenheid. Die gebrokenheid brengt een maalstroom van emoties met zich mee: schuldgevoel, enorm verdriet, het gevoel gefaald te hebben, je afgewezen voelen, je leven dat instort. Vragen ook over Gods leiding in dit alles. We hebben toch trouw beloofd voor Zijn aangezicht? De Heere kan toch wonderen doen, waarom loopt ons huwelijk dan toch op de klippen? U voelt wel dat bewogen pastorale zorg nodig is voor dit soort vragen.

3. Wees zorgvuldig in uw communicatie

Ik heb aan een aantal mensen in mijn omgeving die zelf een echtscheiding hebben meegemaakt, gevraagd naar hun ervaring. Ik heb hen gevraagd: wat zou je voorgangers en ambtsdragers willen meegeven, vanuit je persoonlijke ervaring? Nou, dan hoor je natuurlijk best heel wat pijn. Ook trouwens heel wat positieve dingen. Een vrouw mailde me (ik citeer letterlijk):

  • “De dominee die voor me klaarstond, op de momenten dat het nodig was;
  • De bijna vaderlijke zorg;
  • De weloverwogen adviezen;
  • De oprechte belangstelling.”

Je proeft: daar was een herder, die met bewogenheid optrad. Maar er zijn ook andere ervaringen. Onbegrip, onredelijke reacties, lompheid. Ik wil van daaruit een paar adviezen geven voor een zorgvuldige communicatie.

  • Realiseer u dat mensen in een echtscheiding zich vaak heel kwetsbaar voelen. Hun leven staat op z’n kop. Niet zelden hebben ze de ervaring dat ze zelf op instorten staan. En in zo’n situatie komt u op bezoek. Misschien heel meelevend. Maar misschien ook wel om te vermanen. Of om over censuur te praten. Of om te proberen te zoeken naar een opening om toch tot herstel te komen. Dat mag natuurlijk allemaal. Maar realiseer u dat tegenover iemand zit die zich heel kwetsbaar voelt. Die misschien wel onredelijk reageert, of emotioneel. Voel u niet te snel aangevallen, maar probeer rustig te reageren en begrip te tonen voor deze emoties. Een echtscheiding is óók een rouwproces. Maar dan: rouwen aan het leven. Leef daarin mee.
  • Bij zorgvuldig handelen hoort ook dat we ons ook moeten realiseren dat wij ambtsdragers man zijn. Dat wil ik graag zo houden. Maar mannen zijn anders dan vrouwen. Heel anders. Mannen denken snel in oplossingen: ‘dit is het probleem, die route moet je nemen, en zó kom je bij de oplossing’. Dat mannelijke nemen we ook mee in ons ambtelijke optreden. En daar is niets mis mee. Maar probeer niet in te gemakkelijke oplossingen te denken. Zo van: ‘een paar gesprekken met een goede therapeut, en dan zit er vast wel muziek in’. Zorg ervoor dat u de nood van degene tegenover u echt peilt. Van meerdere mensen kreeg ik terug dat het voor een vrouw (in een scheidingssituatie) ook best wel pittig kan zijn om tegenover twee of meerdere mannelijke ambtsdragers te zitten. Zeker als de scheiding te maken heeft met ingewikkelde seksuele problemen. Het kan snel onveilig aanvoelen. Wellicht heeft de vrouw in een scheidingssituatie behoefte aan iemand anders die bij het gesprek aanwezig is, als een stuk emotionele steun. Laatst hoorde ik een dominee zeggen tegen een gemeentelid: “Neem gerust een mond mee die namens jou praat”.
  • En broeders: wees beschikbaar. Dat punt van die oplossingsgerichte mannen brengt ook met zich mee dat er in het tumult rond een scheiding heel veel geregeld moet worden. Maar als het stof neerdwarrelt is er weinig meer op te lossen. Juist dan is ook blijvende steun van zo groot belang. Blijf contact houden. Ik ken téveel situaties waar rondom een echtscheiding écht heel bewogen pastoraat werd verleend, maar waar kort daarna de aandacht zich verlegde naar anderen, en daar bleef het bij. Dat is jammer. Blijf meeleven. Een gescheiden vrouw schreef me (ik geef het maar letterlijk aan u door): “In geval van rouw gaat er geregeld een ambtsdrager op bezoek. Ik denk dat zoiets ook in echtscheidingssituaties goed zou zijn. Iedere avond is wellicht wat enthousiast, maar misschien wekelijks en naarmate de tijd verstrijkt nog wat minder frequent of door middel van een telefoontje?” Ik geef de suggestie maar door. 
  • Een ander punt dat met bejegening te maken heeft (ik lees het maar voor): wat je belooft moet je doen. Beloof niet iets dat je niet kunt nakomen. Al lukt het niet om langs te komen: een berichtje of een kort telefoontje kan ook al heel goed doen. Wees betrouwbaar en transparant.
  • En: zorg voor een heldere communicatie met tussen de gemeenteleden in scheiding en de kerkenraad. Ik kan u talloze verhalen vertellen van mensen die keer op keer opnieuw hun verhaal moesten doen. Ambtsdrager 1 raakte van het toneel, en broeder nummer 2 bleek nauwelijks op de hoogte. En toen kwam er een predikant en het hele dossier begon van voren af aan. Wisseling van ambtsdragers geeft veel ruis. Zorg voor een duidelijk aanspreekpunt. Wees helder in de communicatie vanuit de kerkenraad. Zorg voor goede verslaglegging van ambtelijke bezoeken over echtscheiding. Ik kreeg van iemand de tip die zei: stuur na een bezoek even een kort mailtje waarin je samenvat wat er is besproken en of er afspraken zijn gemaakt. In een complexe scheidingssituatie waarin heel veel gebeurt geeft dat rust.

Ik zou dit punt willen samenvatten met de gouden regel die de Heere Jezus Zelf heeft gegeven: Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo (Matth. 7:12).

4. Win advies in en werk samen

Een echtscheiding is vaak echt complex. Er zijn juridische vragen, pedagogische vragen, financiële vragen, psychologische aspecten, vragen die met conflictbemiddeling te maken hebben. Win advies in, bijvoorbeeld over de juridische aspecten van een echtscheiding. Zoek de samenwerking met hulpverlening of met een bemiddelaar ter ondersteuning van de gemeenteleden in scheiding, of ná scheiding. Ik zie heel graag dat we als ambtsdragers en hulpverleners de handen ineen slaan.

Diverse mensen deden me de suggestie dat kerken bijvoorbeeld regionaal een commissie van deskundigen kunnen samenstellen die kerkenraden adviseren. Ik denk dan aan juridische deskundigheid, kennis van het kerkrecht, psychologische kennis. Dit om te voorkomen dat kerkenraden brokken maken.

5. Pas op om een scheiding onnodig lang te rekken

Eerder heb ik al gezegd dat christenen vóór duurzame relaties zijn en dat we echtscheiding zien als een onmogelijke werkelijkheid. Dat houd ik graag staande. In de praktijk kom ik soms tegen dat gemeenteleden in een scheidingssituatie geadviseerd wordt om een scheiding zo lang mogelijk te rekken. Er wordt dan gezegd: “Teken niet, op geen enkele manier”. Dat kan natuurlijk een heel principieel punt zijn, een gewetenszaak. Dan wil ik er graag van af blijven. Maar het lang rekken van een scheiding geeft vaak veel relationele schade, terwijl mensen rondom een scheiding en ook ná een scheiding vaak nog heel veel moeten afstemmen. Dikwijls tot in lengte van jaren, als er minderjarige kinderen zijn. Als een scheiding heel conflictueus verloopt, en heel lang wordt gerekt, zet dat vaak de toon voor veel onderlinge bitterheid ná de scheiding. En u mag raden wie daar de zure vruchten van plukken. Dat zijn natuurlijk de kinderen.

In dit kader moest ik denken aan de scheidingsbrief (Deut. 24:1). Ik meen dat de Heere in Zijn wetten door de scheidingsbrief een stuk ordening heeft willen aanbrengen. De Heere Jezus wordt ernaar gevraagd in Mattheüs 19: Is het de mens geoorloofd om zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak? Dat bleek de praktijk te zijn in het jodendom, dat vrouwen verlaten werden om diverse redenen. Ze voldeed niet, ze was onvruchtbaar, ze gedroeg zich onbehoorlijk, haar man kreeg een afkeer van haar, enz. Ook in Israël werd dus gescheiden. En als Jezus daarnaar gevraagd wordt herinnert Hij aan de scheppingsorde: Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Als Hij dan gevraagd wordt naar de scheidingsbrief zegt hij: Mozes heeft vanwege de hardigheid van uw harten toegelaten uw vrouwen te verlaten, maar van den beginne is het alzo niet geweest. De scheidingsbrief. Die was er, maar eigenlijk hoorde hij er niet te zijn. Maar vanwege de realiteit van de zonde was hij er toch. We proeven in deze scheidingsbrief iets van ordening in het zondige bestaan. In onze tijd zouden we zeggen: áls je het huwelijk dan ontbindt, dan moet je het wel netjes regelen. Maar tegelijk bleef die scheidingsbrief ook een aanklacht. Van den beginne is het alzo niet geweest

6. Houd oog voor de kinderen

Er zou over kinderen in echtscheidingssituaties enorm veel te zeggen zijn. Dat voert voor nu te ver. Ik wil u in elk geval oproepen om oog te hebben voor de kinderen. Geef ze de ruimte om loyaal te zijn naar beide ouders. Oók als één ouder in uw ogen een verkeerde keuze maakt en de ander niet. Het blijven allebei ouders.

Let in het pastoraat ook op de kinderen. Waak zeker voor goedbedoelde opmerking als: zorg maar goed voor je moeder. Dat is het probleem van veel kinderen in een scheidingssituatie, dat hun kinderlijke schouders te zware lasten te dragen krijgen. Neutrale steun is voor kinderen belangrijk. Wellicht zou dat ook kunnen in de kerkelijke gemeente?

Vraag naar de kinderen, maar maak het niet overdone. Iemand schreef me: “Let op de kinderen, maar ga niet bij elk catechisatiegesprek beginnen over de scheiding, mijn kinderen werden dat op een gegeven moment spuugzat”. 

7. Vergeet ook de andere familieleden niet

Over de kinderen heb ik e.e.a. gezegd. Maar vergeet niet dat er meer familieleden zijn die eveneens in rouw zijn bij een scheiding. Ik noem vooral de grootouders, die bijvoorbeeld hun kleinkinderen ineens veel minder zien.

8. Diaconale steun

Ik noem: diaconale steun. Een echtscheiding is één van de meest ingrijpende levensgebeurtenissen. Ook financieel is er ineens heel veel onzeker geworden. Gezonde diaconale zorg behoort tot een goed functionerende gemeente. Ik kom wel eens de praktijk tegen dat diaconale steun onthouden wordt omdat de diaconie het niet eens is met de grond voor scheiding. Natuurlijk begrijp ik dat een diaconie geen geld moet storten in een bodemloze put. Maar het kan toch niet zo zijn – het komt echt uit de praktijk – dat een ouder in scheiding diaconale steun wordt onthouden en vervolgens bij de Voedselbank in de rij moet gaan staan.

9. Zoek naar een structuur van steun voor gescheiden ouders

Een gescheiden moeder schreef me: “Ik heb me best alleen gevoeld. Ik vond het verdrietig dat er voor veel situaties naastenhulp geregeld wordt bij ziekte of dergelijke. Bij overlijden staat iedereen klaar terwijl een scheiding rouwen is aan het leven”. Zij doet vervolgens heel concreet de suggestie: “Kijk of er ondersteuning nodig is om de alleenstaande ouder te kunnen ontlasten. Bijvoorbeeld uit de kerk met of zonder kinderen even meevragen. Een gezin dat in de kerk dichtbij zit en even een handje kan helpen tijdens de dienst. Alleen zitten met de kinderen in de kerk is echt een opgave. Of als er Heilig Avondmaal is en de ouder gaat ook aan, wie zit er dan even bij de kinderen?” Einde citaat. U merkt, dit gaat natuurlijk verder dan pastoraat, maar ook dit is gemeente-zijn.

Misschien mag ik in dit verband nog noemen dat er verschillende mogelijkheden zijn om gescheiden gemeenteleden in contact te brengen met lotgenoten. In mijn eigen gemeente is er een klein groepje van enkele gescheiden vrouwen die elkaar af en toe ontmoeten. Dat zou u ook kunnen organiseren. Verder wil ik nog wijzen op de praktijk Forestconsult (Houten) die ontmoetingsbijeenkomsten organiseert voor gescheiden christenen onder titel: Als scheiding je leven treft.

Het zit vaak niet in grote dingen. Laat een ander voelen dat u naast hem of haar wilt staan in alle pijn en verwarring. Laat maar eerlijk weten dat je het ook niet altijd weet. Een gescheiden vrouw schreef me: “Een hart dat betrokken is, handen die zich vouwen in gebed en wijzen naar onze Heere Die elke onbegrepen situatie in zijn handen heeft, doet zoveel goed”. Ds. P. Mulder bad in onze gemeente regelmatig voor degenen die vader en moeder tegelijk moeten zijn. Voor mensen in zo’n situatie betekent dat heel veel!

Tot slot: 1 Thess. 5: 14
Zo heb ik geprobeerd om wat suggesties aan te dragen voor het pastoraat. En dat is niet eenvoudig. In het pastoraat ontmoeten we mooie mensen, maar ook moeilijke mensen. Lastige mensen. Zondige mensen. Complexe mensen. En, er zijn mooie ambtsdragers, maar ook moeilijke ambtsdragers, complexe ambtsdragers. We zitten allemaal een beetje krakkemikkig in elkaar. 

Ik moest denken aan een oud boek van de bekende Zwitserse arts Samuel Pfeifer met de titel: ‘Psychische stoornissen en bijbelse zielszorg’. Het derde deel van dit boek heeft Pfeifer genoemd ‘De zwakken dragen’. Daarin werkt hij 1 Thess. 5: 14 uit. Paulus zegt daar: ‘En wij bidden u broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen’. Nu gaat het in 1 Thess. 5: 14 allereerst om de geestelijk behoeftigen, de geestelijk ongeregelden, enz. Zie de kanttekeningen. Maar Samuel Pfeifer trekt vanuit deze tekst ook een lijn naar de manier waarop we mogen omgaan met de behoeftigen in de gemeente. Ik geef het graag aan u door.

  1. De ongeregelden, dat zijn mensen die best in staat zijn om het leven aan te kunnen. Maar ze leven in zonden en gedragen zich zo dat ze wel problemen móeten krijgen. Ze brengen met hun zonde hun huwelijk in gevaar. Of ze hebben het verbroken door hun zonde. Ze hebben vermaning nodig, terechtwijzing. Ze moeten breken met hun zondige gedrag en hun verantwoordelijkheden gaan oppakken.
  2. De kleinmoedigen en zwakken, dat zijn de mensen die door moeilijke omstandigheden of innerlijke problemen een flinke crisis doormaken. Ze lijden aan somberheid, gevoelens van minderwaardigheid, angsten en remmingen, die hun hele leven overschaduwen. Zij hebben troost nodig. We moeten ze nabij zijn in de crisis die ze doormaken. We mogen hen helpen om niet alleen op de omstandigheden te zien, maar ook op Hem Die overal boven staat. Soms moeten deze kleinmoedigen tijdelijk worden ondersteund, door bijvoorbeeld huishoudelijke taken van hen over te nemen. Soms moeten ze tijdelijk worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar met een liefdevolle zorg komen ze vaak wel door de crisis heen. Vertaald naar dit thema: ze zijn geknakt door een echtscheiding. Ze hebben hulp en ondersteuning nodig.

We leren hieruit dat verschillende problemen met verschillende middelen moeten worden aangepakt. Daarom is het belangrijk dat we ons eerst een goede indruk vormen van de problematiek van onze naaste die in lijden is. Eerst moet er geluisterd worden, pas daarna kunnen we spreken.

  • Paulus eindigt deze tekst met ‘zijt lankmoedig jegens allen’. Dat is als een rode draad verweven door deze tekst. De één heeft vermaning nodig, de ander troost, de ander steun. Maar allemaal  worden ze tegemoet getreden met een lankmoedige houding. Dat wijst op geduld. Geen passief geduld, alles maar over je heen laten komen. Maar een actieve houding.

1 Thess. 5: 14 is natuurlijk niet een blauwdruk voor het omgaan met de behoeftigen in de gemeente. En ik geen toe dat Samuel Pfeifer een wat vrije exegese toepast van deze tekst. Maar het mag ons denken wel richting geven.


Lees ook:

Ook interessant

Tijdelijk alleen met de kinderen thuis 

“Mijn man is een maand van huis geweest. Niet dramatisch lang, maar lang genoeg om na te denken over het ‘éénoudergezin’.”