Het leven in een keet (deel II)

View of a group of people clinking glasses with beer
Leestijd: 6 minuten

Iemand die regelmatig te maken heeft met jongeren die een trauma hebben opgelopen op seksueel gebied, is Bas van Dijk. Als therapeut en coach komen jonge mannen, vrouwen en ouders naar hem en schudden hun ziel naast  de warmte van zijn houtkachel uit. Hij heeft een ernstige, indringende boodschap. „Soms zeggen ouders: uiteindelijk ben ik ook goed terechtgekomen. Ik word daar verdrietig van. Wat is goed terechtkomen? Dat je weer netjes in de kerk zit, getrouwd bent en kinderen hebt?”

Een keet begint van oorsprong vaak bij een vriendengroep, stelt therapeut en coach Bas van Dijk. „Laat ik dat eerst noemen. Laten we daarom de keten vooral een menselijk gezicht blijven geven. Hier op de Veluwe heb ik ontroerende voorbeelden gezien van ruige kameraden die elkaar letterlijk een arm om de schouder sloegen bij de begrafenis van een omgekomen maat. Ze komen voor elkaar op en zien naar elkaar om. Iets waar andere jongeren, die misschien laatdunkend op het keetleven neerkijken, wellicht van kunnen leren. Dat is dus een belangrijke kanttekening als we het hebben over jongeren die een keet bezoeken.” Toch zijn het vaak die jonge mensen bij wie Bas regelmatig „in hun hart kijkt,” vertelt hij. „Niet zelden gaat er onder de onverschillige buitenkant een werkelijk onrustig geweten schuil, of een verdrietige worsteling met het geloof.”

Effecten op het huwelijksleven

„Ik begeleid veel mensen uit de regio en ik zie directe en indirecte gevolgen van het keetleven. Ik maak me zorgen om de huwelijken die uit het keetleven ontstaan. Begrijp me goed, ook daar kunnen een jongen en een meisje oprecht van elkaar gaan houden. Maar de context werkt erg vertroebelend. De seksuele grenzen worden er makkelijk verlegd of overschreden. Aan het begin van de avond beginnen meiden of jongens elkaar al te benaderen, om zich eraan over te geven naarmate er meer drank in het spel is. Vandaag doe je dat weer met een andere persoon dan morgen of volgende week.
Als je die moraal meeneemt je huwelijk in, snap je al welke risico’s daaraan verbonden zijn. Vreemdgaan komt veel voor. Er zijn keten waar op de grond matrassen met dekens liggen, voor als de bezoekers daar behoefte aan hebben. Dus die seksuele moraal is van grote invloed op de wijze waarop relaties worden gevormd en huwelijken aangegaan.
Dat komt regelmatig terug in de begeleiding van getrouwde stellen, waarin niet alleen vreemdgaan en pornoverslaving, maar bijvoorbeeld ook totaal onbegrip van gezonde seksualiteit een rol spelen.
Overigens heeft dat ook een kant waarin niet zelden sprake is van trauma. Wat denk je van het meisje van vijftien dat in één nacht een paar jongens letterlijk over zich heen krijgt?” Daarnaast speelt ook drank een grote rol. „Vijf of zes biertjes op een avond stelt echt niks voor. Om het nog maar niet te hebben over de sterke mixen die gedronken worden.
Als je dan getrouwd bent en soms voordat je het weet moeder wordt, ga je weer naar de drank grijpen als er sleur in je leven komt. Of als vader blijf je elke zaterdagavond met je maten bier drinken tot laat in de nacht, ook al zit je jonge vrouw thuis met haar kinderen. Gewoontevorming is groot. Bovendien verlaat je je vrienden niet zomaar. Dat leidt dan weer tot ruzies en spanningen, de relatie gaat eronder lijden en op een dag gaat dan één van beiden vreemd. Vraag het de ambtsdragers uit de kerkelijke gemeenten, dit is zeer zorgelijk.
In die huwelijken, waarin getraumatiseerde en moreel misvormde echtparen kinderen grootbrengen, wordt de schade alsmaar doorgegeven. In mijn praktijk, bij de rust van een haardvuur, komen die schrijnende verhalen soms in alle stilte naar boven.”

De nood van ouders

Bas van Dijk ziet naast het zoeken van jongeren ook de nood van ouders onder zijn ogen ontstaan. „Ik denk dat er twee sporen zijn waar we mee op moeten passen. Het ene spoor is het wel veroordelen, maar eraan wennen dat onze kinderen nu eenmaal naar de keet gaan en dat we ze toch niet kunnen tegenhouden. Het andere spoor is op een te zachte, empathische wijze de behoefte aan vriendschap van de jongeren benadrukken. Ik weet van ouders die een liefdevol thuis bieden, maar toch hun kind niet tegen kunnen houden. Tegen ouders zou ik willen zeggen: ga het nooit gewoon vinden, blijf je bewust van wat er speelt, blijf er met je kind over in gesprek! Met ‘in gesprek gaan’ bedoel ik dan niet weer eens zuchten en zeggen: ‘Je weet toch dat je ons verdriet doet?’ Maar in gesprek gaan is nieuwsgierig zijn. Vraag naar hoe het eraan toegaat, laat je oordeel weg en stel vragen die ze aan het denken zetten.”

En als je kind je ontglipt is, wat dan? Bas: „Dan blijft over dat je elke avond de namen van je kinderen in het gebed aan de Heere mag voorleggen. Ze zijn in zonde ontvangen en in ongerechtigheid geboren en alleen Christus’ bloed kan hen redden. Dat kunnen ouders niet, dat kunnen ambtsdragers ook niet. Daarnaast is het de eerlijke vraag of onze kinderen een verlangen naar een leven volgens Gods Woord bij ons als ouders ervaren. Als er geen liefde uit ons leven spreekt, kweken we extra tegenzin. En je houdt je kinderen echt niet voor de gek, ze voelen het feilloos aan als het een droge boel van liefdeloze godsdienstplichten is thuis.”

Onderschatting
Soms zeggen ouders: uiteindelijk ben ik ook goed terechtgekomen, vertelt Bas. „Ik word daar verdrietig van. Wat is goed terechtkomen? Dat je weer netjes in de kerk zit, getrouwd bent en kinderen hebt? Het is een ernstige onderschatting van de zonde in zichzelf. Hoe kunnen we daar zo makkelijk over doen? Alsof we de tijd krijgen om te zondigen. Aan ouders die dat zeggen, zou ik willen vragen: denk eens aan de ouders die hun kind verloren terwijl het van de keet onderweg naar huis was en omkwam door een ongeluk. Zouden die dat ook nog zeggen? Met hun kind kwam het niet goed. Er zijn veel ouders die de bittere pijn daarvan voelen als ze dit lezen. Misschien krijgt uw kind niet de tijd om het weer goed te laten komen. Spoel als ouders dan je eigen leven eens door. Wat zal je antwoord zijn als God eens vraagt naar hoe je je gedoopte kind zo hebt kunnen laten gaan? Het is ook een ernstige onderschatting van onze eigen toestand. Als we weer in de kerkbank zitten, zijn we er dan? We zijn pas goed terecht als onze ziel is gered en we in Christus geborgen zijn. Alles daarbuiten, of het nu een kerkbank, ons zondagse pak of onze belijdenis is, schiet tekort.”

De taak voor de christelijke gemeente

Van kerken naar keten en van keten naar kerken. Bas van Dijk spreekt vaak met predikanten en ambtsdragers: „Ook zij hebben zó veel te maken met de gebrokenheid die voortkomt uit het bandeloos leven. Ik denk dat het belangrijk is dat ze waar mogelijk contact houden met jongeren, op hun eigen manier. Dat ze laten merken dat het keetleven nooit te verenigen is met een leven naar Gods Woord, maar tegelijk ook de personen niet afwijzen.
Maar met dat ik het zeg, voel ik hoe moeilijk dit is. Als je als ouderling op huisbezoek wijst op ‘de plaatsen der ijdelheid’, op dichtgetimmerde en loze zinnen, weet je hoe je woorden kunnen afketsen. Het is belangrijk dat vanaf de kansels ook expliciet gesproken over de schade die het keetleven brengt. Profetische ernst is nodig. Geen omfloerste taal of vage begrippen. Lees de profeten maar eens, bijvoorbeeld Jesaja 58. Dat hoofdstuk heeft ons zo veel te zeggen. Op welke wijze houden we de zonde vast, ieder voor zich en als gezindte? De Heere verbindt in dat hoofdstuk Zijn zegen concreet aan het ‘losmaken van de knopen der goddeloosheid. Dan zult gij roepen en de HEERE zal antwoorden’.”  

Rijk en verrijkt
Van Dijk vraagt zich af of mensen wel realiseren hoe ernstig de realiteit is. „Soms denk ik dat we ons te weinig bewust zijn hoe ver, ontzaglijk ver weg het is met onze gezindte. In de praktijk komen soms zo veel verhalen naar boven – juist uit onze gezindte – dat het me aangrijpt.
Vooral omdat we nog denken rijk en verrijkt te zijn. We hebben het zo goed met onszelf getroffen, met onze mooie huizen, glimmende auto’s en calvinistisch opgepoetste ijver. Maar daaronder gaat een verdrietige, aangrijpende leegte en een leven zonder God schuil. Wat dat betreft is de keetproblematiek slechts één van de vele manieren om onze ledigheid op te vullen met ijdelheid. In de kerk kan dat net zo goed.
Wat we preventief kunnen doen? Ik weet het niet. Laten we maar niet denken dat we de wijsheid in pacht hebben. Ik kan allerlei dingen noemen, zoals educatie op scholen over drankgebruik en seksuele grenzen, over contact van ambtsdragers met jongeren, over waarschuwen op de kansel, over avonden voor ouders die natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven. Maar als ik heel goed kijk naar het probleem, dan zijn de keten maar een verschijnsel. Een uitvloeisel van een ontzaglijk verdrietige toestand, waarvan ik nog niet eens de helft kan zeggen op deze plek en die ons als reformatorisch gezindte een ernstige spiegel voorhoudt.
Ik wil dan toch het liefst maar wijzen op Joël 2:12-32. Ik hoop dat iedereen die dit artikel leest, dat erbij leest. Misschien past dat niet voor een hulpverlener, maar ik wil nergens anders op wijzen. We hebben God verlaten en Zijn Geest is nodig voor een totale verandering van binnenuit. Daar ligt de echte hoop.”


Dit artikel verscheen in de Gezinsgids op 1 juni 2023. Bas van Dijk heeft een eigen coachpraktijk. Lees hier het eerste deel van de serie.

Ook interessant

Seksualiteit is óók geestelijk

Waarom bestaat seksualiteit? Als je die vraag op straat zou stellen, krijg je waarschijnlijk zeer uiteenlopende antwoorden. Vermoedelijk zullen de meeste antwoorden