Pastoraat aan ouders van transgenders

handen reiken naar elkaar toe-steun-troost-zonsondergang
Leestijd: 6 minuten

Hoe kunnen kerken naast ouders van transgenders staan. Ervaringen van ouders laten zien dat dit echt beter kan. Een aantal eenvoudige tips kan al veel veranderen.

De toename van genderdysforie onder jongeren (met name meisjes) zorgt ook voor meer problemen in gezinnen. Ouders worden nogal eens totaal verrast door de mededeling van hun zoon of dochter dat ze denken in het verkeerde lichaam te zitten. De manier waarop genderklinieken zulke jongeren adviseren, draagt daar zeker aan bij. Daar is eerder al over geschreven op deze website.

Welke problemen komen er op ouders en gezinnen af en wat is goed pastoraat voor hen? In de TROOST groep is er veel gedeeld, is er gehuild en gebeden, is er getroost – vaak alleen al door het horen van de verhalen van andere ouders die met veelal dezelfde gevoelens worstelen en dezelfde problematiek ervaren. Voor we het over pastoraat hebben, is het goed iets meer te proeven waar ouders doorheen gaan.

Een paar vragen vooraf

Hoe reageren mensen in de kerk als een jongen of meisje er wat anders uitziet – dus niet ‘standaard’? Welke ongeschreven regels zijn er in de gemeente? En hoe zou Jezus reageren op een transgender? Tenslotte: heb je enig idee waar ouders doorheen gaan als een zoon of dochter zich laat kennen als een transgender?

Het is goed om hier eerst over na te denken en dan verder te lezen …

Wat maken ouders mee?

Ouders komen vaak in een rollercoaster terecht als plotseling blijkt dat hun zoon of dochter transgender-gevoelens heeft. Vooral als er dan bijna altijd gelijktijdig wordt aangegeven dat zoon of dochter een transitietraject aan wenst te gaan of daar zelfs al mee bezig is.
Vaak weten die transgenderkinderen wel dat hun ouders hen niet zullen steunen in hun transitie. Tegelijkertijd beseffen ze vaak niet hoezeer hun ouders van hen houden; dat ze in principe altijd welkom zijn. Er leeft een angst dat ze de toegang tot het ouderlijk huis ontzegd zal worden. Dat maakt het vaak moeilijk om hun belevingswereld en hun plannen met hun ouders te delen.

De huidige trend in de maatschappij is dat als ouders hun kinderen niet volledig steunen in hun gender-wensen, de kinderen beter het contact met de ouders kunnen verbreken. Ze worden door de psychische hulpverlening vaak aangemoedigd om hun eigen grenzen te respecteren en om zichzelf te beschermen tegen negatieve invloeden. Dat komt de depressieve toestand waarin velen van hen verkeren immers niet ten goede – ze worden op deze manier tegen hun ouders opgezet, ouders worden als een ‘bedreiging’ gezien, de ouder-kind relatie komt behoorlijk onder druk te staan. Ouders krijgen soms iets te horen als: “Wat wil je liever, een dode dochter of een levende zoon?”

In de gezinnen ontstaat nogal eens verdeeldheid. Opgroeiende kinderen zien veel minder de Bijbelse vragen rond genderdysforie. Ze vragen zich nogal eens af waarom hun ouders zo moeilijk doen. Of ze willen vooral hun broer of zus niet kwetsen of het moeilijker maken dan ze het al hebben.
Het kan ook de andere kant op werken – dat sommigen in het gezin geen omgang meer willen met de transgender, terwijl de ouders hun transgender kind hoe dan ook willen blijven verwelkomen. Hoe vier je dan verjaardagen en andere feestdagen?
En als je je kind wilt blijven verwelkomen: hoe ga je je kind die ondertussen een naamsverandering heeft ondergaan dan aanspreken en wat voor gevolgen heeft dat dan weer?

In een interview met Jordan Peterson vertelde psychiater Miriam Grossman over de contacten die ze heeft met ouders van tieners die plotseling zeggen transgender te zijn. Volgens haar lijden veel van die ouders aan PTSS – het is vaak een traumatische ervaring vanwege de enorme maatschappelijke druk en de houding van genderklinieken.

Wat ervaren ouders in de kerk?

Als ouders zoveel doormaken, is het van groot belang dat ze begrip ontmoeten en steun krijgen in de gemeente. Hoe reageren vrienden, familie, medechristenen op hun verhaal? Voel je je als ouders veilig om te vertellen wat er in je gezin gebeurt, dat je een transgender kind hebt? Zelf weet ik al bijna 25 jaar van de gevoelens van mijn zoon. Lange tijd kon ik er maar met weinigen over praten, omdat hij het zelf verborgen hield. En toen hij er ruim tien jaar geleden langzamerhand mee naar buiten kwam, durfden we het nog niet met iedereen te delen. We spraken er alleen over met mensen die we echt vertrouwden; waar het in veilige handen was. Alleen met mensen waarvan we wisten dat ze met ons mee zouden strijden in gebed.

Sommige medechristenen lijken heel goed te weten hoe je moet handelen. Ze staan er heel strak en vaak veroordelend in. Er wordt een ongezouten mening gedeeld of er gaat zelfs roddel rond. Je voelt je als ouders vaak schuldig (heb ik iets verkeerd gedaan in de opvoeding?). Denk echter aan wat de Heere Jezus zei over de blindgeborene (Johannes 9): Noch deze heeft gezondigd, noch zijn ouders …. Maak niet de fout van de vrienden van Job!

Vaak is er wel medeleven in de kerk, bij de dominee/pastor, de oudsten en andere gemeenteleden, maar ook onvermogen. Voor velen is het onbekend terrein. Nogal wat ouders zeggen dat er soms wel persoonlijk bezoek is, maar dat blijft vaak beperkt tot een enkele keer. Natuurlijk willen ouders graag dat er voor en met hen gebeden wordt, maar dat gebeurt veelal maar een enkele keer. Zoals een ouder zei: “er wordt niet meer naar gevraagd.“ Of een ander zegt: “ Ze zeggen dat ze het meenemen naar de kerkenraad en het schijnt dat er voor hen een toerustingsavond is geweest, maar wij hebben niets meer gehoord.” Of er wordt wel contact gezocht met de transgender, maar de ouders staan na één gesprek in de kou. Een andere ouder vertelt dat ze de dominee een keer tegenkwam en tegen hem zei dat haar zoon zou worden geopereerd – maar er werd nooit naar geïnformeerd.

Nogal wat ouders voelen zich dus in de kou staan. Een ouder zegt: “Ik zou willen dat de kerk de handen en voeten van onze Heere Jezus zou worden.” En soms gebeurt dat ook. Een andere ouder vertelt dat er heel fijn en meelevend contact is, een echt luisterend oor, dat er met de ouders gebeden wordt. Het is prachtig als er mensen in de gemeente van onze Heere Jezus Christus om de ouders heen staan; niet met een oordeel, maar met liefde en gebed, als medestrijders in het gebed – en dat gebeurt soms ook. Zelf heb ik dat in nogal wat contacten ervaren en het doet je ontzettend goed als je weet en merkt dat anderen met en voor je bidden.

Aandachtspunten voor pastoraat

Een echt meelevend contact met goede en trouwe vrienden is voor de ouders van groot belang. We merken dat duidelijk binnen Troost, waarbij natuurlijk geldt dat we herkennen waar de anderen doorheen gaat.

Wat is goed pastoraat hier? Ten eerste is van het belang dat de ouders merken dat er aandacht is voor hun kind. Zoals een ouder zegt: “Probeer contact te houden met de transgender, zonder veroordeling … blijf liefde tonen”. Maar er is meer. Denk aan de volgende aandachtspunten:

  1. Verdiep je grondig in de materie als er gezinnen zijn die hiermee te maken hebben. Raadpleeg bijvoorbeeld bijbelsberaadmv.nl en vernieuwd.com voor goede informatie hierover.
  2. Besef wat ouders doormaken: de stress, de afwijzing, de eenzaamheid, het onbegrip, maar ook de spagaat in praktische zin tussen beschutting geven en het afwijzen van de keuzes.
  3. Verdiep je ook grondig in de Bijbelse lijn – en die gaat niet alleen over de vraag of we transitie moeten afwijzen (daar zijn goede redenen voor), maar ook over echte bewogenheid – met de transgender, met de ouders en met het hele gezin. Er speelt vaak veel meer op de achtergrond mee. Het kan bijvoorbeeld heel goed te maken hebben met de vriendengroep of juist afwijzing en pestgedrag op school.
  4. Kijk uit voor te expliciete adviezen in wat wel of niet te doen. Het ligt in de praktijk vaak veel genuanceerder. Praat vooral met (en niet tegen) de ouders.
  5. Bidt met en voor de ouders – niet maar een enkele keer! Toon liefde en mededogen.
  6. Toon ook liefde en mededogen met de transgender. Vaak is het moeilijk om met de transgender in contact te komen, omdat ze makkelijk voorsorteren voor een afscheid van kerk en geloof – maar probeer dat wel.
  7. Vaak is het hele gezin getroffen – heb dus aandacht voor de andere kinderen. Er kan makkelijk verdeeldheid ontstaan (zie hierboven).
  8. Het vraagt toewijding en volharding om naast ouders te staan. Het is niet een gebeurtenis, maar een traject: het is lange-termijn-werk. Blijf er daarom naar vragen en blijf bidden – en laat dat merken. En als er iets ‘nieuws’ gebeurt, is hernieuwde aandacht van groot belang.

Pastoraat kost tijd en energie. Overweeg of er wellicht gemeenteleden kunnen worden ingeschakeld die niet bij de kerkenraad of het oudsten-team horen. Vooral in een grote gemeente kunnen gezinnen gemakkelijk tussen wal en schip terecht komen. Er is voor veel zaken die mensen raken een brede basis nodig, zoals Jef de Vriese in zijn lezing helder heeft uitgelegd.

Zoek dus extra mensen, mogelijk ook gemeenteleden die ervaringsdeskundige zijn – die dus al moeilijke dingen hebben meegemaakt. Die ‘moeilijke dingen’ hoeven niet dezelfde te zijn als waar gezinnen met transgenders doorheen gaan – het helpt al als ouders merken dat iemand naar hen omziet die levenservaring heeft, die snapt dat je als gezin door een moeilijke tijd heengaat.

Conclusie

Het is heel moeilijk en zwaar voor ouders en gezinnen als iemand uit het gezin naar buiten komt als transgender. Vaak is het contact moeilijk en de maatschappij werkt niet mee voor christenen die naar Gods Woord willen leven.

Daarom is goede, meelevende pastorale zorg van groot belang. Heb je daar als gemeente zicht op en beleid voor? Hopelijk biedt dit artikel enkele aanzetten tot een betere en meer invoelende begeleiding van zulke gezinnen.


‘Mark Willemsen’ (namens Troost). Troost is een ontmoetingsplaats voor ouders van transgenderkinderen. De inhoud van dit artikel beschrijft de workshop tijdens de conferentie op 16 november 2023.

Ook interessant

Ineens vlakte het aantal transities af

In de media en politiek is gender nagenoeg onaantastbaar. Klinieken zagen het aantal cliënten de laatste tien jaar sterk toenemen. Toch lijkt